Nadat ik me jaren wat minder met de motorcross had bemoeid kwam ik een jaar of twee geleden Nicky van Wordragen tegen. Ik had haar nog nooit zien rijden maar was redelijk onder de indruk van haar prestaties. Zo hard heb ik nooit gereden.

Steeds vaker zag en zie ik crossende dames passeren. Natuurlijk is er, zoals bij de mannen, ook veel niveauverschil in de prestaties. Als ik dan zo rondkijk vind ik het toch wel een welkome aanvulling op de, voor mij, mooiste sport ter wereld. In veel andere sporten zie je het ook steeds vaker. Op de baan moet je de verschillen halen uit de wapperende haren vanonder de helm of de iets sierlijkere stijl van rijden. Bij twijfel herken je ze vaak nog aan de roze accenten op de motor en kleding. Crossmannen zijn en blijven kerels. Boeren soms. Buiten de baan met bemodderd gezicht, shirtje, joggingbroek en petje. Een enkeling maakt er werk van. Aan de crossende dames kun je vaak niet zien dat ze net twintig minuten door de bagger hebben getijgerd. Mooi vind ik dat. Dat zijn de mooie accenten dan weer in het met mannen bezaaide rennerskwartier. Een paar maanden geleden had ik een gesprek met Genette Vage. Als je haar dan ziet zitten. Tenger ding met zorgvuldig gelakte nageltjes en ‘gemake-upt’ gezichtje zou je niet geloven waartoe ze in staat is. Bizar eigenlijk. Nadat ik afgelopen weekend bijna de hele tweede manche achter Annegreet van der Weele heb gereden zonder er voorbij te kunnen kom ik Nancy van de Ven ineens tegen bij de frietwagen. Als ik haar feliciteer met haar eerste podiumplaats lacht ze verlegen. Ze bedankt me netjes en gaat vervolgens wat chillen met vriendinnen. Ook dat is Nancy nog steeds. Een meisje. Nancy is voor mij een voorbeeld. Niet alleen voor de meiden, maar zeker ook voor menig getestosteronneerde ‘crosskerel’. Ook met haar heb ik een tijdje geleden een gesprek mogen hebben. Als ik dan hoor wat zij ervoor doet om haar zelfgestelde doel te bereiken neem ik drie petten af. De volledige overgave is er één. Het doorzettingsvermogen twee. Als derde viel me haar karakter op. Doordat ze zich ook durft te mengen in het mannengezelschap komt ze (helaas) veel negativiteit tegen. Vaak afkomstig uit jaloezie proberen veel jongens voor haar te eindigen. Ze durft op een ONK gewoon een gooi te doen naar een kwalificatie. ‘Maakt niet uit hoeveelste je wordt, als het maar voor Nancy is’. Jammer. Het doet haar wel groeien naar een hoger level, dat is zeker en daar doet ze het voor. Alleen daarom. Ze crosst niet om jongens een les te willen lezen. Alleen bezig met haar droom. Focus. Ik heb horen vertellen dat ze jaren geleden heeft gezegd: ‘Ik wil wereldkampioen worden’. Toen misschien een stoer gezegde maar het lijkt zeker niet uit de lucht gegrepen. Nancy onziet en ziet af. Elke dag weer en dat vind ik zo mooi. Om de absolute top te kunnen bereiken heb je een combinatie nodig van talent, karakter en natuurlijk een redelijke dosis geluk. De eerste twee zijn zeker aanwezig. Het geluk wens ik haar. Want als iemand het verdient…

 

