Hoe zwaar moet het zijn. Bijzonder talent, haast onnatuurlijk en dan nog veel hoger. Vechtend voor glorie door vreugde en pijn. Hoe moet hij zich voelen. Familie en vrienden. Hyena’s en gieren verdringen elkaar tegen gaas en omheining. Juichen en joelen. Hoe eenzaam is hij. Alleen op een berg. Ver in de diepte, een paar die nog volgen. Wisselen af, maar gepast in de rij. Door passie gedreven. Gehavend door strijd. Zijn lichaam getekend. Karakter van staal en nooit op willen geven. Veel speculeren. Iedereen praat, maar niemand die weet, dus laat hem met rust. Geef hem de tijd om zijn prooi te verteren. Het is nog niet klaar. Respect van de wereld, met tegenzin soms. Ontkennen is liegen. Chauvinisme raakt vaak de gevoelige snaar. Triomfen vervagen. Door opwaaiend stof van zijn krachten en snelheid. Een kruistocht. Hij plundert de glans van roem en historie. Gouden momenten voor zij die het zagen…

Foto’s met dank aan More Heijt – www.mhmxpics.nl


‘Ik wilde eigenlijk komen trainen, maar hoorde dat er een wedstrijd was’. Nick lijkt onverschillig maar is dat zeker niet. Natuurlijk weet hij dat er vandaag geen tegenstand voor hem is wat de spanningsboog al een stuk vlakker maakt. Toch is hij op een bepaalde manier opgewonden. Zijn ogen verraden hem.

4 manches op een dag
Ondanks het bericht dat hij zou gaan stoppen heeft hij er nog steeds heel veel plezier in. ‘Ik wil ook eigenlijk helemaal niet stoppen, maar ik heb eigenlijk geen keuze’. Nick rijdt sinds dit jaar voor een Honda team uit Zwitserland en met veel succes. Winnen is daar al een gewoonte en om de moeilijkheidsgraad wat te verhogen rijdt hij daar ook de MX2 mee. 4 manches op een dag dus. Conditioneel is het geen probleem. Nick rijdt makkelijk. Waar ik zou staan, gaat Nick even zitten. Bijna nergens dus. Hij start als 10e maar zit bij de eerste doorkomst al op kop. Zijn bochtensnelheid is enorm. Nick staat werkelijk overal en laat zijn Honda als een slaaf het werk doen. ‘Als je gaat zitten ben je de controle veel sneller kwijt’. Het is een stukje routine waar hij na zijn 18 jaar crossen nog goed op kan teren.

Slopend
Zowel zijn vriendin Tessa als Nick zelf zijn verknocht aan de sport. ‘Van mij zou hij nooit hoeven stoppen’, zegt ze terwijl ze haar Nick verliefd aankijkt. Het is gewoon moeilijk als je ook nog een eigen zaak drijft en probeert uit te bouwen. Zondags diep in de nacht komen ze thuis. Beiden moe ruimen ze alles op en gaan naar bed om er twee uur later weer uit te komen. De klanten wachten en die moeten bediend worden. ‘Dat is onze basis en daar moet het grootste deel van ons geld vandaan komen’. Tessa werkt zelf voltijds als kleuterjuf en doet een deel van Nicks administratie. ‘Ik help hem zo veel mogelijk zodat hij kan werken en crossen. Het is veel, maar die wereld is zo mooi’. Ze lachen beiden maar toch zie ik er bezorgdheid doorheen. ‘Als ik alleen de maandag nu eens vrij zou kunnen hebben, dat zou alweer een heel stuk schelen. Nu beginnen we al moe aan een nieuwe week en dat is slopend. Er zijn veel jongens die er een hele week bij werken en weten waar ik over praat’. Doordeweeks een keer trainen gaat al nauwelijks. In deze combinatie is er gewoon een grens en kan niet alles meer. Het is zwaar en eigenlijk voor geen mens op te brengen. De passie maakt een hoop goed, maar ergens stopt het een keer.

