Ian de Sweemer is 5 jaar als hij nietsvermoedend de huiskamer binnen komt lopen. Zijn eeuwige gezeur heeft zin gehad, want daar staat zijn felbegeerde eerste crossmotor te glimmen, midden in de huiskamer.

[logo-carousel id=banners-2]

Ians vader legde de basis in het gezin en crosste hobbymatig tot zijn longen het niet meer toelieten. Het was bijna vanzelfsprekend dat de kleine Ian vroeg of laat op een motor zou klimmen. Vader Sweemer was ondanks het feit dat hij zelf niet meer kon rijden vastbesloten in de cross te blijven. Nog geen twee jaar later stond er een heus cross team waarin hij jonge talentjes een kans kon geven. Ian doorloopt de verschillende jeugdklassen welke hij verschillende malen bekroond ziet met een kampioenschap. Een belofte was het zeker, op weg naar nog veel meer mooie dingen.
Roerloos op de harde grond
Nog maar 3 maanden geleden sloeg het noodlot toe. Hij had net de overstap naar de MX2 klasse gemaakt en had zijn zinnen gezet op het nieuwe seizoen. Het zou een avontuur worden omdat hij ook Europees wat wedstrijden mee zou gaan rijden. Ook waren er plannen gemaakt om zich wat meer te gaan specialiseren in het super crossen. Een tak van sport die hem erg goed lag. Ondanks het seizoen ten einde is besluiten ze nog een wedstrijd in Beervelde mee te pakken omdat hij zoveel mogelijk met de nieuwe motor wil kunnen rijden. Het nieuwe seizoen staat tenslotte al snel weer voor de deur. Het rijden gaat lekker totdat hij bij het uitkomen van een bocht de controle over zijn KTM kwijt raakt ongelukkig van zijn motor slaat. Nog geen 50 meter verder staat zijn vriendin te wachten met haar camera. Als het haar te lang duurt vooraleer hij weer doorkomt gaat ze angstig op zoek. Dan vindt ze hem, roerloos op de harde grond. Ian voelde meteen dat het mis was. ‘Ik probeerde me te verplaatsen maar merkte meteen dat mijn benen niet meewerkten’. Er gaat dan van alle door je heen, maar gek genoeg toch niet meteen het ergste.

‘Dat het mijn leven was’
Eenmaal in het ziekenhuis wordt alles langzaam maar zeker duidelijk. ‘Wat buitenstaanders vaak niet kunnen begrijpen is dat je vrij vlug schakelt in je hoofd. Op de een of andere manier denk je al snel aan hoe je verder moet en veel minder aan de dingen die je kwijtraakt. Ik vond het erger voor mijn familie en vriendin, dan voor mezelf. Ik heb tenslotte altijd verkondigd dat ik niets liever wilde dan crossen. Dat het mijn leven was.’ Voor schuldgevoel is er dan ook geen plaats. In de maand die volgde was er veel medelijden vanuit zijn ouders. Zijn moeder had het er echt heel slecht mee en moest nogal eens een traantje wegpinken. Niet meer dan menselijk natuurlijk als je je enigste kind op zo’n jonge leeftijd al in een rolstoel ziet zitten. Door Ians positiviteit ebde dat langzaam maar zeker bij haar weg. Acceptatie volgde.

[logo-carousel id=banners-2]