Ik had er al veel over gehoord. ‘Je moet er een keer geweest zijn’ en ‘Het is de mooiste baan van Nederland’. Omdat ik toch al het plan opgevat had alle ONK’s te bezoeken stond het al in mijn agenda. Iedere keer weer een beetje nerveus. Altijd als het circuit nader doe ik mijn raampje open. Als ik dan in de verte de motoren hoor gaat mijn hart sneller slaan. Buienradar heeft me wat beloofd en aan de hemel te zien gaat ie dat nakomen. Het valt me op dat de mannen aan de kassa vrolijk zijn. Ga er maar staan als crossliefhebber, terwijl het geluid van de eerste trainingsrondjes door het bos galmt. Je moet er inderdaad een keer geweest zijn. Als je het circuit oploopt is het alsof je op een buitenlandse GP bent aanbeland. In de hoge heuvelruggen ligt een pracht van een baan uitgekapt.  Het lijkt er op dat er indertijd bomen voor gerooid zijn. Het past precies allemaal. Ik ben absoluut een natuurliefhebber, maar zou het in deze door de vingers kunnen zien. In gedachten zie ik tussen de bomen en de baan houten chaletjes staan. ‘Vakantie Mxpark Rhenen’. Komt het zien en schrijf je snel in. Vol is vol.

 

‘Gewoon Davy’

Wegdromend komen we via de verschillende Teamtenten het rennerspark inlopen. HNHF Racing, het nieuwe ‘Jimmy Joe’ van Jef Janssen, HSF Logistics en KTM Red Bull zijn de eersten die we tegenkomen. Uiteraard is alles en iedereen aanwezig. Meteen al lopen we Davy Pootjes tegen het lijf. Davy is altijd vriendelijk. Geen arrogantie, geen ‘dikke nek’, gewoon Davy. Geeft netjes en beleefd antwoord, aan iedereen die hem aanspreekt. Alsof hij z’n eerste wedstrijd gaat rijden vandaag. Mooi. Ook Kevin Strijbos en zijn knappe en goedlachse Yentl zijn druk in de weer. Kevin geniet zichtbaar van zijn ‘comeback’ terwijl Yentl zorgt. Mooi team. Bijna worden we aangereden door de ‘kleine’ Mack Bouwense op zijn mounainbike. Mack is overal. Het wordt door zijn ouders, trouwe fans en sponsors mogelijk gemaakt. Zijn zus Jacky altijd bij hem. Ernaast en erachter. Wacht nog maar heel even; Mack komt er aan. Nu ik er dan toch ben wil ik de baan wel zien ook. Even snel de baan rond is voor een 50’r als ik niet zomaar gedaan. Mijn jongens huppelen naar boven. ‘Kom pap, we gaan boven kijken’. Ik wil graag, maar het duurt even. Het is schitterend. Eenmaal boven kijk je uit over een groot deel van de prachtige baan. De rest ervan verdwijnt in de bossen.

‘De grootste man’

In de trainingen wordt er al hard gereden en vooral erg ver gesprongen. Hier zijn geen jongens vandaag, alleen mannen. De grootste man vandaag is misschien wel een meisje. De kleine Shana van der Vlist doet niet onder voor de met testosteron afgevulde mannen. De combinatie doet me een beetje aan Mack denken. Motor te groot of rijder te klein. Het maakt eigenlijk niet uit. Ze hebben de balans duidelijk gevonden en weren zich kranig. Kippevel. Als de tijden gezet zijn hebben we even pauze. Gelukkig zijn we net de baan rond dus kunnen we nog mooi even wat rijders spotten. Ik veeg het schuim van het gezicht van mijn jongens. Wat genieten ze.

 

MX Fotograaf Leon heeft een mooi plekkie gevonden en schiet er lustig op los. Ik heb de neiging bij hem te blijven staan want op de een of andere manier lijken de bevallige mxdames hem vooral niet te ontlopen. Leon doet uiteraard netjes zijn werk. We zoeken een plaats langs de baan waar we het meeste zicht hebben. Dat blijkt nog moeilijk want niet alleen de baan is GP waardig. Ook het massaal opgekomen publiek voldoet welhaast aan die eisen.

Domper van de dag

We zien mooie gevechten. Een oppermachtige Rick Elsinga laat duidelijk zien wat zijn toekomstplannen zijn. De mannen Prado en Mewse geven samen met Natzke weer een show weg terwijl me opvalt dat Cyril Genot en Noud van Kraaij het hoge tempo behoorlijk aankunnen.

