Ondanks zijn zeer recente ontslag uit het ziekenhuis vanwege een ‘bypass’ loopt hij al weer druk en vrolijk rond te banjeren over de binnenplaats. Giel van de Ven is motorcross. Vreemd genoeg heeft hij zelf geen crossloopbaan. Ja, toch wel een beetje. Een loopbaan van een minuut of tien. Ooit kocht vader Rinus, metaalhandelaar in Roosendaal, na lang aandringen van Giel, een 125 crossertje bij een klant. Een droom werd werkelijkheid en thuis aangekomen moest het ding de schuur in. “We gaan eerst friet halen zullen hem na het eten eens aan de gang slingeren” sprak zijn vader en reed weg. Daar kon Giel toch niet op wachten? Hij moest hem horen maar vooral voelen. Het geluid, die trilling. “Grote Rinus” was de straat nog niet uit of Giel stond, omringd door de overige uiterst nieuwsgierige “kampjeugd” buiten zijn motortje aan te trappen. Even een stukkie en dan snel dat ding terug de schuur in. Niemand zou er wat van merken. Zijn rit duurde alles bij elkaar nog geen 5 minuten en eindigde in het prikkeldraad. Hevig geschrokken en nog heviger bloedend reed hij terug naar huis. Motor in de schuur en naar zijn kamertje. Hij voelde wel de snijdende pijn maar durfde niet in de spiegel te kijken. “Zo erg zal het wel niet zijn”, praatte hij zichzelf moed in en ging met kleren aan in bed liggen. Zijn gehavende gezicht op het kussen gedrukt. Morgen zou het wel over zijn. Afwassen en klaar, niemand zou iets merken.

“Giel, eten! Pa is er met de friet!” schalde moeders stem vanuit de keuken. Moeder opende de deur van zijn kamertje. “Giel, kom je eten?” sprak ze iets zachter nu. “Nee hoor, heb niet zo’n honger”, probeerde Giel. Hier kwam hij helaas niet mee weg. Giel die normaal gesproken als een gier op zijn “frietprooi” dook had nu ineens geen honger. Met het licht aan werd het moeder al veel duidelijker. De “dollemansrit” van Giel had tot gevolg dat zijn hele wang open lag, inclusief tandvlees. “Je kon zo vanaf de buitenkant naar binnen kijken” lacht hij nu. Eenmaal weer thuis na de behandeling in het ziekenhuis wilde Giel graag naar bed. Hij had pijn, veel pijn. “Kom” zei zijn vader, “kom eens mee naar de schuur”, en trok hem aan zijn arm mee naar buiten. “Pak je motor maar”, zei “Grote Rinus”. “Ja maar Pa, ik wil nu niet rijden, ik wil naar bed” probeerde Giel maar zijn vader dirigeerde hem de schuur in. Onder licht protest reed Giel zijn crossertje de schuur uit. Ze liepen gezamenlijk en vooral zwijgend naar de plaats waar de sloopauto’s doorgaans hun laatste rustplaats kregen. Giel wilde niet rijden, vooral nu even helemaal niet. “zet je motor daar maar weg” zei Rinus en wees naar een bepaalde plaats op het terrein. Precies de plaats waar de auto’s stonden vooraleer ze geplet werden door het grote blok beton wat aan de kraan hing. Dat was het einde van Giels crossertje en tegelijk ook van zijn crossloopbaan. Hij “mocht” het zelf doen van zijn vader. De boodschap was duidelijk, de motor plat.
Geen vakantie, geen gekke dingen.

“Schoenen uit zeker?”, vraag ik lachend naar de bekende weg. “Nou, als je het niet erg vindt”, reageert Janneke van de Ven en gaat me voor in hun woning. De honden mogen me vooralsnog niet echt. Een “woonwagenkamp” heette het vroeger en dat was het toen ook. Van het fenomeen “woonwagen” is niet veel meer over. De ruimte en luxe van de hedendaagse woonwagens doet niets onder voor dat van een “burgerhuis” als bijvoorbeeld het mijne. Giel stapt iets later binnen. “Ja, alles gaat intussen gewoon door he” zegt hij lachend en gaat zitten. “Als je het goed wil doen, en dat moet je wel als je op een bepaald niveau komt, gaat al je tijd er aan op”. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor de rijder of in dit geval rijdster. Ondanks de sponsoring die ze mogen ontvangen en waar ze waanzinnig blij mee zijn, gaat niet alleen de tijd, maar ook al het geld er aan op. Geen vakantie, geen gekke dingen. “Begrijp me niet verkeerd, we zouden niet anders meer willen hoor” zegt Giel snel, alsof hij bang is dat ik medelijden zou krijgen met het paar. Het hele gezin draait om de cross. Voorheen draaide het allemaal om “Kleine Rinus”. Rinus, die om hele dringende gezondheidsredenen en tot veler verdriet voortijdig met “crosspensioen” moest gaan gaf het stokje door aan zijn jongere zusje Nancy. Nancy is erg gedreven en evenals haar broer bedeeld met een bovengemiddeld portie crosstalent. “Wereldkampioen bij de dames” is haar doel en gezien haar 5e plaats in de eindstand van afgelopen seizoen zeker geen onhaalbare missie. Nancy doet alles, laat veel en geeft alles wat ze heeft.
Wie A zegt

