Steffi Clé en Britt Adriaenssen. Partners van de huidige wereldkampioenen zijspancross Ben Adriaenssen (B) en Ben van den Bogaart. (NL)

Ze staan er altijd. De geliefden achter en naast de toppers. Op welk niveau dan ook, er is altijd de broodnodige steun. Fysiek of mentaal, ze zijn er gewoon. Het is een keuze die je maakt als blijkt dat het talent van je partner hoog boven het middelmatige blijkt te liggen. In een serie van 6 belicht ik enkele partners van ‘crossers op niveau.’

Het kost al haar snipperdagen

Steffi weet niet beter. Het was altijd cross thuis. Voor, hoofd en nagerecht. ‘Het is een onderdeel van mijn leven geworden.’ Voordat ze haar huidige vriend en wereldkampioen Ben Adriaenssen tegenkwam reisde ze wekelijks mee met haar vader. Die rijdt al heel zijn leven zijspancross. Onlangs sloeg de paniek toe in de familie. De GP leeftijdsgrens voor zijspanrijders werd aangepast en vastgesteld op 50 jaar. Aangezien Benny nu 51 is geworden is dat ‘circus’ ter ziele. De rust keerde enigzins weer toen bleek dat het geen gevolgen had voor BK’s en ONK’s. Steffi wil niks missen. Het kost al haar snipperdagen maar wil en zal geen wedstrijd overslaan.

Vriendelijk en open karakter

Voor Britt ligt het even anders. Bij haar thuis was het voornamelijk voetbal dat de klok sloeg. Zo’n vier jaar geleden mocht ze eens een weekend met haar oom mee die tevens Ben Adriaenssens vader is. Britt’s moeder had het al snel gezien. “Ik zie jou nog wel eens met een crosser thuiskomen’, was de voorspelling die niet heel lang daarna uitkwam. Helemaal toevallig is het dus niet dat haar eigen Ben nu bij haar neef in de ‘bak’ staat. Door haar vriendelijke en open karakter paste ze naadloos in de vriendinnengroep die wekelijks ‘hun mannen’ bijstonden in de strijd. Langzaam maar zeker groeide ze in het crosswereldje wat eigenlijk één grote familie is.

Geweldige weekenden

Steffi deed een opleiding ‘Event Managemant’, welke ze netjes afrondde. Aangezien ze in die branche veelal in de weekenden zou moeten werken heeft ze dat, in ieder geval tijdelijk, opzij geschoven. Ik wil nu nog genieten van de geweldige weekenden met mijn familie. Ooit zal het allemaal wel een keer ergens stoppen. Dan kan ik nog alle kanten uit. Daar zal altijd werk in zijn dus weggegooid is het zeker niet. Nu is ze werkzaam als uitzendconsulente bij een Interim kantoor. Een hele leuke baan met een super werksfeer. Ook daar zijn nog voldoende doorgroeimogelijkheden.

‘De muren kwamen op me af’

De opleiding lerares bracht Britt niet wat ze er van verwachtte. Doordat er in Belgie te weinig werk is op dat gebied kwam ze op een lijst te staan als inval lerares. Op zich niks mis mee maar dan zat ik elke ochtend een uur te wachten of ik al dan niet aan moeste treden. Als er dan om negen uur niet gebeld was kon ik aan mijn dag beginnen. Echt iets plannen kon ik dus weinig. Vanuit die situatie heeft ze een toen een baan aangenomen als kantoormedewerkster. Helaas bleek dat ook niet aan haar verwachtingspatroon te voldoen. Het is niet te min en ik ben zeker niet te moeilijk maar een hele dag op een kantoor moet je echt kunnen. ‘De muren kwamen op me af.’

Eetproblemen en stoornissen

Doordat Ben last heeft van verschillende voedselallergieën en Steffi zelf van lactose intolerantie, is ze zich in de wereld van de voeding gaan verdiepen. Ze volgt naast haar drukke baan nu een opleiding voedingsconsulente. Dan blijkt maar weer dat er, ondanks je veel niet kunt en mag eten, toch best nog wel een fatsoenlijke maaltijd op tafel te krijgen is. Ook ziet ze naast het eigenbelang ook wel een toekomst in de voeding. Er zijn steeds meer mensen met allerlei eetproblemen en stoornissen. Op termijn ziet ze zichzelf wel als zelfstandige aan de slag gaan. Ook dat zit er van huis uit al ‘ingebakken.’