Fitter dan ooit
Nick kijkt mee op het grote scherm waar de MXGP te volgen is. Daar had ik moeten rijden nu’, lacht hij met een licht verschoten gezicht. Gefrustreerd wel een beetje, maar dan stiekem. Hij heeft er gereden en zeker niet onverdienstelijk. Fabriekscontract op zak, toen hij die zware val maakte in Italië. Eenmaal hersteld van die zware crash bleek zijn plaatsje vergaan. Een pijnlijk moment voor een jongen met zoveel talent. Nick pretendeert niet dat hij wereldkampioen zou zijn geworden, maar heeft meegestreden met de grote mannen van nu, partij gegeven zelfs. Dat mist hij heel erg. Nick heeft gevochten voor weer een plaats aan de top, maar de kansen kwamen niet meer. ‘Misschien had ik het aanbod van GL12 indertijd aan moeten nemen, maar ik staarde me blind op het GP circus. Ik was daar geweest en wilde dat weer. Heel graag. Daarbij rijd ik heel graag op een 450. Die mogelijkheid deed zich niet meer voor en de meesten weten hoe het daarna verder is gegaan. Kleinere kansen en een pakketje pech is al wat rest. Het moet frustrerend zijn als je afscheid moet gaan nemen terwijl je fitter bent dan ooit. ‘Ik kan natuurlijk niets met zekerheid zeggen, maar ik heb echt het gevoel dat ik nog behoorlijk mee zou kunnen. Natuurlijk ben ik zelf ook benieuwd of ik het hoge niveau weer enigszins zou kunnen benaderen. De voorwaarde zou dan wel zijn dat ik me het grootste deel van de week met de cross zou moeten kunnen bezighouden. Keihard trainen en voldoende rusten. Goed materiaal en begeleiding, zoals je in de teams met naam ziet. Ik zou het nog steeds kunnen’, zegt hij vol vertrouwen. Nick is fit, nog steeds. Hij loopt, fietst en werkt wekelijks volledige kickboks trainingen af. ‘Dat heb ik altijd gedaan. Aan mijn conditie heeft het zelden gelegen’.

 

‘Als je me dan zo graag wil houden’

Honda Zwitserland wil hem niet kwijt. Ze hebben nog net niet gesmeekt om er nog een jaar aan te plakken. Een betere reclame is er ook niet voor een merk als je praktisch iedere week alle vier de manches winnend af weet te sluiten. Toch komt het verlossende aanbod nog steeds niet op tafel. ‘Als je me dan zo graag wil houden’, vervolgt Nick met zijn gezicht op onbegrijpelijk. Nick vraagt niet veel en zeker niet het onderste uit de kan. Gewoon een tegemoetkoming voor de bewezen diensten en die nog zouden komen. De zaak gaat voor. Nu zeker. Op de vraag wat hij zou doen, mocht er een wereldaanbod komen antwoordt hij in eerste instantie niet. Na zeuren van mijn kant zegt hij wat ik wilde horen. ‘Ik zou iemand kunnen zoeken om mijn zaak draaiende te houden’. Tessa knikt. ‘Van mij mag hij. Ik zie het zo graag…’

(Foto’s o.a met dank aan Stefan Omloop. Anderen graag melden!)

Ik weet het nog goed. Mijn laatste Zeeuwse Kampioenschap. Toen was het nog niet ‘open’ en moest je een geboren Zeeuw zijn. Dat laatste was dus geen probleem. Jammer genoeg rest mij alleen een bittere nasmaak, omdat het daar, tijdens de laatse wedstrijd, op de prachtige baan van Vlissingen allemaal eindigde. Op een, door de overmatige modder deels omgelegde, baan ging het half op de dijk mis. Iets te veel voorrem legde mijn KTM met het stuur op mijn rechterknie. De hele boel scheurde dermate rigoreus af dat zelfs de toenmalige wonderdokter Derweduwen het niet meer repareren kon. De rest is mijn historie. Ik ben hierin niet de enige, ik weet het, maar het doet nog steeds pijn. Niet willen maar wel moeten stoppen is op zo’n moment frustrerend. Ik was zeker geen wereldkampioen geworden, maar had graag geweten welk niveuau mijn crossplafond had bereikt. Het Zeeuwse Kampioenschap bestaat gelukkig nog steeds. Nu weer met een telg uit de familie en dat doet deugd. Mijn zoon zit er lekker op en leeft nu mijn jeugd van toen, op zijn eigen manier. Het maakt heel veel goed en daar doe ik het dan ook graag mee.