“We hebben zelf ‘A’ gezegd”, zegt Giel. “Wie A zegt moet doorgaan en dat doen we ook.” Ze kunnen en willen ook niet meer terug. “Bij ‘Z’ is de missie pas geslaagd”’, aldus het gezin van de Ven. “Met alleen een beetje talent kom je er niet, zo is het altijd geweest.” De kleine Nancy toonde al veel door zich met een 125cc machine te manifesteren tussen het geweld van de zwaardere en snellere 250 viertakten. ls je vermogen niet toereikend moet je het ding dus “simpelweg” langer open houden en daar leer je erg veel van.
De nationale motorcrosssport vindt Giel vooral erg mooi, maar er is ook veel jaloezie en dat steekt Giel wel eens een beetje. Men zou het knap moeten vinden dat een jong meisje als Nancy zich zo voortreffelijk weet te handhaven binnen zo’n grote groep stoere mannen. Helaas is de werkelijkheid vaak anders. “Op Grand Prix niveau is het ineens een heel ander wereldje. Daar is wel respect voor haar prestaties en wordt openlijk de huivering uitgesproken over wat er de concurrentie allemaal nog te wachten staat. Natuurlijk moet je er boven staan maar een mens blijft toch maar gewoon een mens. Het gaat ook te ver soms.
de “manager” van het hele circus

Na een te groot aantal herseninfarcten en vele hartklachten is Giel volledig afgekeurd. “Natuurlijk is dat het ergste wat je kunt overkomen, maar wel de mazzel van m’n kinderen.” Op deze manier is hij wel in de mogelijkheid veel tijd met en voor zijn kinderen door te brengen. Jammer is dan weer dat daar op verschillende manieren tegen aan gekeken wordt door veel buitenstaanders. Ik weet wat ik wel en niet kan. Natuurlijk voel ik dat en maak dan ook regelmatig pas op de plaats. Wat bijna niemand ziet en weet is dat Janneke misschien wel het meeste doet. Ze is de “manager” van het hele circus. Zonder haar waren we nooit zover gekomen en zou het dan ook helemaal in de spreekwoordelijke soep lopen. Ze doet de boekhouding en regelt de broodnodige sponsorcontracten met bijbehorend overleg. Ze zorgt daarnaast nog eens voor alle kleding, brillen en helmen. Ook de catering valt onder haar takenpakket. Dit alles met de cross en trainingsbegeleiding van “grote broer” Rinus maakt het geheel een (h)echt team.
“Laat Nancy alsjeblieft niet crossen Pa”, smeekte Rinus zijn vader.