In de MX2 valt uiteraard een ontketende Herlings weer erg op tussen de rest van de bovengetalenteerde rijders. Ik heb geen idee op hoeveel procent hij zit van zijn normale en maximale fitheid maar een procent of 80 lijkt al voldoende. Frustrerend bijna. Heb gerust een mening maar het is en blijft een supertalent. Als rijder op zo’n jonge leeftijd al een onvervalste prof en als mens een duidelijke genieter van deze prachtige sport. Een eenling bijna. Het tweede tempo, wat Tonkov aanhoudt, wordt knap gevolgd door Davy Pootjes. Ontspannen en zonder aanwijsbare fouten volgt hij. Net niet krachtig genoeg misschien om de Rus aan te kunnen vallen maar hij is zeker op zijn weg terug. Terug waar hij was en er zeker voorbij. Komt tijd, komt Davy. Grote domper van de dag is voor mij wel de val van Brian Bogers geweest. Hij had er duidelijk zin in tijdens de training en was er meer dan klaar voor. De schouder uit de kom blijkt gelukkig achteraf geen blijvende schade achter te laten. Brian is sterk. ‘He’ll be back’. Net hersteld van zijn gebroken voet had Michael Hool weer pech in de eerste manche. Precies voor mijn neus liep zijn KTM duidelijk hoorbaar ‘aan’. Zoals het in een goed huwelijk hoort voelt hij zijn ‘partner’ precies aan en gooit zijn ‘oranje vriendin’ piepend aan de kant. Precies op tijd. Schade beperkt. Ondanks het: ‘Ik kwam bijna niet boven’ maakt hij het met zijn minder krachtige trainingsmotor meer dan goed met een mooie 13e plaats in de tweede heat. Lars van Berkel deed zijn ding. Nog herstellend van zijn verse sleutelbeenbreuk werkte hij in respectabel tempo zijn rondjes af. Werkend aan, op weg terug.

Afgerekend

In de koningsklasse laat een altijd rustige Kevin Strijbos zien dat hij weer ‘back on track’ is. Een Strijbos in goede vorm hoort nog steeds op het podium thuis. Afgerekend met iedereen die zijn of haar twijfels had. Nick Triest liet in de trainingen al zien nog steeds op niveau mee te kunnen doen. Respect! Ook respect voor CKK. Vooral toen ik achteraf een foto zag van de duim waarmee hij zijn races afwerkte.

‘Man of the day’

Man van de dag is zonder twijfel Lars Berkelaar. Bouwend aan een gouden toekomst als MX piloot reed Lars omgerekend zo’n 26 km. rond de baan. Geconcentreerd werkte hij zijn rondjes af zonder noemenswaardige fouten of valpartijen. Voor sommigen misschien een nieuwe naam maar één ding is zeker en duidelijk. Hier gaan we nog meer van horen.

Waarom Assen?

Een dag als deze duurt altijd te kort. Voor een toeschouwer als ikzelf was het allemaal weer perfect geregeld. Mijn kinderen komen hier nooit meer vanaf. Iedere keer wordt het gekker. Als we terugrijden zijn ze in ‘no time’ van de kaart. Versleten. Ik ook. Mijn benen doen zeer en mijn knieen zijn blij. Blij dat er maar drie keer per jaar gereden mag worden in Rhenen. Ik begrijp het niet. Waarom Assen?. In hemelsnaam waarom?