Aankomende zaterdag is het weer zover. De tweede wedstrijd van het OZK wordt gehouden op het Finlandcircuit te Westdorpe, wat weer een prachtige dag belooft te worden. Aan de organisatie ligt het zeker niet. De veiligheid is er optimaal en de baan leent zich uitstekend voor het uitvechten van dit spannende Open Kampioenschap. Komt allen en ding ook als ‘nietzeeuw’ mee naar deze prestigieuze titel. Must come, must ride!

(Fotomakers onbekend. Graag melden)

Het is een leuk mannetje. Rustig en bedeesd kijkt hij me aan en geeft me een goeie hand. Een crosshand. Zijn gezicht lacht altijd, ook als hij het niet naar zijn zin heeft. Zijn haar zit zoals het komt. Het boeit hem niet, want hij is hier niet voor een ander. Uwe de Waele wil heel graag wereldkampioen worden en doet daar alles aan en voor. Cairoli was zijn grote voorbeeld, tot Jeffrey ten tonele verscheen. De beste van het moment is de held van de jeugd. Zo gaat dat. ‘Het is jammer dat hij Stefan Everts niet heeft gekend, want dat is nog steeds de grootste ooit met zijn 10 titels’, zegt vader Giovani met een gepast chauvinisme. ‘En een Belg natuurlijk’.

‘Ik woog amper 50 kilo’
Uwe moet eigenlijk niets van zijn ouders. Ook hun 16 jarige dochter Shania wordt op deze gelijke manier ‘behandeld’. Shania rijdt, zoals haar moeder ooit, paard en heeft maar 1 opdracht. Voor je spullen zorgen en vooral genieten van wat je doet. Ook dat heeft Uwe al meegekregen. Peggy en Giovani komen niet echt uit de motorcrosswereld. De enige crosslink is eigenlijk Giovani’s neef Dominique. Dominique reed indertijd bij de inters, als lid van de crossclub MC Poeke, gevestigd in eveneens genaamde dorpje Poeke , waar Giovani nogal eens meehielp. Giovani zelf reed indertijd hobbymatig op zijn mountainbike, terwijl Peggy nog niet zo heel lang geleden in een sulky de renbaan onveilig maakte. ‘Ik woog amper 50 kilo’, zegt ze met een melancholische blik in haar ogen. ’Ja, vroeger zaten we allemaal wat strakker in ons vel’, help ik haar terwijl ik duidt op mijn lichaam. Peggy deed meer dan goed mee en wist zich goed te manifesteren tussen het mannelijke geweld. Aan alles komt een einde, maar het was een hele mooie tijd. Giovani had in die tijd niets met paarden, maar zeker wel met de meisjes die er op reden. Het was dan ook op de renbaan dat ze een dikke elf jaar geleden elkaar hun eerste verliefde blikken toewierpen.

Hij kijkt als een bokser
Uwe ging mee naar de cross. Weliswaar tegen wil en dank, maar het was absoluut geen moeilijk kind. Bij het zien van de motoren vroeg Giovani op een dag aan Uwe wat hij ervan zou vinden om zijn houten crossloopfiets eens in te ruilen voor een ‘echte’ motor. Uwe was drie maar begreep het al te goed en kon ook alleen maar antwoorden met een volmondig Ja. Na ‘zo’n Chinees ding’, kapot gesleuteld te hebben werd het tijd voor het echte werk’. De rest is al een beetje geschiedenis. Zijn stijl is herkenbaar, voor mij althans. De hoge schouders en licht gebogen hoofd doen me denken aan een van mijn idolen van weleer. Pierre Schroyen, nu mede kartrekker van Sport Vlaanderen, was mijn held in de tijd van de BLB. Uwe de Waele zit er hetzelfde op. Kijkt als een bokser, net langs zijn wenkbrauwen naar wat er voor hem gebeurt. Vaak zijn het enkel achterblijvers die hij in het vizier krijgt want Uwe wint nogal eens. Trotse vader Giovani beseft goed dat het een keer op zal houden. ‘Vanaf het moment dat hij wedstrijden rijdt wint hij eigenlijk al’. Het wordt stilaan een gewoonte en Uwe zelf is buitengewoon ontevreden als hij door een val een keer niet als eerste over de finish gaat. ‘Niet te genieten is hij dan’, zegt moeder Peggy.