Grenzen opzoeken
‘Ik heb redelijk lang in het ziekenhuis moeten verblijven.’ Nog niet eens door zijn letsel, maar er was geen plaats in het revalidatiecentrum op dat moment. Dat duurde zeker 5 weken. Ian heeft in die ‘wachttijd’ in het ziekenhuis al veel geoefend. Hij was al snel in staat om eigenhandig in en uit bed te kruipen. Ook kon hij al een auto in en uit komen zonder hulp. Inclusief stoel inklappen en meenemen. Hierdoor kon hij met een voorsprong aan zijn revalidatie beginnen. Hij zou geen echte crosser zijn als hij al niet een aantal keren achterover was geklapt met zijn rolstoel. ‘Grenzen opzoeken zit er nog wel een beetje in hoor’. Met revalideren gaat het uiteraard om het boeken van progressie. Alleen ligt de nadruk van de ergotherapie echt op technieken van rolstoelgebruik en het verplaatsen zonder. ‘Ik probeer zo ver mogelijk op eigen kracht ergens te komen’. Lukt dat niet meer, dan accepteer ik wel hulp, maar anders echt niet. Iedere keer een paar meter meer is ook vooruitgang. Vorige week heb ik een nieuwe rolstoel besteld. Het is er een zonder handvatten, zodat iemand me ook heel moeilijk te hulp kan schieten. In het revalidatie centrum heb ik veel steun aan lotgenoten. Ze hebben allemaal wat anders, maar wel met dezelfde instelling. We praten veel met elkaar wat een hechte band aan het vormen is. Het is mooi dat ik hier ook mijn UZ studie op kan pakken. Ik kan gewoon met mijn eigen boeken de lessen volgen, want dat wil ik graag. Ik was aan het leren voor lasser en dat zou ik graag afmaken. Er wordt wel gekeken naar veiligere lastechnieken in verband met het spatten. ‘Als mijn benen in de brand staan zou ik het weten door de geur, maar zeker niet door de pijn.’

Zelfstandig wonen
Qua revalidatie is Ian al zo ver dat hij binnenkort starten met ambulante therapie. Dat wil zeggen dat hij dan niet meer intern is en thuis zou kunnen wonen. ‘Ik ga dan net als iemand die naar zijn werk gaat ’s morgens, naar de therapie en ’s avonds weer naar huis.’ Dat zou al weer een dikke ‘stap’ vooruit zijn. Zijn ouders hebben de garage al een beetje voor hem aangepast. ‘Ik zou daar naast sporten een begin kunnen maken met zelfstandig wonen. Ik heb daar een eigen slaapkamer en een keukentje waar ik mijn eigen ‘potje’ zou kunnen koken. Dat lijkt me geweldig. Ik heb enorm veel steun aan mijn vriendin. Ze liet er bijna haar school voor schieten om maar bij me te kunnen zijn en me te helpen. De zin voor andere dingen was er even niet meer. We hebben toen veel gepraat en ik heb aangegeven dat ze wat minder met mij bezig moest zijn en zich diende te concentreren op haar studie. Dat heeft ze gelukkig weer goed opgepakt en de goede cijfers zijn weergekeerd. We waren nog maar 3 maanden bij elkaar toen ik mijn ongeluk kreeg, maar de band is mede hierdoor erg sterk geworden. We hebben het heel stiekem wel eens over de toekomst, maar niet al te diep nog. We zijn nog erg jong natuurlijk.’

[logo-carousel id=banners-2]

Het zal wel bij dromen blijven’
Echte plannen voor de toekomst heeft Ian nog niet. Er spelen wel wat dingen door zijn hoofd natuurlijk. Zijn motor bijvoorbeeld. Die staat op een plaats waar hij helemaal nagekeken wordt. ‘Ik kan er nog geen afstand van doen en dat hoeft ook gelukkig niet van mijn ouders. Het is een deel van mijn leven tenslotte.’ Z e hebben het er over gehad om er wellicht later beugels aan te monteren, net als bij lotgenoot Joel Roelants. ‘Ik zou zo graag nog eens rijden.’ Na een periode van 12 jaar intens cross genot is het misschien ook wel een mooie manier van afscheid nemen. Stiekem heeft hij wel eens gedacht aan een kleine competitie van rijders met een dwarslaesie. Er zijn er inmiddels wel een redelijk aantal en Joel heeft laten zien dat het zeker mogelijk is. ‘Het zal wel bij dromen blijven’, lacht hij. Tijdens de revalidatie heeft Ian ook kennis kunnen maken met andere sporten die je vanuit een rolstoel kunt beoefenen, zoals tennis en badminton. ‘Mijn hart ligt daar niet, maar de keuze is in mijn geval wel erg beperkt geworden natuurlijk.’ Ook ziet hij wel mogelijkheden in het trainen en begeleiden van andere rijders, maar dat is echt toekomstmuziek. De cross vaarwel zeggen zit er heel zeker niet in. ‘Ik zal zeker nog vaak te zien zijn op de cross. Bijna al mijn vrienden rijden en ik zou er erg graag bij betrokken blijven. Aan die jongens zal het niet liggen, die staan zo voor de deur…’

