Ik zou bijna de discussie aangaan, maar tegelijkertijd besef ik dat het hele grote onzin is. De dwaze vraag aan een MXGP wereldkampioen om te komen Supercrossen. Vraag een top bokser of hij in Amerika wat MMA wedstrijden af wil komen werken, om hem daarna tot de grootste ooit te kronen. Supercross. Het is een kunst apart, dat zeker, maar heeft in de verste verten niets te maken met de prestaties van de ‘Eurohelden’ die de hele wereld afstruinen en hun leven wagen op de moeilijkste en zwaarste banen van het universum. Het is de druipende frustratie van veel Amerikanen. Ze willen zo graag het beste zijn in alles, maar komen op veel vlakken een hoop tekort. Jammer voor hen dat dan zo’n ‘ieniemienie’ landje in het gros van de sporten die er toe doen met iedereen de baan en vloer aanveegt. Vervelend, zeker voor een land dat bulkt van het chauvinisme. Ze vergelijken sporten die eigenlijk maar heel weinig met elkaar van doen hebben. Herlings was stiekem het gezeik beu en pikte een ‘Outdoortje’ mee als training. Hoeveel harder dan de kopman moet je rijden om van totaal laatste de wedstrijd te winnen? Voor mij zijn mooiste overwinning ooit, maar zijn bijna onmenselijke prestatie werd om verschillende redenen weggemoffeld. Niet lang daarna krijgen ze nog een keer les in de Nations, notabene op eigen terrein. Ze weten het maar al te goed. In het ‘normale’ crossgeweld geven ze al lang de toon niet meer aan. Dat moet ergens zeer doen, alhoewel ik moet zeggen dat als ik bepaalde topics volg, er wel steeds meer Amerikanen respect tonen voor onze vaderlandse held en het MXGP geweld. Nee, ik denk niet dat Jeffrey in zijn eerste jaar supercross de titel binnen zou slepen, maar weet wel zeker dat als hij de tijd ervoor neemt, hij het met zijn ultieme motorbeheersing zou kunnen. Niet alleen hij. ‘Niet Amerikanen’ Roczen, Musquin en Ferrandis zijn er mooie voorbeelden van, maar daar hebben ze het liever niet over. Het MXGP circus dwingt voor mij in ieder geval vele malen meer respect af dan de attracties in de States, maar dat is mijn mening…

(Foto’s met dank aan www.fullnoise.com.auwww.motoheadmag.com)

Het is alweer meer dan een jaar geleden dat Stef Goetheer ongelukkig ten val kwam tijdens een training in het Zeeuwse Axel. Wat ik toen niet wist, maar later hoorde was dat hij een incomplete dwarslaesie had opgelopen met uitval van verschillende ledematen als meer dan vervelend gevolg.

Vallen en zelf oprapen

Herstellen in het REV te Beveren (B)

Incompleet, gelukkig. Het woord lijkt een bepaalde lading te dekken, maar toch is geen enkel geval gelijk. De mate van herstel hangt ook af van de leeftijd, conditie en de daar aan gekoppelde inzet en  karakter. Zonder er stoer over te willen doen hebben crossers het geluk een zware individuele sport te hebben gekozen. Een sport waarbij opgeven nooit een optie is geweest en al het behaalde aan de rijder zelf te danken is. Die levensstijl betaalt zich uit op momenten als deze. Zoals een commando altijd een commando zal zijn, is een crosser te allen tijde een crosser. Zelf doen. Vallen en zelf oprapen. Zijn motor en zichzelf.

De passie maakt veel goed

Stef met zijn held Thomas (REV)

Ook bij Stef kwam deze achtergrond goed van pas. ‘Ik ben al blij dat het met crossen is gebeurd, en niet in de badkamer’, grapt hij en dat begrijp ik volkomen. De passie maakt veel goed. Alweer een dik jaar verder maar alles gaat eigenlijk nog steeds vooruit. Stef traint iedere dag en erg intensief. Naast zijn zelf opgelegde schema’s traint hij ook nog eens drie keer per week bij REV in het Belgische Beveren. Het is daar waar veel topsporters zoals bijvoorbeeld Steve Ramon de benodigde kracht hervonden om de gevallen draad weer op te kunnen pakken. Natuurlijk moet je het allemaal zelf doen, maar Stef heeft erg veel steun gehad aan zijn therapeut /begeleider Thomas de Jonghe van het REV. Dankbaar schiet hij bijna vol. ‘Het is echt dankzij hem dat ik op dit moment al zo ver sta in mijn revalidatie!’.