 

Er is geen druk
Zijn ouders beseffen dat het anders zal worden, althans, ze houden er zeker rekening mee. Uwe rijdt regelmatig een ONK mee en daar wordt wel duidelijk gemaakt hoever het staat met de crossontwikkelingen van de kleine man uit het Belgische Deinze. ‘Zo’n ONK is wel een beetje een graadmeter voor ons’, aldus een altijd vrolijke en nuchtere Giovani. ‘Als je daar in de top 5 kunt rijden doe je pas echt mee’. Er is geen druk, maar ik merk wel dat hij het graag zou zien. Ze doen er veel voor. Allemaal. Natuurlijk kost het een hoop, maar dat is een kwestie van keuzes maken. ‘Ook wij kunnen ons geld maar één keer uitgeven en doen dat erg bewust’. Als monteur en leverancier van koelingen en airco’s had hij een goed jaar. Da’s dan weer wel lekker meegenomen natuurlijk, maar het is toch aanpoten in je eentje. Sponsoren zijn uiteraard erg welkom, maar het is tegenwoordig allemaal niet meer zo makkelijk. Het is een gunfactor en daarbij beseffen Giovani en Peggy maar al te goed dat er eerst prestaties moeten zijn, voordat er wat ‘weggegeven’ zal worden. Vriend en hoofdsponsor Johnny Hermans, eens zelf een begenadigd talent bij de BLB, heeft een zwak voor de kleine de Waele. Hij ziet veel in de het jonge talentje. ‘Zijn instelling en het karakter. De stijl en doorzettingsvermogen geven me kippenvel. Ik gun het hem en de familie zo erg’. Johnny helpt zoveel hij kan via zijn JH-MX Promotions en daar zijn ze blij mee.

Herlings als voorbeeld
Altijd voor de eerste manche staat Uwe stijf van de stress. ‘Dat heeft hij van mij’, lacht Peggy. Giovani is meer de coole van het gezin. Hij relativeert makkelijk. ‘Dingen zijn zoals ze zijn’, is een van zijn stelregels en zo is het ook wel. Als Uwe zijn plaats in de fuik heeft genomen leunt hij met zijn hoofd op het rubber van zijn stuur. Het lijkt op moe of geen zin, maar dat is het absoluut niet. Hij vecht tegen de zenuwen en weet eigenlijk zelf niet waar dat ellendige gevoel vandaan komt. Als het hek valt verdwijnt de spanning en doet hij zijn ding. ‘Hij heeft dat alleen voor de eerste manche’, legt Giovani uit. Voor de tweede manche is het een totaal ander kind. Waarschijnlijk omdat hij dan weet wie de concurrenten zijn en wat ze die dag in hun mars hebben. Dit seizoen wordt door Giovani en Peggy als een leerjaar gezien. Het is zijn eerste jaar op een 85 en dat is toch best een behoorlijk verschil voor zo’n mannetje. ‘Ik zie het wel eens op een wat hardere baan. Deze motor heeft toch wel een berg meer vermogen en daar schrikt Uwe nog wel eens van. Vandaag, in het mulle zand van het prachtige MC Lille, komen de pk’s wat gematigder naar het achterwiel. Met de start zit de kleine Belg er meestal wel bij en gaat praktisch nooit buiten de top 3 de eerste bocht in. Ook vandaag zit hij er weer lekker bij. Als derde gaat hij naar de eerste bult, maar 500 meter verder zit hij al op kop om die ook niet meer af te staan. Met Herlings als voorbeeld moet je ook wel. Uwe rijdt zijn race nagenoeg foutloos. Eén keer schrok ik omdat hij zo ver sprong dat hij ver over een bult neerkwam. Een doffe klap en een hoop stof, maar verder geen stress. Uwe is potig en heeft geen moeite zijn KTM in bedwang te houden.