(Foto’s met dank aan Peter Borremans en More Heijt – www.mhmxpics.nl)

‘Ik ben er echt wel eens harder afgegaan. Dan stond ik op en had ik in het ergste geval wat spierpijn naderhand’. De Belgische Jolien Vleminckx is dan 23 en rijdt eigenlijk al haar hele leven. ‘Ook ik kreeg het van huis uit mee’. Niet dat mijn vader crosste. Hij heeft enkele jaren fanatiek trial gereden, maar de motoren fascineerden me wel. Via kennissen kwam ik op de cross terecht, waarna ik het bekende virus gewillig oppakte. Jolien bereikte al vele hoogtepunten in haar cross loopbaan. Op twee botbreuken na bleef ze gevrijwaard van ernstige blessures. Dat haar carrière uiteindelijk zo zou eindigen had ze zeker nooit kunnen denken.

Ze slingert over haar motor
In Kleinau was het. Achteraf werd het weekend bestempeld met de terechte term ‘Black Weekend’. Dit omdat de ambulance meer dan 10 keer moest uitrukken en de trauma heli maar liefst 7 keer een landingsplaats moest zoeken. Jolien was fit. Altijd eigenlijk. Daar zorgde ze voor omdat ze weet dat een fit lichaam veel kan hebben. ‘Het stelde werkelijk niks voor.’ Met een iets te hoge snelheid kwam ze aan op de bocht. Omdat ze de eerste wal niet m eer haalde stuurde ze er overheen, naar de tweede wal. In die wal bleef haar motor steken terwijl haar lichaam verder wilde. Tegen zwaartekracht valt niet te vechten. Ze slingert over haar motor en belandt met haar gezicht in de kei harde ondergrond met als gevolg dat haar lichaam er ongecontroleerd overheen slaat. Hevig geschrokken bleef ze roerloos liggen. Niet eens pijnlijk, maar erg onwerkelijk. ‘Het was plots dat ik besefte dat ik niets meer voelde.’ ‘Mijn vader en vrienden waren er direct bij. Mijn moeder was er die dag een keer niet bij, maar werd al spoedig gebeld met het vreselijke nieuws. Ik weet nog dat ik tegen één van mijn vriendinnen zei dat ik misschien de tweede manche niet zou kunnen rijden, niet beseffend dat ik wellicht nooit meer zou rijden.

[logo-carousel id=banners-2]

‘In een roes ontwaakte ik’
Natuurlijk heb je geen besef van wat er werkelijk aan de hand is op zo’n moment. ‘Net zoals bij het breken van een been of arm denk je dan. Komt wel weer goed’. Je hebt ook geen besef van tijd op zo’n moment, maar het leek dat me dat er al meteen een helikopter boven me rondcirkelde. Het was blijkbaar erg lastig een veilige landingsplek te vinden, waardoor het nog bijna een uur duurde voordat ze er in gedragen kon worden. Ik weet eigenlijk alles nog. Het moment dat ze me de heli indroegen en de reis naar het Akense ziekenhuis, waar ik uiteindelijk wel in slaap viel. ‘In een roes ontwaakte ik en was er nog steeds zeker van dat alles goed zou komen. Ook mijn ouders hadden die overtuiging.’ Het was achteraf een beetje tegen beter weten in, want ik had geen enkel gevoel in mijn onderlichaam. Natuurlijk wil je denken dat het wel meevalt. Ook wist ik dat het medisch gezien mogelijk was dat het gevoel terug zou komen. Ik ben acuut geopereerd en ik moet zeggen dat ik blij ben dat ik in Aken terecht gekomen ben. Wat deze letsels betreft ben je hier op de beste plaats. Helaas was het letsel dermate ernstig dat de beste arts haar niet had kunnen genezen. ‘Ik heb nog wel eens heel even nagedacht over het feit dat ik redelijk lang op de heli heb moeten wachten, maar navraag leerde me dat het geen verschil had gemaakt. Het was gewoon kapot. Meteen al.

