Be cool, stay cool

‘Ik ben bij Ajax geweest’, zegt het kleine mannetje terwijl hij bijna verdwijnt in de familiezak chips. Kleine Mikey loopt naar de schuur en komt glunderend met zijn fonkelnieuwe bal naar buiten. Later gaat hij bij Ajax voetballen, das al zeker. Hij heeft niks met de motoren van zijn grote broer.

‘Hij zou wat ons betreft helemaal niet gaan crossen’, zegt moeder Gitte bijna aangedaan. Lyon beaamt het. ‘Nee, ik nam hem altijd mee naar de races in Assen’. Gebiologeerd zat hij dan de hele dag netjes op de tribune. En geloof maar niet dat hij er afkwam voordat alle races gereden waren. Nog geen 4 jaar was hij. Motoren zijn passie. Toen al. Hij wilde graag een motor maar fietste nog met zijwielen. Pa en ma dachten het nog een beetje uit te kunnen stellen door hem te beloven dat hij een motor kreeg als hij zonder kon. Dat duurde geen dag.

‘Maar hij is nog maar 4’
Op een gegeven moment zagen ze hem heel hard langs fietsen, heen en weer over de oprit. Aan het einde liet hij zich vallen tot zijn knieën bloedden. ‘Ik moet leren vallen’ zei hij met een ernstig gezicht. Davy heeft een hoge pijngrens, dat was al snel duidelijk. Op uitnodiging vertrokken ze aan het einde van het seizoen met voor Melleny en Laura twee quads en de Pw voor kleine Davy naar België. ‘We hebben een wedstrijdje, kom eens kijken. Kan dat kind een keertje meedoen’, had de man gezegd. ‘Er stonden wel 100 campers op het rennerskwartier’, zegt Lyon lachend. Dat was meer dan zomaar een crossje. ‘Om de paar bochten konden we hem oprapen’. Op een volgende cross moest de jonge Davy de modder in. Hij viel de helft minder dus de vooruitgang was er. Het seizoen liep ten einde en Davy crosste thuis vrolijk verder. Tegen dat het seizoen weer begon kregen ze een inschrijfformulier thuisgestuurd van de Belgische bond. In België was het wat makkelijker hem mee te laten rijden vanwege zijn jonge leeftijd. ‘Maar hij is nog maar 4’, zei Lyon nog. Dan schrijven we 5, had de man gezegd. Vervolgens werd Davy kampioen. De kampioenschappen volgden en het hek was van de dam. We weten allemaal hoe het verder ging. Als zijn vader vertelt moet Davy lachen . In zijn Red Bull outfit zit hij aan de kop van de tafel. Stil en bedeesd. Ik ken hem niet anders.

Davy is thuis geen superster
Ze hebben er veel voor gedaan. Niet alleen Davy. ‘Het is dat we zagen dat er wat in zat , anders hadden we echt niet de halve wereld met hem afgereisd, geloof me.’ Op het moment dat je ziet dat zijn talent bovengemiddeld is, het karakter klopt en hij er alles voor doet zet je het door’. Lyon en Gitte werken er hard voor. Davy is thuis geen superster maar ‘gewoon’ onderdeel van het 6 koppige gezin. Draait mee met de rest, zonder morren. ‘Hij moet weten hoe het leven in elkaar zit’, zegt Lyon bijna streng’. ‘We willen niet dat de meiden straks zeggen, Davy hoefde niks en mocht alles. Zo werkt het niet bij ons’. Het is een jongen van 17 , net als bij een ander gezin. ‘Ondanks het een stille is trekt hij ook wel eens zijn mond open hoor’, lacht Gitte. Davy lacht ook, maar niet echt. Ook Davy is gek op zijn telefoon. ‘Die pak ik wel eens af hoor’, zegt Lyon. Ze kunnen echt niet zonder. ‘Soms zou ik zo’n ding nog platter willen trappen dan dat het is’. Hij begrijpt het wel, maar alles met mate. In balans. Als je jaar op jaar kampioen wordt weet je wel dat er nog wat in zit. Ook de mensen om je heen gaan het zien. Zo zijn we indertijd aan onze, vrij vaste en trouwe groep, sponsoren gekomen. Ze geloofden in hem en nog steeds. We laten zien dat we er zelf alles aan doen en tonen ook onze dankbaarheid naar de sponsoren. Ondanks dat we ons eigen geld er in steken blijft het moeilijk alle rond te breien. Vooral de reizen naar de verre wedstrijden slokken veel geld op. Naarmate het niveau hoger wordt gaat er ook nog eens meer kapot. Alles slijt harder en er moet veel reserve mee als je een eind uit de buurt moet zijn. ‘Je kunt niet even snel terug naar huis om wat te halen’.