‘Twins’

Die zelfstandigheid is Britt ook niet vreemd.  Onlangs heeft dit zich geuit in een mooie, volledig zelfopgezette, lingeriezaak. Een zaak die men in het Belgische Arendonk al jaren miste. Volgende week opent ze haar deuren en heeft er erg veel zin in. ‘Ik geloof er heilig in, maar toch blijft zoiets spannend natuurlijk.’ Er is heel veel voorwerk aan vooraf gegaan. ‘Ik ben hele avonden aan het tikken geweest om de voorraad vast te leggen in mijn programma.’ ‘Twins’ heet haar eerste ‘kindje’ en ik heb maar niet gevraagd waarom ze voor die naam heeft gekozen.

Fulltime baan

Beide dames kunnen niet wachten tot het crossseizoen weer van start gaat. Als het net klaar is denken we altijd: ‘Lekker, even rust’, maar dat is na een paar weken al weer over. Het team gaat de combinatie nog afstellen in Italië in combinatie met rijtrainingen. De conditie van de mannen is op peil. Altijd eigenlijk wel. Binnen het team verzorgen de dames de helmen en brillen van hun mannen. Ook het eten wordt door hen klaargemaakt alhoewel Gonda, de moeder van Ben Adriaenssen, al het voorwerk doet. Die heeft er, tesamen met haar eigen huishouden, een fulltime baan aan. Mentaal staan ze ook voor hun mannen klaar alhoewel ‘Rijder Ben’ er wat minder behoefte aan heeft als ‘Bakkenist Ben.’ Iedereen is tenslotte anders en dat is maar goed ook. Al deze verschillende mensen bij elkaar maken dit tot een succesvol team. Als ik vertrekken wil schuift ‘Bakkenist Ben’ nog even langs. ‘Misschien zien we elkaar op de GP in Oldenbroek?’

Dat ga ik maar eens op de kalender zetten dit jaar…

 

‘Harde topatleten’

“Ben en Britt kochten een lap grond met twee huizen er op.” Dat werd rondverteld en zo was het ook eigenlijk wel. Wat alleen bijna niemand wist was dat het ene pand sloopwaardig en het andere eigenlijk de garage was. “Mensen praten veel en heel vaak zonder achtergrondinformatie” zegt Ben van den Bogaart. Zo zijn mensen soms maar hij stoort er zich al lang niet meer aan. “Als ze niks weten verzinnen ze wel iets” vult Britt aan met een schuine glimlach. Het kan wel eens frustrerend zijn. Ik zit tegenover Ben van den Bogaart, bakkenist van Ben Adriaenssen. Twee harde topatleten.  Zoals het vaak gaat werden ze aangestoken door hun ouders. Er is altijd wel “zijspanning” geweest in de familie.

“We zijn gewoon niet zo populair”

Ze werden twee jaar achter elkaar wereldkampioen en wonnen de “Nations cup”. Tegelijkertijd rijden ze het Belgisch kampioenschap mee wat naadloos aansluit op het WK. Daarin werden ze vorig seizoen kampioen en dit jaar door een “ongelukkigheidje” net tweede. De overgebleven tijd pakken ze nog wat ONK’s mee, maar dat zijn er hooguit drie of vier. Dan heb je het sportief gezien toch redelijk gemaakt zou je zeggen. In de solocross ben je dan “de man” en zou je behoorlijk kunnen “cashen”.  In de zijspanwereld is dat net even anders. Beide “Bennen”  werken “gewoon” full time en niet omdat ze het zo leuk vinden. Natuurlijk, ze hebben een beste baan kunnen bemachtigen door op school goed op te letten, maar zouden eigenlijk als full prof moeten kunnen leven. “We zijn gewoon niet zo populair als de solo’s, en dat zal er ook nooit van komen”. Als je ziet wat Jeffrey Herlings presteert en al amper twee minuten per jaar op tv komt weet je genoeg. Juist daarom hebben sponsoren veel minder interesse de mannen bij te staan in hun strijd tegen de rest van de wereld. Door de schamele media aandacht moet je bijna zoeken naar de uitslagen van deze werldveroveraars. “Jammer ja, dat wel”, vinden de mannen. “Niet alleen voor het geld hoor, echt niet. Maar we zouden ook wel eens een jaartje ongestoord en alleen maar met de cross bezig willen zijn. Het is zeker onze eigen bewuste keuze dus klagen niet, maar er blijft zo weinig tijd over voor de rest van je leven.”