Godsgeschenk
Veel zenuwen zijn kapot of onherstelbaar beschadigd. ‘Ieder geval van een dwarslaesie is er een apart’, zo weet ze inmiddels. ‘Er zijn zoveel verschillende gradaties’. Jolien had de pech dat ook een zenuw van haar bloedregulatie beschadigd was. Dat zorgde ervoor dat ze zeker 8 maanden ter observatie in het ziekenhuis heeft door moeten brengen. ‘Ook al is het misschien het beste ziekenhuis, op een gegeven moment wil je echt wel naar huis’. De bijkomende letsels zorgden ervoor dat ze door wegvallende bloeddruk erg zwak bleef. ‘Soms, als ik overeind probeerde te komen werd het al zwart voor mijn ogen.’ Na een aantal maanden heb voor een gedeelte gevoel terug gekregen in mijn blaas. Helaas is het alleen een wazig en brandend gevoel wanneer er iets mis is in mijn lichaam. Net zoals het gevoel van aanraking in mijn been en onderrug. Ook dit is een redelijk vaag gevoel en zeker niet zoals het vroeger aanvoelde. Ook heeft ze met grote regelmaat te kampen met een blaasontsteking. ‘Het is zo raar allemaal. Als ik bijvoorbeeld merk dat ik koorts heb, moet er echt gezocht worden naar de oorzaak. Ik voel helemaal niks.’ De hoop dat er vooruitgang plaats blijft vinden is nog steeds sterk aanwezig. ‘Ook al ben ik me bewust dat een totale genezing er niet in zal zitten, toch blijf ik met blij met alle kleine beetjes.’ Natuurlijk heeft Jolien heel lang hoop gehouden op herstel. Zelfs na die 8 maanden kwam er een beetje gevoel in haar linkerbeen en voet. Ze kon dan zelfs een beetje met haar tenen wippen. Simpele dingen die ik vroeger uit verveling deed, zouden nu een Godsgeschenk zijn’. Frustrerend is dan wel dat nu, na zo’n twee jaar de verbeteringen uitblijven. Op een hele goede dag ben ik in staat mijn been lichtjes te bewegen. Ook voel ik het dan als mijn been scheef ligt. Dat is wel alles.

[logo-carousel id=banners-2]

’De hoop zal er altijd blijven’
De drang om fit blijven heb ik nog steeds. Ik moet er niet aan denken dat er straks dingen mogelijk zijn en ik buiten de boot val omdat mijn lichaam te zwak is. Dat gaat echt niet gebeuren. Mijn beurt zal niet aan me voorbij gaan, geloof me maar.’ De hoop zal er altijd blijven. Ook haar vader en moeder willen er nog steeds in geloven. Ik praat er veel over met mijn ouders. Natuurlijk zijn ze nog steeds bezorgd om mijn welzijn, wat ik ook wel begrijpen kan. Je kinderen zijn toch je alles. Ik begrijp dat heel goed, maar ik heb ze wel duidelijk gemaakt dat ik allesbehalve ongelukkig ben. Ze zorgen voor me zoveel ze kunnen. Onlangs heb ik zelfs mijn eigen ‘zorghuisje’ kunnen betrekken, hier in de achtertuin. Heb alles binnen bereik. Ik kan hier voor een groot deel voor mezelf zorgen en dat geeft een fijn gevoel.’ In de eerste maanden kreeg Jolien erg veel bezoek. Dat was nog met fruitmanden, bloemen en snoep. Nu komen ze gewoon lekker op visite. ‘Ze behandelen me niet anders dan voorheen en dat voelt heerlijk. We lachen, drinken en maken het laat. Net als vroeger. Daar wil ik mijn ouders niet mee lastig vallen.’ Het mooie is van alles is dat je er op zo’n moment achter komt hoe groot en hecht je vriendengroep eigenlijk is. Zowel privé als op het werk heeft niemand haar laten vallen. ‘In het ziekenhuis moest ik soms bezoek afzeggen omdat de andere kamerbewoners klaagden. Hoe iets negatiefs op zo’n moment zo waardevol kan zijn. Das massale bezoek is nu wel wat gestabiliseerd. Ondanks dat geeft het haar nog steeds enorm veel kracht. ‘Ik kan me echt voorstellen dat je zonder dat alles makkelijker op andere gedachten zou kunnen komen. Er zijn meiden waarmee in bij de MON reed die twee uur onderweg zijn om me een bezoek te brengen. Bizar gewoon. Ze halen me op en we gaan op pad.’