ZHPC

Opgeven zit er niet in

Deze week had hij nog een gesprek bij een Nederlandse revalidatie arts, omdat zijn linkerhand wat achterblijft qua motoriek. ‘We gaan binnenkort nog een revalidatie voor de linkerkant opstarten in Terneuzen bij de Zeeuwse hand en pols centrum (ZHPC), vooral omdat het kouder wordt en daarom de aansturing van m’n hand en vingers veel moeizamer gaat en ik ook veel spasmes krijg. ‘Er is gewoon meer progressie te boeken’, zegt Stef vastberaden. ‘Ik moet het maximale er uit zien te halen en daar doe ik alles aan en voor’.

‘Ik merk vanzelf wel hoe het gaat’

Passie geeft kracht

Volgende week mag hij weer een beetje aan het werk bij zijn ‘oude’ baas. Natuurlijk heel rustig beginnen, maar Stef wil gasgeven. Het duurt hem eigenlijk allemaal veel te lang. Van de twee adviesuurtjes, maakte hij maar meteen een halve dag. ‘Ik merk vanzelf wel hoe het gaat’. Als vrachtwagen monteur had hij een lichamelijk redelijk zware job. Vandaar dat hij voorlopig een lichte switch zal gaan maken, maar zoals Stef zelf zegt: ‘Over een jaar ben ik gewoon weer de oude’. Natuurlijk is het meer hoop dan kennis, want je weet gewoon nooit tot hoever je zal komen, maar de instelling is hard nodig om het maximale te behalen.

‘Die zal ik nooit weg kunnen doen’

Infectie voor het leven

Als alleenstaande vader geniet Stef met hart en ziel van zijn kleine meid. De omgangsregeling is naar wens voor beide partijen en dat geeft toch een bepaalde rust in zijn nu toch wel drukke hoofd. Alle pijlen zijn gericht op herstel. Kleine stapjes maken tot hij weer kan rennen met zijn dochter. Zijn gifgroene vriendin staat nog steeds te blinken in de garage. ‘Die zal ik nooit weg kunnen doen’. Over de voorzichtige vraag of hij ooit weer op de motor zal stappen hoeft de crossverslaafde niet eens na te denken. ‘Dat is wel zeker, mits mijn lichaam het toe laat natuurlijk’. Dat het een virus is, weten we allemaal. Het gaat nooit weg, hoe dan ook. Stefs vader crosste al. Zijn zus, zwager en hun kinderen zijn ook wekelijks op het circuit te vinden. Hij weet eigenlijk niet beter. Het neemt een groot deel van je leven in beslag, waarvan niemand ooit spijt heeft gehad. Stef kijkt verliefd naar zijn dochter en kijkt me aan. ‘Toch is er nog iets mooiers….’

(Foto met dank aan Folko Fotografie)

Wanneer ben je de beste? Een moeilijk verhaal want een einduitslag in het WK is altijd een cumulatief van een jaar lang avontuur. Een avontuur met banen die je liggen, maar zeker ook banen die je in eigen beheer lekker links zou laten liggen. Natuurlijk, iedereen moet er over, maar ook iedereen heeft weer een andere ondergrondvoorliefde . Dan heb je te maken met geluk, het nemen van risico’s of niet en de betrouwbaarheid van je motor. Alles op een rijtje is Glenn een man die een ideale mix lijkt te kunnen creëren voor zichzelf. Afgezien van zijn Lommelse missstap, wat overigens in mijn ogen niet eens echt een fout was, weet hij aardig heel te blijven. Brute killers zijn toch vaak de helden van het moment. Een moment. Voorbeelden te over van jongens die net iets te vaak het randje opzoeken, wat uiteindelijk ten koste gaat van het grote totaal aan het einde van het seizoen. Glenn is slim en heeft vooral lak aan de criticasters. Tim Mathys bleek vorig jaar een van de weinigen die dit herkende en besefte dat de soms overmatige druk en het schaduw rijden niet perfect paste bij dit Hollandse supertalent. Een goede keus voor een team dat ondanks de onterechte ‘B status’ gewoon even een wereldprestatie wegzet. Als je beseft hoe groot de wereld eigenlijk wel is en hoeveel mensen er wekelijks op een crossmotor zitten, is dit niet zomaar wat. Het lijkt er op dat het kleine stukje zelfvertrouwen dat Glenn miste, volledig is aangevuld en dat betaalt uit. Dik zelfs. Glenn is een voorbeeld in alles en dat komt terug. Zijn weergaloze stijl en doorzettingsvermogen maken hem in combinatie met de enorme gunfactor tot de ongekroonde ambassadeur van de Nederlandse motorcross. Waar twee honden vechten…