Het is eigenlijk één grote familie

Beiden hebben een relatie die gelukkig niet onder druk staat. De vriendin van de “bakkenist” is weer een nicht van de man aan het stuur. De zijspanwereld is echt niet te vergelijken met die van de solo’s. Het is eigenlijk één grote familie. Weinig tot geen haat en nijd, hoogstens gezonde wedstrijdspanning. Beide mannen waren eerder onderdeel van succesvolle combinaties maar werden pas samen voor de eerste keer werledkampioen. Een gouden koppel dus eigenlijk. “de succesformule is moeilijk te beschrijven zegt Ben de chauffeur. Het klopt gewoon allemaal”. We laten niks aan het toeval over. Britt’s oom is met zijn broer eigenaar van het team waarvoor ze rijden. Hij zorgt dat het materiaal in orde is. “Het is nu 10 uur en ik weet zeker dat als ik hem nu bel dat zijn vrouw hem uit de schuur moet halen. En het seizoen is nog niet eens begonnen.”

Ben 1

“Buitensporig gedrag wordt bestraft”

De “Bennen” leven gediciplineerd. Fietsen en lopen zijn dagelijkse kost. Ben, de bakkenist, rijdt een paar keer per week met zijn busje naar het werk, om vervolgens ’s avonds, in anderhalf uur, terug naar huis te lopen. De volgende ochtend rijdt hij op de fiets naar het werk om met fiets en bus weer naar huis te komen. Ze eten alleen gezond voedsel. Rijst en kip staan nogal eens op het programma. Ze drinken smooties en magere melk. Rommel komt niet in huis. “We hebben geeneens boter”, lacht hij. Dit jaar zijn ze 1 keer naar de Mac geweest maar daar kan hij niet van genieten. Bij de miste of geringste afwijking van het leefpatroon voelen ze zich schuldig. Ik “bestel” een cassis, bij wijze van hoge uitzondering doet hij mee. Ben stikt bijna in zijn zesde chocolaatje.  “Buitensporig gedrag wordt bestraft” lach ik. “Dit doe ik echt zelden, alleen als er eens  iemand komt. “We hebben ieder een kast. Deze doos chocola komt uit die van haar hoor. Er staat een half krat bier over de datum te gaan in de keuken”. Vorig jaar wilde Ben ineens naar de carnaval. Hij had er zin in en ze zouden daar ergens blijven slapen. Het feest duurde een uur. “Ik stond me echt af te vragen wat me bezielde. We zijn maar snel weer naar huis gereden.” Britt wist al vroeg hoe het er aan toe ging in dat wereldje omdat ze regelmatig met haar oom mee ging naar de wedstrijden. “Ze komt op een hele nette tweede plaats” zegt Ben en ze lachen samen. Britt heeft er vrede mee. Ze is druk met de voorbereidingen van haar nieuwe winkel in Arendonk, dus verveelt zich geen minuut.

Het leven na de cross

Al Bens snipperdagen gaan op aan het crossleven. Elke vrijdag eentje. Het komt allemaal precies uit. Alhoewel er 1 GP is waarvoor ze een dikke 1000 km moeten rijden. Afgelopen keer heb ik onderweg mijn brood gesmeerd en hebben ze me tien minuten voor tijd op mijn werk afgezet.  Ben en Britt genieten dubbel van de momenten die ze samen hebben. “Ik ben al blij als hij ’s avonds een uurtje bij me in de bank komt liggen”. Drie weken per jaar ligt het “circus” stil. Da’s meteen na de Nations. Dan hebben de dames even het alleenrecht. Nee, rijk gaan ze er niet van worden, al worden ze nog 10 keer wereldkampioen. “Daarom denken we nu al vaak na over het leven na de cross”. Ooit zal er ook aan een gezinnetje gewerkt worden. “Dan wil ik er zijn voor die kleine, dan cross ik niet meer”. Ze zijn nog jong en hebben de tijd als het hun gegeven is. Toch vind ik het wrang allemaal. Als je het dan over miskenning hebt is dit wel de grote vorm ervan. Werken, trainen, aangepast eten. Jezelf alles ontzeggen voor het kleine beetje eer dat je toebedeeld krijgt.