Dat was mijn enige wens nog
Maatschappelijk gezien wordt alles wel even anders voor Jolien. ‘Ik was altijd werkzaam als werfleidster voor bouwmaatschappij DEMOCO. Zij hebben me al die tijd gesteund en zorgen er nu voor dat ik na een omscholing straks te werk kan gaan op het kantoor. Natuurlijk ben ik hen eeuwig dankbaar.’ Haar mobiliteit is inmiddels ook geregeld. ‘Sinds kort heb ik een eigen, volledig aangepaste, auto. Dat was mijn enige wens nog. Het autorijden is nog wel erg vermoeiend omdat de combinatie van concentratie en lichamelijke inspanning me soms nog iets te veel is. Er is van alles aangepast, met ook een extra gordel.’ Ze begint hard te lachen. ‘Anders hang ik in iedere bocht tegen het raam’.

Ook al heeft de bijzonder opgewekte Jolien nu haar lichamelijke beperkingen, de kracht die uit haar ogen straalt belooft nog veel moois voor het vervolg van haar leven…

Sylvan is 7 als hij kennismaakt met motoren. Vader Canrinus is dan al gestopt, maar reed hobbymatig een behoorlijk niveau. Tijdens De opstapdag van ‘MC Flying Boetoe’ uit Joure krijgt Sylvan zijn eerste injectie toegediend via een Yamaha 50. Hij heeft dan zelf nog geen motor maar weet een ding heel zeker. Hij wil crossen.

Sylvan is een blijvertje
Op zich zijn z’n ouders er niet op tegen. Sterker nog, ze begrijpen het heel goed. Toch moet hij eerst zijn zwemdiploma’s zien te halen. Alles op z’n tijd. In snel tempo peddelt Sylvan zijn papieren bij elkaar, waarna hij direct terug komt op de belofte die zijn ouders hem deden. Al snel staat er een heuse 65 cc in de schuur. De stap naar de DMX wedstrijden is kort en simpel. De banen zijn redelijk in de buurt wat voor de ouders van een beginnend crossertje meer dan ideaal is. De kleine Sylvan valt op. Niet alleen door zijn open en eerlijke karakter. Hij blijkt ook nog eens bovengemiddeld rond te kunnen komen. Dat legt hem geen windeieren en al snel schrijft hij zijn eerste kampioenschap op zijn naam. De groei zet door en hij stapt over naar de 85 kleine wielen. Ook daar blijkt hij de sterkste, wat hij nog eens dunnetjes overdoet bij de grote wielen. De toon is duidelijk gezet. Sylvan is een blijvertje. Aangezien niet alleen Sylvan, maar ook zijn gevolg erg benieuwd is waarheen dit zal leiden wordt de overstap naar de 125 in gang gezet. Meer en meer gedreven door zijn eigen succes gaat de cross langzaam maar zeker voor alles.