Standing Construct, bedankt voor alles!

Nederlands trots

(Foto’s met dank aan Gino Maes – MXMag.be en shotbyBavoMXMag.be)

Mijn hart slaat hard en snel. Ik kruip achterin de bus en trek, zittend in mijn dikleren crossbroek op een oranje limonadekrat, mijn veel te zware leren laarzen aan. Gele voetbalkousen er overheen geslagen. Door de zenuwen heb ik geen kracht en probeer met een waterpomptang de sluitingen dicht te krijgen. Eenmaal aangekomen doet mijn vader de achterdeur open en bezweet stap ik uit. Ik heb zelf nog geen idee maar als ik een 250 aan kon trappen, kon ik er ook mee rijden. ‘Het is een flinke kerel’, had ik de dealer nog horen zeggen. Mijn eerste rit was een drama, maar dat is vaak bij eerste keren van verschillende dingen. Mijn eerste actie eindigt al snel op een naastgelegen weiland. De bocht miste ik volledig, maar het walletje er in zorgde ervoor dat ik zonder problemen de sloot overtrof. Verdwaasd zoek ik naar een manier weer terug op de baan te komen. Niet veel later maak ik mijn eerste sprong. Benen volledig los en mijn hart in mijn keel. Ik weet nog goed hoe ik me voelde. Ontmaagd. Een man. De avond voor mijn eerste wedstrijd lag ik in de huiskamer op de grond tv te kijken, denkend aan de beker die ik er wellicht de volgende dag op kon zetten. De tv bleef nog lang leeg, maar prachtige jaren volgden. Een tijd van vallen en opstaan en nog meer vallen en opstaan. Het vormde me tot de man van nu. Een man die tot zijn dood zal beweren dat hij alles kan of in ieder geval zal proberen. Nooit op zal geven. Mijn ouders eeuwig dankbaar voor deze leerschool. Dankbaar. Nog steeds en de rest van mijn leven…

Dubbelzinnig en voor mij heel vaak echt grappig. Woordspelingen, maar vooral een gezonde dosis zelfspot. Lars is gewoon Lars. Niets meer en niets minder. Dat voelt hij en straalt hij uit. Zijn ouders zijn van de bomen waaruit het prachtige gezin gesneden is. Goede harten, vol van passie. Voor de sporten van hun kinderen, maar zeker van het leven. Lars is niet alleen door zijn rode haar een aparte eend in de grote crossvijver. Voor Lars is iedereen is gelijk. Hij praat technisch en diep met Joel Roelants, maar ook wij worden met respect ontvangen. Koffie met moeders cake. Ondanks zijn scherpe focus lijkt hij de clown van het park. Hierdoor is de gunfactor is groot en dat betaalt uit. Lars geeft terug en hoe. Ook in het zware Lommel laat hij zien waartoe hij in staat is en dat is nogal wat. Boven zichzelf uitstijgend en trots kan hij ook eerlijk toegeven dat het op was. Helemaal leeg maar alles gegeven. Altijd. Nooit tevreden maar altijd snel en eerlijk relativerend kijkt hij terug. Niet te ver. Wat geweest is laat hij liggen, want Lars moet door. Wat er in zit moet er uit. Lars is niet doorsnee, maar vooral een verhaal apart…

(Stiekeme foto met dank aan mezelf)

Mijn oude, maar zeker trouwe, caravan volgt ons gehoorzaam. Ook hij was al vaker in Lommel en heeft het er samen met ons altijd buitengewoon naar zijn zin. Het weer zit, als we de voorspellingen moeten geloven, ook dit keer weer lekker mee.