Verschillende meningen
Niet echt toevallig sta ik naast Giovani die alleen maar duimen opsteekt en soms een nadenkend vingertje naar het hoofd. Peggy is altijd uit zijn buurt tijdens de race. ‘Doordat we erg verschillend zijn, zijn we zo goed als we samen zijn. Alleen tijdens de races doen we ons eigen ding. Dan zijn verschillende meningen soms lastig’. Net als hij dit zegt zie ik hem verliefd naar zijn Peggy kijken die een stukje voor ons loopt. Mooi. Na de race duurt het makkelijk een uur voordat Uwe bij de camper is. Hij praat met vriendjes over de race en andere kinderzaken. Ze kijken naar andere manches en leven verder in hun eigen wereld, dromend van hun plaats aan de top. Uwe is niet meer zo uitbundig als in zijn eerste jaren waar hij menig bekertje mee naar huis sleepte. Het is inderdaad een gewoonte geworden en dat tij zal zeker keren.

Tot zover zit de groei er nog steeds in en geniet de familie de Waele er met volle teugen van.
Als Uwe zijn eerste prijs in ontvangst neemt kijkt hij blij, maar ik zie hem denken. ‘Wacht maar tot ik groter ben…’

Foto’s met dank aan; Gino Maes en TS MX foto’s.

Hooguit zes rondjes, het klinkt misschien maf
Dan gaat het niet meer en moet ie er af

Het is niet uit woede, baldadig ook niet
En niemand begrijpt, dat hij dan nog wat ziet

De stoom uit zijn helm, een fel rooie kop
Zijn rug gaat omhoog, het gas gaat er op

De beste en snelste is al wat hij wil
Met al wat hij heeft, maar toch echt zonder bril

Het kostte fortuinen, dus zal zich nooit binden
Een sponsor voor brillen is echt niet te vinden

Dus zie je wat vliegen, nee het is echt geen gein
Dan zal het de bril van van Wezel wel zijn..

Het is vrijdag rond de middag als we de camping oprijden. Zo vroeg waren we er nooit eerder, maar we zijn dit keer in Lommel met een missie. Te gast zijn bij een team van formaat maakt mijn zoon en ik bij voorbaat wat nerveus. Natuurlijk, het zijn allemaal mensen zoals jij en ik, maar toch. Voor slecht weer zijn we niet zo bang. Het is al lang te heet en daarbij zou een buitje meer goed dan kwaad doen bij iedereen.

Mister 875
Het is al redelijk druk op de vrijdag waardoor de sfeer er al meteen goed inzit. De mediaruimte staat al behoorlijk vol met laptops en foto apparatuur. Altijd voel ik daar een vlaag van respect. Media is erg divers en daardoor een mengeling van alle leeftijden en seksen. Er zijn in de loop der jaren hechte vriendschappen uit ontstaan en dat is prachtig om te zien en te voelen. Ondanks de belofte is het media hesje is er helaas niet. Ik vind dat altijd moeilijk, want hij verdient het zo in mijn ogen. Ik hoef niet zo nodig de baan op, maar een fotograaf hoort daar te zijn. Als we kennis hebben gemaakt met het team van Jacky Martens gaan we naar het circuit. Er wordt nog aan gewerkt en volop gesproeid. Het kan wel wat hebben, toch zeker nu. Het ziet er weer vet uit. De schansen zijn lekker aangescherpt dus de mannen die willen tripplen en quatten dit weekend krijgen daar alle kans voor. Gereden wordt er niet vandaag en na nog een korte stop bij Jacky rijden we terug naar de camping. Ik vind het altijd verwonderlijk dat vrijwilligers zoveel inzet tonen. Ze mogen wat mij betreft dik betaald worden voor het werk dat ze doen. Opvallend is dat er qua uitrusting gekozen is voor een respectabel shirt. Elk shirt is een ode aan de onlangs overleden Eric Geboers en dat doet deugd. Een mooi mens met een nog mooiere nalatenschap. Mister 875 voor altijd. Leon van Gestel spreekt later in het weekend nog mooie woorden op een manier zoals alleen hij dat kan. Een emotioneel tafereel met Eric’s zoon en dochter naast hem op de trap. Kippenvel.