Blessures
Zijn leven is cross. Alles wat hij doet heeft er mee te maken. Zijn vader zorgt voor de motor. ‘Daar heb ik echt helemaal 0% verstand van’. Hij zorgt zelf voor het welzijn van zijn lichaam. Hij wil fit zijn en er alles uit halen. Leren, werken, trainen en vooral veel rijden. Daar vult hij zijn dagen mee. Zijn leven. De groei zet door en de uitslagen worden beter. Maar de gedreven Sylvan wil meer. In 2016 zet hij na een goed seizoen weer een prachtig resultaat neer met een 7e plaats als eind uitslag. In 2017 begint hij volgens plan. Hij scoort netjes zijn punten en op het moment dat hij 4e staat in de tussenstand, krijgt hij te kampen met blessures. Een hand en een knie strooien roet in de kampioensmaaltijd. Uiteindelijk wordt hij nog 7e in de eindstand, maar daar kon hij geen genoegen mee nemen. 2018 zou zijn jaar worden. Een kampioenschap zat er gewoon in. De snelheid was er en de groei zette nog steeds door. Het trainingsschema werd aangepast en een mountainbike aangeschaft. Aan de conditie mocht het niet liggen.

Natuurlijk komt het weer goed
In de afsluitende DMX finale van Axel wilde hij graag een goed resultaat neerzetten. In het zware zand zou hij laten zien wat hij waard was. Zo voelde het, zo moest het gaan. Tijdens de tijdtraining ging het mis. In een rustige ronde springt hij een tafel niet volledig en komt in de lucht in aanraking met een ‘doorspringer’. Door een tik tegen zijn voorwiel raakt hij in onbalans en smakt met zijn borst tegen het zware zand. De klap is hard en de val ongelukkig. Zijn benen slaan naar voren waarbij de hakken van zijn laarzen de achterkant van zijn helm raken. Een doffe klap. Sylvan weet niet wat hem overkomt. Met zijn gezicht in het zand probeert hij zich te verzetten tegen de ongemakkelijke houding. Het gebeurde zo snel ook. Zijn onderlichaam wordt erg warm en hij voelt niets meer. Een zwaar en slapend gevoel. Hij ziet alleen maar zand en hoort verontrustende stemmen om zich heen. Zelf zet hij zelf zijn bril en helm nog af. Als hij uiteindelijk naar de ambulance wordt gedragen kijkt hij in de blauwe lucht. Het is erg stil voor een cross circuit. Te stil. Een enkele vogel lijkt door te geven wat er gebeurd is. Eigenlijk wil hij helemaal niet weten wat er aan de hand is. Verschillende stemmen vertellen dat het mis is. Vreselijk mis. Hij wil het niet weten. Niet horen. Als hij merkt dat zijn onderlichaam geen teken van leven meer geeft, weet hij zeker dat het een tijdelijke kwestie is. ‘Daar ga je gewoon van uit op zo’n moment’. Natuurlijk komt het weer goed. Ook zijn lichaam moet van de klap bekomen. Zonder tijdsbesef laat hij zich vervoeren naar het ziekenhuis, waar hij langzaam maar zeker geconfronteerd wordt met de keiharde werkelijkheid. Het komt niet meer goed. Ook niet een beetje. Er spookt veel door zijn hoofd en elke minuut is anders.

 