‘Het kan echt niet’

Als ik mijn maatje volgend de camping op wil rijden krijg ik te horen dat ik er niet meer op mag. Hij reed er nog net voor me op en terwijl ik hem zie manouvreren bedenk ik dat het een enorme domper zou zijn als we nu ergens anders zouden moeten bivakkeren. Ik kijk het meisje lachend aan. ‘Ik ga toch doorrijden denk ik. Mijn maat rijdt er net voor me op en we zouden het weekend grotendeels samen gaan spenderen. ‘Het kan echt niet’, zegt ze nog eens met een dringende blik. Ik kijk naar de hoek waar hij geparkeerd staat er zie dat er echt plaats genoeg is. Ik wil respect hebben voor het perfect dienstdoende meisje, maar toch ook heel graag hier de camping op. Ik stel voor er om te vechten, maar daar ziet ze niets in. Een mannelijke collega springt haar bij en ik doe nog eens mijn verhaal. Hij prijst het meisje voor haar vasthoudendheid, maar laat me toch door.

Slecht betaalde job

Eenmaal geinstalleerd doen we eerst even een ‘bakkie’. Nadat de rest van het ‘team’ zich bij ons heeft gevoegd besluiten we de baan maar eens te gaan bekijken. De regenval van een dag eerder blijkt van God gezonden te zijn geweest. De zandmassa verkeert in een verreweg perfecte staat. De ellende die Lommel tot Lommel maakt komt later. Diepe lange gaten die in mijn hobbybrein te kort op elkaar liggende volwaardige schansen zijn. Oplopen met een spoor of 20. Kies er zelf maar een uit. Ik heb altijd wel respect voor rijders in het algemeen, maar op een dag als deze is dat toch altijd net een beetje extra. De combinatie van het zware zand en de bijna altijd redelijk hoge temperatuur, laat de manches nog meer op werken lijken. Voor velen een te slecht betaalde job. Voor anderen vakantie werk en vooral uiterst leerzame vrijetijdsbesteding. Dat laatste kan ik als vader van vier kinderen alleen maar heel hard toejuichen in de ‘non verbale’ wereld van telefoon en I-pad. Spelletjes zijn alleen maar leuk als je het goed kunt. Daarvoor moet je het dus erg veel spelen en daar heeft het gros van de crossers geen tijd voor.

Het zwarte gat

Nog voor we de camping verlaten loopt Nick Kouwenberg ons half voorbij en stopt even. Nick was en is nog steeds een jongen van zijn fans. Het publiek. Nooit zal hij je voorbijlopen zonder een vraag te beantwoorden. Aangezien wij met z’n vieren jeugddromen beleefden van een status als GP rijder, heeft Nick dit leven al achter de rug. Hij leefde onze ultieme jongensdroom en vertelt zijn relaas al even smakelijk. Nick kan dat. Het gaat onder andere over zijn avontuur in de States met de mandiepe wavesecties, maar ook over het blinkende Amerikaanse goud wat vaak in het echt zwaar lood blijkt te zijn. Na een, zoals hij zelf zegt, redelijk vrij leven van een jaar of tien is hij nu bezig de zaak van zijn vader over te nemen. Als je het zo leest is dat natuurlijk prachtig, maar zeker na zijn zware, laatste blessure is dat niet iets wat je zomaar even doet. Het gaat zeker goedkomen, maar het ‘andere’ leven valt hem toch soms zwaar. Het combineren van het acteren als prof met een meer dan volle baan ernaast is zoals veel rijders dagelijks ondervinden welhaast een onmogelijke zaak. ‘Ik moet vrede hebben met de situatie en de kansen die komen met beide handen aanpakken, maar toch is het moeilijk’. Ieder crosser weet dat het zwarte gat onvermijdelijk is en zal altijd zoeken naar iets vergelijkbaars. Helaas is dat bijna niet te vinden.