Karakter heet dat geloof ik.

Ben 9

Als we langs de kassa lopen hoor ik het gebulder al uit de hal klinken. Kippevel toch wel, vooral als  zo’n “dikke” in de begrenzer gaat. Het is inmiddels de gewoonste zaak van Zeeland. “Supercross in de Zeelandhallen”. Al 22 keer eerder werd het spektakel gehouden en maakte een spectaculaire groei door. Niet alleen qua entourage maar zeker ook als je je programmaboekje openslaat.

Rijders met naam komen er aan de start. Namen noem ik liever niet omdat ik altijd iemand vergeten zal, maar het belooft een schitterende dag te worden. Mijn kinderen zijn nerveus. Hun eerste keer en voor mij de tweede. Ergens in het prille begin was ik er een keer bij en vandaag. Het komt eigenlijk omdat ik er een mening over had. Ik zeg “had” omdat ik daar helemaal van terug gekomen ben. Ik vond het altijd erg gevaarlijk. De val van Joerie van Liere, vorig jaar, staat me dan ook nog goed in het geheugen. Van daaruit meende ik te weten dat wij dat hier eigenlijk niet kunnen. Te weinig trainingsfaciliteiten waardoor de kans op blessures volgens mij vrij groot zijn. Ik besluit het te ondergaan en we nemen plaats op een van de tribunes. Er hangt een enorm fijne sfeer in de hal. Een DJ is ingehuurd om het volle programma onder begeleiding van snoeiharde muziek vakkundig aan elkaar te praten. De man verstaat zijn vak want hij heeft de aandacht van het publiek en daarmee ook de smaak goed te pakken. Door afwisseling van de muziek en het commentaar van de twee fanastische omroepers lijkt zelfs de herkansing een finale. Er is in elke heat wel een adembenemende strijd gaande wat het publiek op de stoelen krijgt. “Onze” jongens, tezamen met rijders uit België, Engeland, Denemarken, Spanje en zelfs eentje uit “The States” zorgen voor hele spannende heatraces en herkansingen. Hoge sprongen van grote en hele kleine mannen met een “oversized” hart. Er is mede door de trainingsstages in de afgelopen twee weken veel controle onder de rijders. Geen gekke risicio’s en eerlijke gevechten. Het draait uiteraard allemaal om timing en inzicht. Ik begrijp nu dat als je dat niet bezit, je er niet eens over nadenkt mee te doen. Het zou hetzelfde zijn als een trapezesprong te maken zonder eerst te oefenen met een vangnet. Eenmaal los kun je niet meer terug. Op een paar momenten lopen de gemoederen een beetje op in de “heksenketel” maar dat hoort bij deze “mega attractie”.  Naarmate de finales naderen begint het meer te bruisen in de uitverkochte hal. Er is hier en daar al een biertje genuttigd en de DJ weet iedereen op de stoelen te krijgen. Ze doen een wave en zingen mee op hun allerhardst. Het doet me stiekem een beetje denken aan de sfeer in het stadion van een voetbalwedstrijd waar ik laatst ben geweest. Eén grote massa met dezelfde passie. Eén grote menigte met vrienden die je niet eens kent. Als de finales beginnen is er geen houden meer aan. Zitten heeft geen zin meer en kinderen gaan op de schouders. Prachtige acties. Blockpasses en triple jumps. Stuur aan stuur wordt er gevochten. Opgezweept door het publiek gaan de mannen tot het uiterste. Omroepers gaan uit hun dak en schreeuwen de mannen naar hogere sferen. Gillende Spanjaarden naast me stampen hard op de planken vloer. M’n dochtertje staat op haar stoeltje te springen en is voor “de Amerikaan”. M’n jongens geven de voorkeur aan de plaatselijke helden. Ik ben voor iedereen. Ik ben voor de Gemeente Goes, de organisatie, de omroepers, de KissMissen, het sublieme optreden van Alex van den Broek, de show van Jimmy Verburgh en Marco Stallman, de DJ en voor twee mannen speciaal. Mike Kras voor zijn moedige beslissing zijn helm aan de wilgen te hangen en Joerie van Liere, gewoon omdat hij er was!