Foto’s met dank aan: MX Fotograaf Leon en More Heijt(13)

MC Rilland. Jaren aan een stuk waren we er vaste klant. Begin jaren 80 trainden we er iedere woensdag en meestal de zaterdag voor de MON wedstrijd ook nog even. Ik was jong en kon blijven rijden. Meer kracht dan talent. Ik reed niet hard maar daarom wel heel lang. Mooie baan, toen al. Ook weer jaren aan een stuk kwam ik er niet. Je leven neemt een wending die je soms zelf niet eens echt aan ziet komen. Zoals iedereen die eenmaal besmet is ben ik het ook nooit kwijtgeraakt. Tussendoor drie keer een enduro aangeschaft om zogezegd zo nu en dan eens een zandpaadje af te kunnen raggen. Binnen de kortste keren zit je dan toch weer op een circuit, en je verlichting met kentekenplaat op de werkbank. Een jaar of vier geleden stak het de kop weer op. M’n zwager bood me een ritje aan op zijn 250 viertakt Honda en ik was om. Ondanks ik het hele viertakttijdperk gemist heb vond ik het toch prettig rijden. Wel miste ik het gejank onder me. De viertakten die ik als laatste had gezien waren de logge zijspancombinaties en een enkele CCM. Toch weer voor de tweetakt gekozen en ook al ben ik ooit gestopt op een KTM 495, een 250 van tegenwoordig is echt snel zat.

Nu ben ik weer wekelijks in Rilland, met mijn zoontje. Net als mijn vader toen met mij. Ook mijn vader zei niks tegen me, net als ik tegen m’n zoon. ‘Lekker laten rijden’ moet hij gedacht hebben, en dat deed ik ook. De baan in Rilland is echt een deel van mijn leven geworden. Buiten het feit dat ik dankzij hun moeders 4 prachtige kinderen heb mogen krijgen zijn de jaren op Rilland mijn mooiste geweest. Afgelopen zondag weer een mooie middag in de zon. Jonge honden op jacht naar een titel, jongens en meisjes voor de hobby en steeds meer veteranen maken hun rondjes. Het is zwaar. Voor iedereen op zijn of haar eigen manier en tempo. Na drie ronden al terug met zere armen. In de gezellige groep waar ik deel van uit mag maken wordt gespeculeerd over de clubwedstrijd van komende zaterdag. Nee, er is voor mij niets te halen maar ben nu al nerveus. Zoals iedere keer weer als ik de toegangspoort doorrij. Zoals iedere keer op het paadje van de fuik naar het hek. Zoals iedere keer als het 5 sec bord neergaat.

Zoals iedere keer…

Als hij langskomt hoor ik hem roepen in zijn helm. Ziedend. Ik kan hem niet verstaan maar hij is vooral niet blij. Aan de leiding rijdend wordt hij door moeder Tessa naar de kant gedirigeerd en vermanend toegesproken. Bij een sprong deed hij, niet eens per ongeluk, zijn beide benen even los. Zomaar voor de fun. Omdat hij   het kan. Moeder schrok ervan. Hij komt meteen de baan uit en smijt kwaad zijn handschoenen in de lucht. ‘Ik lag eerste!’, roept hij verontwaardigd, ‘en nu ben ik laatste geworden!’. Hij huilt niet maar het scheelt niet veel. Als zijn moeder naar hem toe wil lopen loopt hij kwaad weg. Achter de camper staat hij in een struik stoom af te blazen. Niet begrijpend dat zijn moeder zoiets kan doen. Ik sta erbij maar loop even weg. Begrijpelijk dat hij even alleen wil zijn.

Als ik wat later terug bij de camper kom is hij alweer wat bedaard. Moeder heeft geprobeerd vrede te sluiten. ‘Ik ben nog kwaad tot morgen’ had hij gezegd. Vader Ronald lacht om het tafereel. ‘Zo was ik vroeger ook, precies hetzelfde’. ‘Ik sloot me dan een uur op in de bus, dan ging het wel weer’. Boaz reed vandaag voor de vijfde keer in zijn loopbaantje. Ok, het was geen wedstrijd en reed zijn rondjes op de minibaan maar toch. De spirit is in elk geval heel duidelijk aanwezig. Ook broertje Levi heeft de crossgenen van zijn vader. Mooie stijl, allebei. Mooie stijl en vooral geen schrik…