Tweetakt koning

In de ‘Welcome Office’ sta ik ineens naast een eveneens gestopte ‘grootheid’. Tweetakt koning Kenny van Dueren is een man met een enorme staat van dienst. Ook bij hem doet het zeer, maar hij weet dat er moment is dat je een andere weg in zal moeten slaan. Niet allleen omdat het fysiek wat moeilijker vol te houden is allemaal, maar het is ook zo dat weinigen die stoppen op hun 30e, genoeg hebben verdiend om de rest van hun tijd lekker in de bank te kunnen liggen. De start van het begeleiden van opkomend talent in zowel rij als lichamelijk opzicht is inmiddels gemaakt en hij belooft me op de hoogte te houden van het wanneer, hoe en waar van zijn onderneming.

Sympathieke ‘ijzervreter’

Bij onze verkenningsronde komen we de immer fanatieke ‘ moeder van der Mierden’ tegen. De vooraf ernstig lijkende rugblessure van haar zoon Sven valt achteraf gelukkig mee. In eerste instantie raakte Sven het gevoel in beide benen kwijt, maar gelukkig stabiliseeerde dat snel. Vandaag geniet Sven, samen met zijn vriendin vanaf het lint van zijn gewaardeerde collega’s. Sven is een stille, maar zeker een jongen waar we rijtechnisch nog wel een en ander van zullen gaan horen. Terwijl ik met Natascha van Dizz Factory een afspraak maak de nieuwe collectie eens onder de loep te nemen en te promoten zie ik Michael Hool voorbij lopen. In de loop der tijd een leuk en eerlijk contact opgebouwd met deze sympathieke ‘ijzervreter’ en omdat ik hem al miste op de startlijst ben ik zeker benieuwd wat zijn plannen zijn. Die plannen blijken minder leuk dan ik had gehoopt. Michael leverde een paar weken geleden al zijn spullen in omdat het crossen niet meer te combineren bleek met zijn thuis situatie. Met de zorg voor zijn zoontje, die een vervelende vorm van exceem heeft, blijft er te weinig tijd over om zich maximaal met de cross bezig te houden. Ondanks ik niet ben van het idolen hebben, was ik toch altijd erg gecharmeerd van zijn persoon en zeker zijn ‘killer’stijl van rijden. Echt jammer dat het zo is, maar hopen mag natuurlijk altijd…

‘onvolgroeid’

Voorheen had ik het idee dat de echte jeugd zich beperkte tot de 65 en 85 cc, maar daar ben ik al even van terug. Als ik zie hoe jong en ‘onvolgroeid’ de mannen van de 125 soms zijn, verbaast het me dat ze soms zo vreselijk hard kunnen gaan en eng hoog en ver durven te springen. Balans benadrukt het aangeboren talent en de durf toont aan hoe groot het hart is. Ik denk nog even terug aan mijn eerste 125 en besef dat het nu allemaal dubbel zo hard gaat. Het gaat allemaal veel sneller wat natuurlijk mede mogelijk wordt gemaakt door de grotere veerwegen, maar toch.

‘DMX koning’

Van de rijders die wel aan het Lommelse hek verschenen waren er buiten de gevestigde namen toch voor mij wel wat bijzondere dingen te zien. Vooral dik trots op Glenn, die de Nederlandse eer in de dikste klasse hoog hield. Waar hij voorheen na een bliksemstart nog wel eens terug kon vallen tegen het einde van de wedstrijd, laat hij dit weekend maar weer eens zien dat hij zijn materiaal meer dan waard is. Grote klasse en graag tot Assen!Tot mijn verbazing stond ‘DMX koning’ Joel van Mechelen aan het hek bij de MX2. Ik volg zijn verrichtingen altijd wel op gepaste afstand en weet dan ook van anderen dat hij al een tijd kampt met de, zeker voor een crosser, uiterst vervelende ziekte van Pfeiffer. In de DMX komt hij er nog net mee weg en zet hij in een weergaloze stijl de toon en geeft  meteen het moordende tempo aan, maar hier is het even andere koek. Ook nog eens op een van de zwaarste banen die we kennen, gaat hij toch de strijd aan met het grote geweld. Ik heb er geen verstand van, maar heb hem al vaak zien rijden en ben er zeker van dat het aan talent en inzet niet ligt. Omdat ik hem verder niet ken heb ik dan ook vandaag geen idee of hij inmiddels een beetje hersteld is en of hij in staat is in deze zandbak iets van punten weg zou kunnen slepen. De pech begint al in de kwalificatie waar hij met een kapotte gashendel het strijdtoneel vroegtijdig moet verlaten. Zijn starts zijn bovengemiddeld waardoor hij kan beginnen in de top 20. Helaas, nadat hij de motor een keer af laat slaan, belandt hij ook nog een keer tussen de reclameborden wat hem kostbare tijd en plaatsen kost. Toch sluit hij de eerste manche knap af op een 24 plaats. In de tweede manche danst hij de eerste twintig minuten op een prachtige 15e plaats rond, maar rijdt met nog een dikke 20 minuten te gaan zijn achterband lek. Zijn tomeloze doorzettingsvermogen laat hem de manche uitrijden met een zeer verdienstelijke 27e plaats als beloning. Er zat zeker meer in. Met het shirt uit de broek en zijn tanden in het stuurrubber strijdt hij voor wat hij waard is. Uit diepgeworteld respect hoop ik ooit zijn werkelijke waarde eens te mogen bewonderen.