Het was prachtig, ik heb genoten en ik ben om. Helemaal…

Het doek dan toch gevallen
heel echt jouw laatste keer
De liefde zal wel blijven
de gedachte doet wat zeer
Jarenlang een voorbeeld
in en rond de baan
Door weinigen te volgen
maar besloten toch te gaan
De geest is onvermoeibaar
het lijf dat niet meer mocht
Nooit meer na het vallend hek
als eerste in de bocht
Er is een ander leven
dat heb je nu wel door
Nog zoveel leuke dingen
geluk wisselt van spoor
Bedankt voor de momenten
en wat je hebt gebracht
De tijd is nu gekomen
doen wat je zelf verwacht
De kogel in het magazijn
wordt niet meer afgeschoten
Bedankt voor deze laatste keer
We hebben zwaar genoten.

Het ga je goed!

Een gevoel van medelijden bekruipt me als ik door het raam van kamer 1 naar binnen kijk of ik goed zit. Het is schemerig en hij ligt alleen voor zich uit te staren. Lieve tekeningen met rode hartjes, kaarten, foto’s, ballonnen en zijn eigen crossnummerplaat sieren de, normaal gesproken saaie, ziekenhuiskamer. Van dat gevoel ben ik al snel af. Dave maakt een frisse en scherpe indruk. Hij geeft me een vriendelijke blik en een stevige crosshand. Vader en moeder Versluis hebben hun werk goed gedaan want Dave is netjes en beleefd, dat valt op. Geen crosser met stoere praatjes maar “gewoon” Dave. Ik vind het altijd een apart gevoel te vragen hoe het gaat aan iemand die in de kreukels ligt. Toch doe ik het. Dave straalt bijna. “Het gaat goed” zegt hij en ik zie dat hij eerlijk is. Hij is natuurlijk al een paar fases verder dan een maand geleden.

“Die eerste klap was al funest”

“Toen had ik het niet best”, zegt hij en daar kan ik me wel iets bij voorstellen. “Binnen een seconde lag ik op mijn rug naast mijn motor en besefte meteen dat het foute boel was..” Hij had het bochtje voor de bewuste “triple” toch al een paar keer genomen. Tot hij ‘m de derde ronde buitenom nam. De kom was lekker hard dus het leek geen probleem. Maar zich klaarmakend voor de “driedubbele” voelde hij wat wielspin. Dat wil natuurlijk zeggen dat je broodnodige grip verliest om de juiste snelheid te kunnen maken. Daar ging het mis. Met een klap kwam hij op de oploop van de laatste schans en sloeg hard met zijn borst op zijn stuur. Na een draai voorover viel hij met zijn rug op het harde zand. “Die eerste klap was al funest”, zegt Dave, en ik zie in zijn ogen dat hij zijn fatale val opnieuw beleeft. Mijn vader was er meteen bij. “Ik kan mijn benen niet meer bewegen pap”, zei hij meteen en zijn vader brak. Hij voelde meteen dat het foute boel was, maar eenmaal in de ambulance kon hij toch zijn tenen nog bewegen. “Maak je geen zorgen pap, alles komt weer goed”, sprak hij tegen zijn vader terwijl hij crepeerde van de pijn.