‘Ik ken hem zo goed’
Melleny en Laura zijn zoals ze dat noemen ‘mooie verschijningen’. Ze zeuren nooit. Wel gaan ze minder frequent mee dan vroeger. Toen ze nog heel jong waren gingen ze gewoon mee. Ze moesten wel. Met z’n allen op weg. Nu ze wat ouder zijn gaan ze al voor een deel hun eigen weg. Vriendjes en een keer op stap is dan leuker dan naar je crossende broer gaan kijken. Begrijpelijk en heel normaal. Toch zijn ze nog steeds fan. Als wedstrijden een beetje in de buurt zijn komen ze echt nog wel eens kijken. Natuurlijk draait het veel om de cross in huize Pootjes, maar daar is begrip voor. Lyon gaat niet mee naar de overzeese wedstrijden. Het kost ons een berg tijd en geld. En aangezien hij niet zonder Gitte zou willen heeft hij besloten thuis te blijven. ‘Het is wel moeilijk hoor, maar ik wil het niet anders’. Sinds Davy ingelijfd is door Red Bull KTM hebben zijn ouders toch al een stapje terug moeten doen. Zoals bij velen mag je hem brengen tot een bepaald niveau. Dan geef je hem als het ware af. ‘Dat is ook goed hoor, maar in het begin niet makkelijk.’ ‘Ik zie het met mijn ogen dicht als hij niet lekker in zijn vel zit. Ik zie het aan zijn houding en aan de momenten van overschakelen. Ik ken hem zo goed’. ‘Als ik bijvoorbeeld in de training wat zie en tegen hem wil zeggen doe ik dat niet in de teamtent. Ik wacht tot hij bij de baan loopt en dan praten we’. Zo hoort het, zo moet het. Een team is een team tenslotte en daar heeft Lyon respect voor. Davy’s monteur Thom Piels is meeverhuisd naar het team. Al 5 jaar sleutelt hij voor Davy. Natuurlijk heeft hij in het afgelopen seizoen moeten laten zien dat hij teamwaardig is, maar slaagde daar met vlag en wimpel voor. Een fijn gevoel, zo vind Davy. ‘T is mijn maatje’.

‘Dat ‘keurmerk’ hebben we makkelijk gehaald’
Op dit moment staat ‘de hele boel’ nog thuis in de garage maar als het nieuwe pand in Lommel klaar is gaat alles daarheen. Ze zijn hier wel geweest van KTM om te kijken hoe de spullen erbij staan en hoe alles beveiligd is. ‘Dat ‘keurmerk’ hebben we makkelijk gehaald’, zegt Lyon trots. We hebben het hier in de goeie tijd gekocht en plukken daar nu de vruchten van. Ruimte heb je nooit teveel. Lyon en Gitte hebben jaren geleden het schildersbedrijf van zijn vader overgenomen. Tijden zijn veranderd en zo ook zo werkzaamheden. Vroeger werden er veel huizen geschilderd. Nu renoveren ze voornamelijk bedrijfspanden. Alles, van binnen en buiten en door het hele land. Het is nog heel wat om het bedrijf in goede banen te leiden en tegelijk de zorg van crossende Davy op je te nemen. ‘Dan kom je nogal eens tijd tekort hoor’, lacht hij.

Hij heeft zichzelf een doel gesteld
Trots staat Davy naast 1 van zijn KTM’s. Als je als mannetje van 17 drie fabrieks fietsen in de garage hebt staan heb je het toch al redelijk goed gedaan. Op een soort vide staan een deel van de mini bikes waarmee hij zijn eerste bekers verdiende. Trots neemt hij me mee naar boven. Daar staat een magazijnstelling ramvol met bekers en andere trofeeën. ‘Er staan er ook nog wat in huis hoor’. Kleding, laarzen en al zijn ‘oude’ helmen sieren de bovenverdieping. Ondanks zijn lage leeftijd heeft hij er toch al een dikke 12 jaar opzitten. Dan vergaar je wel wat. Hij heeft zichzelf een doel gesteld. Volgend seizoen top 5 in de eindstand en het jaar erop wereldkampioen. Klinkt stoer maar ik ben er van overtuigd dat het niet te hoog gegrepen is. Hij heeft het in zich. Het talent, het karakter en de bereidheid ervoor en naar te leven. Uitgekiende voeding, trainingsschema en dus leefwijze. Het is er allemaal. Ik denk ook wel dat het komt door zijn opvoeding. ‘We hebben hem de kans gegeven en altijd gezegd wat hij er voor over moest hebben als hij er wat in wilde bereiken’. Het mooie aan Davy vind ik dat hij zich niet gek laat maken, door niemand. Hij doet het op zijn tempo. Zonder onnodige risico s te nemen bouwt hij aan zijn carrière. Een carrière die er nu al mag zijn. Normen , waarden en de drang om te overwinnen. Da’s de basis.

Het is gezellig in huize Pootjes maar je moet toch ook weer een keer weg. Ik kijk nog even goed of de honden binnen zijn. Eerder had een kennis bij het afrijden van de oprit een van de hondjes onder de auto gekregen. Angstig omkijkend rij ik de oprit af. Ze zwaaien en bedanken me. ‘Kom nog maar ’s langs’, hoor ik Lyon nog net roepen. ‘Graag’ fluister ik tegen mezelf als ik de weg opdraai…

Foto’s: Fam. Pootjes