Complete dwarslaesie
Natuurlijk denk je als eerste aan de dingen die je zo graag deed en nooit meer zal kunnen. Je hebt het gedaan en gehad, maar ineens is alles weg. Het zijn fases waar je doorheen gaat. Je moet. Eenmaal aan het idee gewend dat het niet anders is, ga je plannen maken. ‘Misschien is het wel een voordeel als je gecrosst hebt. In die 12 jaar heb ik leren overleven. Je moet alles zelf doen en oplossen. De uiteindelijke prestatie ligt helemaal bij jezelf. Bizarre gedachte is wel dat je tijdens het uitoefenen van je hobby een complete dwarslaesie oploopt. Niets zal meer hetzelfde zijn. Ook nu is Sylvan op zichzelf aangewezen. Wel put hij heel veel kracht uit zijn familie en zijn hechte vriendengroep. Die slepen we er echt door en dat had ik wel nodig. Het is ook niet niks. Juist op het moment dat heel de wereld voor je open ligt wordt voor je neus, de deur van je toekomst keihard dichtgesmeten. Een hard gelag. Hergroeperen en nieuwe plannen maken. Sylvan is ongelooflijk positief. Bijna eng maar hij maakt het gesprek, waar ik zo tegen op zag een stuk makkelijker voor me. Ook voor zijn ouders, zusje en vrienden heeft hij het door zijn ongekende positiviteit een stuk makkelijker gemaakt. De aandacht is nog steeds fijn, maar de tranen en medelijden is hij wel voorbij.

 

‘Daar ben ik heel erg dankbaar voor’
Zijn focus ligt duidelijk op de toekomst. Hij maakt plannen, misschien wel meer dan veel van zijn leeftijdsgenoten. Erg blij is hij met zijn werk. Zijn stageplaats bij ‘Rondom Motorcross Stickers’ mag hij behouden, dat was al snel duidelijk. ‘Daar ben ik heel erg dankbaar voor. Geweldige mensen’. Grafisch ontwerp blijft zijn ding, maar hij is er nog niet zo zeker van dat hij dat na zijn examen zal blijven doen. In de tijd dat hij crosste werkte hij regelmatig als barman in een stads café. ‘Dat vond ik echt geweldig. Mijn ouders hadden hun bedenkingen omdat ik soms een nacht oversloeg. Zonder problemen overigens. Ik ben nog maar 19 en kan dat makkelijk aan. Op die manier had ik mezelf een druk leven toebedeeld. Misschien is dat ook wel de reden dat ik nog vrijgezel ben. Er is geen tijd meer over, haha.’

Als Sylvan lacht, lacht hij echt. Ook nu…

Foto’s met dank aan: MX Hot Shots en LB Crossfoto’s

 

Plezier staat voorop. Welke sport je ook beoefent, uiteindelijk wil je er een fijn gevoel bij hebben of aan over houden en natuurlijk doet iedereen dat op zijn of haar eigen manier. Op instagram kwam ik een paar weken geleden een overvrolijke groep levensgenieters tegen. Ik ken ze niet, maar hun filmpjes zijn verslavend. Na het per ongeluk openen van een de pro ge-edite creaties, moest ik de rest ook zien. De mannen crossen niet alleen maar houden ook het motto ‘living for the weekend’ huizenhoog. Doordeweeks hard aan de slag om het verdiende geld er op een positieve manier in no time weer doorheen te draaien. Ze drinken, driften, klimmen, hangen, kotsen, lachen, dissen en pranken met een grote dosis zelfspot om er op de zondag met groots gemak een dikke whip uit te gooien. De BOB van het weekend zorgt ervoor dat alles en iedereen weer heelhuids thuis komt. Zoals het hoort. Ze zijn zich erg bewust dat dit de tijd van hun leven is en dat wordt maximaal en goed gevierd. ‘Je bent er maar 1 keer en je weet nooit hoelang’. Ik ben niet verslavend aangelegd en hou dus absoluut niet van series of andere wekelijkse programma’s. De filmpjes van ‘The Weekend Warriors’ moet ik zien. Ik wil weten wat ze het weekend weer uitgevreten hebben. The Warriors. De grootste groep zijn de genieters. Van de sport en het leven.

Live Love and Laugh to the max!

Ik heb een zwak voor Lars. Noem me maar een stille fan. Een jongen met plezier in zijn ogen. Altijd maakt hij even vrij voor een praatje. Eerlijke praat. Een ‘gewone jongen’ met ongewoon veel talent. Over de vraag of ik zin had op zijn sponsor/vriendenfeest te komen hoefde ik dan ook niet lang na te denken.