“De tijd zal het leren”

“Het gekke is dat mijn familie het veel erger vond dan ikzelf.” Natuurlijk zit je er niet op te wachten en schiet de wereld even finaal onder je vandaan, maar toen ik een paar uur alleen had liggen denken wist ik al wat ik ging doen. Ook al crosst Dave al 17 jaar, hij is pas 20 en heeft daarmee nog een heel leven te gaan. Dat besef heeft hij ook wel en dat sterkt hem. “Heel even heb ik gedacht aan het feit dat ik misschien nooit meer zou crossen, maar daar was ik vlug overheen”. Al vrij snel kreeg hij wat prikkels in zijn onderlichaam wat resulteerde in gevoel in buikspieren, heupen en het linkerbeen. Het rechter blijft nog wat achter maar dat zou met een zwelling te maken kunnen hebben die de zenuwen nog wat afklemt. “De tijd zal het leren”, zegt Dave opgewekt. Maandag mag hij naar de revalidatie afdeling waar ze aan het herstel gaan werken. “Daar kijk ik echt naar uit”. Daar kan hij weer bouwen aan zijn lichaam en zijn geestelijke gesteldheid. Hij relativeert het hele geval onwaarschijnlijk goed en makkelijk. Het is een nuchtere jongen met nog steeds een positieve kijk op het leven. “Er zijn altijd weer ergere gevallen” zegt hij wijs en zo is het ook.

“Positief denken en keihard werken”

Zoals de prognose nu is heeft Dave kans op een herstel van 30%. De mogelijkheid is dus redelijk aanwezig dat  hij weer zal kunnen lopen. Op welke manier en hoe hard is nog onduidelijk. Een groot voordeel is wel dat hij een opleiding sportleeraar volgde, waardoor hij, tezamen met zijn jarenlange crosscarriere een atletisch lichaam opbouwde. Dan heb je al heel wat stappen voor op een niet sporter. Door zijn snelle herstel nu al heeft zijn lichaam gelukkig nog niet veel spierkracht verloren. Zijn instelling komt op veel punten overeen met die van Joël Roelants. “Positief denken en keihard werken”. Ik was van plan zijn situatie niet te vergelijken met die van Joël maar dat lukt bijna niet. Dat komt waarschijnlijk omdat crossers, en zeker diegene die op een wat hoger niveau rondhangen, toch een bepaalde overeenkomende mentaliteit hebben. Het zijn solisten die gewend zijn alles zelf te moeten doen onder de meest onmogelijke omstandigheden. Opgeven past daar dus niet bij. Crossen doet wel degelijk iets met je. “Ik was al een tijd gewend aan een gediciplineerd leven. Veel trainen, op mijn eten letten en voldoende rust nemen. Mijn droom was tenslotte om ooit “broodcrosser” te worden. Ja, zijn droom heeft nu ongewild een andere wending genomen. Dave heeft niet het gevoel dat zijn weg ophoudt of dat hij terug moet. “Ik sla gewoon een andere weg in dan dat ik van plan was. Als het mag van “hierboven” ga ik weer terug op de motor, want dat is uiteindelijk het enige wat ik wil. Het is mijn leven altijd geweest en zal het ook altijd blijven, op welke manier dan ook”, zegt hij vastbesloten. Dave is niet gelovig maar heeft na zijn val toch wel stiekem en stilletjes een paar keer gebeden. Daar hoef je ook niet iedere zondag voor in de kerk te zitten. Iedereen is altijd welkom. Op een moment als dit besef je wel dat niets vanzelfsprekend is.

“Dat deed me echt wel iets”

Er is al erg veel bezoek aan zijn bed geweest de afgelopen maand. Veel familie en vrienden kwamen hun steun betuigen. Zijn vriendengroep is groot en hecht. Dat werd met oud en nieuw maar weer eens duidelijk. Met z’n allen kwamen ze naar Nijmegen om, zoals eerder gepland, samen de jaarwisseling te vieren. “Dat deed me echt wel iets”. Heel veel steun heeft Dave nu van zijn ouders en zusje. “Die hadden er nog meer pijn van als ik, maar daar heb ik ze snel vanaf geholpen”. Door je positief op te stellen en hen te laten merken dat je nog voldoende levensvreugde ziet voor de toekomst wordt het voor hun ook een stuk makkelijker en relaxter. Niemand is er blij mee maar je moet toch door. Het is een veelgehoord cliché maar wel de keiharde waarheid.