Naast alle bezigheden repareren Giel en kleine Rinus nieuwe en gebruikte motoren onder de naam “Ven’s motorsport”. Ze repareren, stellen af, alles naar wens van de klant . Met deze inkomsten vullen zij het budget nog wat aan om alle reizen zo veel mogelijk te kunnen maken. Ze zijn veel onderweg wat inspanning en geld kost. Het “team” neemt er wel de tijd voor. “Anders trek ik het niet” zegt Giel met grote ogen. Ik heb mijn rust nodig en aangzien ik een redelijk emotioneel mannetje ben, gaat m’n hart ook nogal eens sneller dan er gezond voor is. Ik krijg daar wel eens een opmerking over natuurlijk. Met een zwak hart moet je de spanning zo veel mogelijk vermijden. “Ik weet het wel en voel het ook vaak maar kan gewoon niet zonder.” Hij kijkt me aan met natte ogen. “Dat gaat niet meer, snap je dat Olav?.” Ik denk wel dat ik het begrijp. Een “grote” mond met een bijbehorend klein hartje. Dat wordt nog eens bevestigd als we een stukje kijken van de bekroonde film “Diepe sporen”. Het is het relaas van de “zwarte dag” in 2004. Het tweede jaar van de veel te korte profcarierre van Kleine Rinus. Daar waar hij de zware crash maakte waardoor hij 1 nier, zijn milt en een stuk van zijn alvleesklier moest afgeven door een afgescheurde slagader. Na drie maanden stond hij alweer op het podium van de supercross in Goes met rijders van formaat. Niemand kon het begrijpen. De tweede zware crash in Stuttgart was de nekslag voor de taaie Rinus. Met maar liefst 17 botbreuken waarvan 8 ruggewervels lag hij weer op het randje van de dood. Na een aantal zware operaties heeft Rinus uiteindelijk toch de beslissing moeten nemen te stoppen. Hoeveel pijn kan een mens verwerken? Rinus kon het niet meer opbrengen weer uit een diep dal te klimmen. Ook wilde hij het niet meer. De risico’s waren te groot geworden. Het leven is dan toch meer dan motorcross alleen. “Laat Nancy alsjeblieft niet crossen Pa”, smeekte Rinus zijn vader. Deze ellende gun je niemand, zeker je kleine zusje niet. Ik luister aandachtig en kijk tussendoor met een schuin oog naar de TV. De film loopt door en ineens krijg ik kippevel. Eigenlijk van de hele situatie. Ik kijk naar Giel die me met tranen in zijn ogen aankijkt.Lang. Hij kijkt naar de stilletjes aangeschoven Nancy. “Zet maar af, alsjeblieft!” Zegt hij hard, bijna kwaad. Hij beleeft het weer en heeft weer de pijn. “Neem die dvd maar mee als je wilt. Kun je thuis op je gemakje eens kijken”. Als je weet dat Rinus nog voor zijn tweede verjaardag al op de motor zat en daarna bijna alles won waar hij aan mee deed begrijp je wel dat dat pijn moet doen. Eigenlijk nog niet eens een hele zware crash om te zien, maar wel met desastreuze gevolgen. Lang wist Giel het cross debuut van zijn kleine Nancy uit te stellen maar hij wist dat het ging gebeuren, eens. Ook tegen Nancy zeiden ze ‘A’…
Ondanks dat er nog steeds aan Rinus getrokken wordt houdt hij het definitief voor gezien en is hij samen met zijn Dominique begonnen aan “Het leven deel 2”. Hij test alleen nog motoren voor KTM en Yamaha. Alles zonder enige druk en op zijn eigen, toch nog steeds onwaarschijnlijk hoge, tempo.
Er zijn zoveel vraagstukken

Er gaat veel om in de hoofden van “Team van de Ven”, maar vooral in die van Giel en Janneke. Er zijn zoveel vraagstukken en aspecten die je moet beantwoorden om op de juiste en meest verantwoorde manier verder te groeien. Wat is de beste voorbereiding? Veel op de motor, weinig op de motor? Lopen, fietsen, of wellicht beide? Ook houden ze rekening met de mogelijkheid dat er een keer een professioneel team aan zal kloppen om Nancy in te lijven, zoals ook bij broer Rinus gebeurde. Klinkt mooi natuurlijk maar hierdoor zullen ze dan ook een deel van de regie kwijtraken. Wat is dan wijsheid? Als je praat over je eigen kind vechten verstand en gevoel nogal eens. Moeilijk is het zeker.
“Ik zie het al, dit wordt een voetballer”.

Ik ken hem niet erg goed maar ik zie wel aan zijn gezicht dat hij moe is. Vandaag was het een drukke dag voor Giel en Janneke. Sinds kort zijn ze opa en oma. Xavi, het zoontje van Rinus en Dominique was vandaag op bezoek en daar maken ze heel graag wat tijd voor vrij. Twee dagen per week passen ze op de kleine en daar laadt Giel zijn batterij weer mee op. Het eerste wat Giel zei toen hij het hummeltje in zijn handen had; “Ik zie het al, dit wordt een voetballer”. Wat Giel echt zou wensen weet niemand.
Het is hard werken

Net op het moment dat ik aan wil geven maar weer eens huiswaarts te keren staat hij op. “kun je er wat mee denk je?” vraagt hij me met vermoeide ogen.
Deze emotionele avond heeft veel impact op me gehad en me een goed beeld gegeven van wat er zich bij “Team van de Ven” achter de schermen zoal afspeelt. Het is hard werken, heel hard en voor iedereen maar het is mooi. Motorcross. Een van de weinige ziektes waar je blij mee mag zijn.

Een wereld in een wereld.