Villopoto

Naast me op de dijk staat een klein roodharig mannetje te glunderen.  Uit navraag blijkt het een crossertje in de dop. Maurice van Severen is Belg, maar helemaal kwijt van ‘onze’ Jeffrey Herlings. Oog voor talent denk ik dan maar. Vader Ward is nogal eens te vinden op een quad, maar de kleine Maurice wil crossen op een ‘echte’ motor, net als zijn grote Oploose held. ‘Het is wel een karaktertje hoor’, vertelt zijn vader met een trotse blik. Het rode haar deed me als iets vermoeden. Gekscherend maken we de waarschijnlijk al eerder geroepen vergelijking met Villopoto en de kleine lacht. Hij lacht eigenlijk alleen maar. Aankomend weekend gaat hij zijn PW voor de eerste keer de sporen geven in een officiele wedstrijd en daar heeft hij zin in. Niet bang en totaal geen zenuwen. Nog niet. Uit de snel gesloten vriendschap met mijn 14 jarige zoon blijkt dat hij de verbale technieken al behoorlijk beheerst. Mooi voor later.

Lange neus

The Jerre on a mission…

Als ik de strijd in de verschillende manches gadesla lijkt het of iedereen bang is zijn zitje kwijt te raken.  Sommigen weten dat natuurlijk al, maar meer nog wachten in een soort van angst af. Anstie laat nog eens zien dat hij allerminst afgeschreven is, alsook een losgeslagen van Horebeek. De Jerre toont nog maar eens de onrechtvaardigheid van zijn opgezegde contract en maakt een lange neus naar iedereen die er wat over te zeggen heeft. Tegendeel bewezen, zijn team is trots. De boomlange Jasikonis sleept zijn Husky onvermoeibaar door het Belgische zand. In de eerste manche moet hij veel geven, maar geeft niet op. Tegen het einde is zelfs bij hem de pijp meer dan leeg en rijdt hij netjes en gestabiliseerd zijn manche uit. 

‘Geen haast’

Ik passeer een breed lachende Stefan Hage. Zijn pupil Jens Walvoort, die hij onder het team van Motor 2000 begeleidt en traint zit naast hem in de klapstoel. Hij lacht breed. Jens is een mannetje met toekomst, dat geloof ik wel. Waar dit avontuur hen gaat brengen is natuurlijk nog niet te zeggen, maar onder de vleugels van de talentvolle Stefan zal er zeker het maximaal mogelijke uitgehaald worden. Ik loof de kleine om zijn prestaties. Tussen de ‘kleine grote’ jongens liet hij zeker dit weekend zien dat hij in aantocht is. ‘Geen haast’, zegt een trotse Stefan slim. De tijd zal het werk doen.

Ik ben een Lommel fan. De dingen zijn geregeld en dat voel je. Gesneden koek voor de club die inmiddels wel wat gewend is als het gaat om grote rijders en evenementen. De GP van Lommel  wordt na jaren bijna gewoon. We kennen de weg, maar toch maakt mijn oude crosshart dit weekend weer watt overuren. Ook zonder de aanwezigheid van Jeffrey en Tony een niet te missen spektakel. Lommel bedankt maar weer en graag tot de volgende…

Fotocredits: More Heijt www.mhmxpics.nl (‘From behind the fences’)