Hij gaat lopen en motorrijden

Als er een korte stilte valt vraagt Dave me of ik nog iets wil weten. Het was ook geen interview. Ik was gewoon op bezoek en we hebben gezellig gepraat. “Ik probeer na half negen mijn rust te nemen” zegt hij beleefd. “Ik heb nog geen dag zonder bezoek gezeten en da’s toch best vermoeiend.” Het is nu een omgekeerde wereld voor hem. Voorheen liep hij makkelijk een uur aan een stuk in een vlot tempo. Nu is een dag wakker zijn al vermoeiend. “Da’s wel even wennen”, lacht hij. Maandag wil hij uitgeslapen en fit zijn. Dan gaat het gebeuren en daar heeft hij erg veel zin in.

Als ik na mijn afscheid door het “Radbouddorp” slenter moet ik het even verwerken. Dat zo’n jongen op die leeftijd zo positief kan zijn vind ik bizar. Of hij ooit weer zijn oude niveau gaat halen weet ik niet maar ik weet zeker dat hij terugkomt. Hij gaat lopen en motorrijden.

Ik zag het in zijn ogen…

Ooit had ik zelf even een trike. Een Kawasaki 250 waar ik eerst mee over mijn eigen voet reed, om vervolgens de achteras flink uit het lood te rijden tegen een afzettingspaaltje. Het zag er allemaal leuk en stoer uit maar daar was dan voor mij, als crosser zijnde, ook wel alles mee gezegd. Niet zo heel lang daarna maakten de Quads hun opmars. Volgens Werner Verhagen zijn ze indertijd geintroduceerd door een paar Amerikanen tijdens een van de eerste strandcrossen in Nederland. Hij had al wel eens een paar keer op een crossmotor gereden van een vriend maar vond het helemaal niks. Het moet je ook liggen natuurlijk, een crosser. Een quad, dat zag hij wel zitten. Als een soort van pionier schaftte hij als een van de eersten zo’n ruige vierwieler aan. In die beginjaren was hij altijd wel te vinden op één van de circuits in zijn buurt. Geen kenteken erop maar gewoon lekker raggen in het mulle zand. Toen hij de smaak goed te pakken had reed hij verschillende clubwedstrijden mee en werd zelfs een keer clubkampioen. Al 15 jaar is hij aan het ‘Quatten’ en kan niet meer zonder. ‘M’n vriendin is er niet zo van, die is meer van de tennis’, zegt hij lachend. ‘Ze is wel een eens een paar keer komen kijken hoor, maar dat doet ze dan meer voor mij. Ik voel me net zo goed ook niet zo thuis op de tennis’, lacht hij weer. Zo hebben ze ieder hun ding.

‘Trouwe quad’- Verschillende bonden namen de Quad’s dermate serieus dat er een aparte klasse voor werd aangemaakt. Dit met gevolg dat er nu zelfs een EK gereden wordt. De MON competitie heeft de inmiddels 39 jarige Werner net gemist. ‘Toen dat startte was ik al een beetje over mijn top heen eigenlijk’. ‘We gingen in ‘onze tijd’ toch al behoorlijk rond, maar nu zijn er jonge gasten die welhaast dezelfde rondetijden rijden als de solo’s. Dan moet je toch behoorlijk gasgeven’ Werner geeft ook stevig gas. Springen doet hij het liefste. Hard en hoog.  Ze gaan toch behoorlijk los met die zware dingen en dat vind ik toch wel getuigen van een groot hart. Trek dat maar weer eens recht in de lucht, ik geef het je te doen. Werner valt niet vaak maar als hij gaat, gaat hij ook goed. ‘Ik heb wel een trouwe quad want altijd als ik val komt hij op de een of andere manier achter me aan’

Truckbumpers – Waar ze wel samen wat mee hebben is hun metaalbedrijf in Hooge Mierde. ‘Wat mijn baas kan, kan ik ook’, dacht Werner en begon op zichzelf. Onder de naam ‘VMS’ lassen ze in twee ploegen handmatig en met twee volautomatische computergestuurde lasrobots. Het gaat voornamelijk om onderdelen voor grote busbedrijven en bijvoorbeeld vrachtwagenfabrikant DAF. Door de automatisering met robots is Werner in staat de prijzen van de gelaste produkten laag te houden. Massa door snelheid onder een hoge kwaliteitsnorm. ‘VTS’ is een tak van het bedrijf waar ‘truckbumpers’ geproduceerd worden. Een mooie gelaserde balk uit 1 stuk met een groter aantal ronde of vierkante lichten er in. In kleur gespoten ofwel uitgevoerd in geborsteld RVS worden de bumpers als hete broodjes verkocht. De markt is misschien niet mega groot maar de afzet is wereldwijd waardoor er toch behoorlijke aantallen gemaakt dienen te worden.