 

Mooiste verslaving ooit
Een tandeloze man aan een van de poorten is vriendelijk. Als ik vraag of het uit te houden is met de hitte lacht hij. ‘Zolang ze me drinken brengen is er niks aan de hand hoor’. Hart voor de club, zonder eigenbelang. Ik werp een blik met respect zijn kant op, terwijl hij vriendelijk zijn hand opsteekt. Een jongedame aan de ingang van de camping is evenzo opgewekt. Ze helpt ons alsof we een van de tien gasten zijn van de dag, terwijl we beiden weten dat er nog duizenden zullen volgen. Twee mannen op een ‘John Deeretje’ rijden ons voor en wijzen de plaats aan. We douchen, eten wat en duiken niet te laat op onze dekbedden. Ramen open en hopen dat we snel in slaap vallen. De zaterdagochtend zijn we er op tijd bij. Als we er toch zijn willen we uiteraard ook alles zien. De trainings sessies verraden al wat de piloten van plan zijn. Ondanks de hitte wordt er toch snoeihard hard gereden. Vanuit de airco op de motor en gaan zonder stoppen. De beste manier om het vol te kunnen houden. Het maffe is dat als je ziet hoe mannen afzien, je soms zou denken dat ze moeten crossen. Op een paar enkelingen na is dat wel zo. Zij hadden de keus er een baan van te maken, maar de rest crosst uiteindelijk toch omdat ze het zo ontzettend graag doen. Hun ziel verkocht aan de mooiste verslaving ooit. De 125 is nog steeds een mooie klasse. Altijd al gevonden. Jammer eigenlijk dat er geen 125 GP’s meer zijn, net als vroeger. Geen idee wanneer en waarom we dat zijn kwijtgeraakt, maar wel erg jammer. Nu lijkt het vooral een opleidingsklasse voor het grote werk, terwijl de jongens toch dikke prestaties leveren. Hou zo’n kreng maar eens open.

Nachtwacht
Ook het EK voor de MX2 lijkt een groeivijver en misschien is dat ook wel zo. Kijkend naar een Kjer Olsen, die daar ook zijn eerste sporen verdiende en keihard doorstootte naar de GP afdeling. Kevin Horgmo lijkt me ook zo’n jongen op het puntje van de lat. ‘Wat goed is komt snel’, zeggen ze wel eens. We gaan het meemaken. In de koningsklasse laat Glenn Coldenhoff zien in goeden doen te zijn. Ook opvallend is het optreden van Kevin Strijbos, die een mooie tijd wegzet op ‘zijn’ baan. Het wordt zachtjes aan een eentonig beeld als Jeffrey aan het hek staat. Ik zie het nog steeds graag, maar de strijd is weg. Het enige dat rest is genieten van zijn haast onmogelijke stijl. Een kunstexpositie met alleen de Nachtwacht aan de muur. Heel stiekem hoop ik wel eens dat zijn hekje weigert. Het is iedere keer weer een show waarna iedereen diep buigt voor de meester van het veld. Het blijft een bijzonder fenomeen. Wat Tony betreft kan ik alleen maar respect hebben voor zijn prestaties. Doe het maar op zo’n leeftijd. Iedere dag weer die opoffering en dat al zoveel jaren. Dat hij graag die tiende titel wil is niet raar, maar tevens haast onmogelijk. Hij weet dat heel goed, maar geeft ondanks die wetenschap toch iedere keer weer alles. In de MX2 klasse zijn er wat rollen omgedraaid. Of dat blijvend is moet blijken maar de jonge Prado zit de laatste tijd wel heel erg goed in zijn Spaanse vel. Met de sierlijkheid van een toreador rijdt hij een foutloos parcour. Een bijzonder talent met nog veel prachtige jaren voor de boeg. Thomas Covington heeft het ook meer dan naar zijn zin in het Lommelse zand. Apart als je weet dat de meeste Amerikanen meer last dan plezier hebben in onze zandbakken. Zijn Naam en teamgenoot Olsen lijkt terug van even weggeweest. Plezier in zijn ogen en strakke rondetijden bewijzen dat. Belgisch hoop voor de toekomst is Jago Geerts. Jago heeft de bescheidenheid uitgevonden en dat is een bijzonder groot goed. Hij is allesbehalve uitbundig en zou, als hij in Nederland geboren zou zijn, zeer waarschijnlijk in Rotterdam wonen. ‘Geen woorden maar daden’. In goede handen van zijn ouders en jeugd begeleidings organisatie ‘Sport Vlaanderen’ gaat het zonder tegenslag een hele grote worden. Een grote, zoals onze zuiderburen er al meer op de lijst hebben staan.