Door een dansvoorstelling van mijn dochter kom ik pas rond 10 uur sneeuw trotserend Veghel binnenrijden. Het is lekker warm en gezellig druk in huize van Berkel. Ik word oprecht enthousiast verwelkomd door Lars zijn moeder die me meteen voorziet van cake en koffie. ‘Het is wat minder druk dan andere keren, maar dat komt waarschijnlijk door de hevige sneeuwval’. Ze excuseert onnodig. Ik zie veel gezichten, maar weinigen ken ik ook daadwerkelijk. ‘Wie bent u’, krijg ik op zo’n moment niet uit mijn mond, dus laat het gebeuren maar rustig op me af komen. Het blijkt wel een hondstrouwe vriendengroep, want het tafereel heeft veel meer weg van een intiem familiefeest. Ik ken er wel een paar. Mario, Gert-Jan, Joey en natuurlijk zijn maatje Jeffrey. Ook Carlo Hulsen is van de partij. ‘Ik heb alle edities van Lars zijn feestjes meegemaakt’, lacht hij. Over trouw gesproken. In een onbewaakt moment zie ik Lars verliefd kijken naar een bevallige blonde jongedame. Na intern onderzoek bij zijn moeder blijkt het zijn eigen zus te zijn. Dat maakt de verliefde blik nog veel mooier.

Zoals het hoort wordt er alleen maar over cross gesproken. Mooie verhalen te over, die een dik boek zouden kunnen  vullen. Het is prachtig te zien hoe de oude generatie zich gemakkelijk mengt met de jonge mannen. Lars is onopvallend aanwezig en geniet zichtbaar. Geen bravoure. Da’s het mooie aan Lars. Tot mijn verwondering blijk ik naast ‘Oom Bert’ van Berkel te zitten. Ooit was hij mijn voorbeeld. Zeker twee keer per manche zag ik hem met het grootste gemak voorbijkomen. De letters achter op zijn crossbroek vergeet ik nooit meer. Een mooi mens die ook al tien keer stopte. ‘Ik kom er niet vanaf, echt niet’. Als Carlo kan schrijven hoop ik dat hij eens aan een boek zal beginnen. Momenten van 30 jaar geleden weet hij nog tot in finesse uit te leggen. Ik luister aandachtig en ben erbij. De beelden maak ik zelf.

Halverwege de avond vraagt Lars de aandacht. Ieder jaar maakt hij een strakke presentatie waarin hij het verloop van het afgelopen seizoen nog eens met iedereen doorneemt, waarna hij de plannen voor het nieuwe seizoen bekendmaakt. Lars blijkt naast het schrijven, ook verbaal verrassend goed uit zijn woorden te kunnen komen. Hij had er zelf zeker meer van verwacht, maar de verschillende teamwisselingen brachten veel onzekerheid. Een rommelig jaar met wisselende resultaten. Positief is dan weer wel dat Lars het seizoen boven verwachting afsloot. De tijdelijke overstap naar de dikke 450, pakte boven verwachting uit. Pas toen werd hem zelf duidelijk hoe hij verder moest. ‘Mijn vader zei het twee jaar geleden al. Mijn rijstijl en postuur passen veel meer bij een 450, dan bij de 250. Ik voel het zelf ook. Ik doe geen extra moeite en ga gewoon veel harder rond.’ Die woorden zeggen alles. Van daaruit werd de beslissing genomen voor vastigheid en rust te kiezen. Een vertrouwd team waar hij zonder overbodige stress door kan bouwen aan zijn carrière. Zijn ervaringen bij SKS zijn alleen maar positief geweest, wat de beslissing alleen maar makkelijker maakte.

Het is al snel half 2 en aangezien ik nog een dik uur terug moet door de sneeuw besluit ik op te stappen. Lars bedankt me voor mijn komst en geeft me een lekkere gepersonaliseerde  fles wijn mee. Een fijn gezin met waardering en respect voor degenen die het verdienen. Lars op de 450. Ik ben benieuwd, heel erg…

(Foto’s met dank aan MXnieuws.nl – Luc Wright)