‘We hebben pas een nieuwe kantine’ – Werner vindt het als liefhebber heel jammer dat er de laatste tijd zoveel circuits verdwijnen. ‘We hebben er hier nog wel wat, maar het wordt ook steeds minder en zeker moeilijker een baan open te houden’. We hebben hier verderop in Reusel een mooie baan liggen. Al 52 jaar en daarmee een van de oudste van ons land. We zijn daar allemaal heel erg zuinig en trots op. We hebben onze vaste openingsuren die we verdelen over het jaar, maar overnachten mag er niet meer.’ Een 100 meter verder zit een camping en die willen ze natuurlijk ook niet in de vingers snijden. Ook zijn de regels wat dat kamperen betreft ook elke keer weer aangescherpt naar de strenge ‘campingnorm’. ‘We hebben wel pas een nieuwe kantine’, zegt hij trots. Vrijwilligers zijn overal steeds moeilijker te vinden en daar baalt hij wel van. ‘Daardoor hebben we een aantal evenementen moeten schrappen voor 2015 en da’s best zuur.’

Nog heel even wachten – Zijn slanke Yamaha 450 staat gedeeltelijk gestript in de loods. Zelf heeft hij wat verstevigende modificaties aangebracht omdat hij niet belemmerd wil worden in zijn wat ruwe rijstijl. ‘Regelmatig verbuigen er dingen waardoor ik zelfs een paar keer mijn zadel verloren ben. Dat moeten we natuurlijk niet hebben’ Bij ‘Intrax’ haalde hij zijn vering. Ze zijn bekend uit de rallye wereld en weten heel goed wat het spul te verduren heeft. Verder nog een beetje aan het blok gemorreld, ‘want we moeten wel vooruit he’. Tevereden staat zijn trouwe quad met een netjes gespoten frame te wachten op wat komen gaat.

Als we weglopen gaat Werners hand over het stuur van zijn ros. Alsof hij zegt; ‘nog heel even wachten, dan gaan we weer’

Het lijkt allemaal zo simpel als je het ziet. Een jongen in een bobcat manouvreert handig over het circuit. Schuiven en aanrijden.
Een beetje hier weg en daar erbij. Telkens heen en weer rijdt hij met zijn rupsen de kombocht weer op sterkte. Ook een machinist van een minigraver is druk doende. Schansen, bochten en wave sectie worden weer bijgewerkt voor de volgende sessie. Dat het niet de eerste keer is dat ze het organiseren is direct duidelijk.
Er hangt een rust, dingen zijn geregeld, dat voel je gewoon. Natuurlijk, de leden van de organisatie zijn inmiddels door de wol geverfd en leerden veel van hun ervaringen in de afgelopen jaren. Als niet kenner zie ik wel dat de zandgrond goed is.
Het plakt lekker dus goed te vormen. Op een bepaalde manier ook weer hard waardoor niet alles zomaar in één manche aan gort is gereden.
Er zijn volop rijders aanwezig die graag willen leren en proberen dan ook. Er zijn jongens met lef en jongens die het zichtbaar behoorlijk onder de knie èn in de vingers hebben. Van alles wat.
Wat me ook opvalt is dat er geen gekke risico’s genomen worden. Ieder rijdt zijn en haar tempo en er is respect van de snelleren.
Het is nog niet echt druk natuurlijk maar wel hangt er gelijk al een gemoedelijke sfeer. Rijders als familie onder elkaar. Ik lever een shirtje af aan een van de kissmissen van volgende week en wandel nog even naar de frietkar.
Gaat weer wat moois worden volgend weekend in de Zeelandhallen, daar ben ik zeker van.

Ben niet zo’n kijker van huis uit maar volgende week ben ik er weer…