‘Take this one’
Lommel is altijd goed bezocht en dat is goed te merken als we aan het einde van de middag door de paddock lopen. Rijders spotten en motoren kijken. Ouders zeulen hun kroost langs de teamtenten. Veteranen, toppers van weleer, vergapen zich aan de blinkende kanonnen en mijmeren bij het zien van de megagrote trucks en campers. ‘Wij hadden dat niet nodig’, hoor ik ze denken. Tijden veranderen het hele leven en niet alleen de cross. We spreken nog wat dingen af voor de ‘grote dag’ en keren met wat blikjes Rockstar terug naar de media ruimte. Bij de ingang zit een modellenmeisje. Uiteraard zonder enige bijbedoeling geef ik haar een van mijn blikjes. Ze is er blij mee. Ze is mooi maar erg jong dus maak me zeker geen illusies. Het feit dat ze dit spul graag drinkt geeft al aan dat de kloof te groot is. Terug bij de caravan komen we in contact met de overburen. Een Engels gezelschap dat duidelijk geniet van alles wat dit weekend hun te bieden heeft. Ze vragen of ik geen aggregaat bij heb omdat ik sta te rommelen in de schemer. Zodra ze horen dat ik aggregaatloos ben rukt een van de mannen een bus open. Hij trekt er zo’n stroommaker uit en zet hem voor mijn voeten. ‘Take this one’, zegt hij en gaat op zoek gaat extra benzine. Dat hebben ze dan weer niet, maar ik ben ook erg blij en geholpen zonder. Als ik hem wil vergoeden lacht hij me uit. Zo gaat dat blijkbaar niet in hun landje. Ik ga niets over Nederlanders zeggen, maar ik heb het wel eens anders meegemaakt. ‘Ons pleintje’ is gevuld met leuke mensen. Gertjan Vorstenbosch aan de ene kant, Max Schwarte aan de andere. Max heeft wat vrienden mee die me sterk doen denken aan mijn jeugd. In ‘mijn tijd’ kon ik ook makkelijk een nachtje overslaan of slapen op de grond, nadat we redelijk zwaar aan de alcohol hadden gezeten. Dat zit er helaas niet meer in. Hersteltijd x 20. Na een korte kennismaking met Jens van Laere en Jarno Dol hou ik het na drie biertjes voor gezien. Ik duik snel in de douche en geniet nog heel even van het schone gevoel tot ik weer lig te zweten. Gelukkig ben ik moe, dus slapen gaat wel lukken.

Raivo en Raf
De zondag gaat altijd snel voorbij, dus we besluiten er een volle dag van te maken en zetten de wekker op 7 uur. Na een snel ontbijt vertrekken we naar de baan waar het toch alweer redelijk druk is. De Dagjesmensen hebben hetzelfde gevoel over de lengte van de zondag blijkbaar. Om 11 uur worden er al gretig hamburgers verslonden en er staat ook een rij voor de frietkraam. Crossers en friet gaan best goed samen. Na weer een bezoekje aan de Martens tent zijn we getuige van een ontketende Dankers. Raivo beleeft een onfortuinlijke eerste manche. Hij valt twee keer, waarvan een keer tussen de palen van een reclamebord naast de baan. Hij bezeert zich niet maar moet toch voortijdig de strijd staken. Na een bliksemstart in de tweede manche rijd hij in een tweede positie berekend naar het achterwiel van koploper Guadagnini . Het ziet er goed uit en het lijkt erg op een momentje ‘erop en erover’ te worden. Helaas maakt hij in allerhaast een stuurfout waardoor het gat te groot wordt om nog dicht te rijden voor de geblokte vlag zwaait. Een hele strakke uitslag, wetende dat er winst in had gezeten. De altijd vriendelijke Raf Meuwissen doet het goed, maar is niet tevreden. Raf zit de laatste wedstrijden goed in de lift waardoor hij de lat wat hoger heeft gelegd. Vandaag kwam hij daar niet voor zijn gevoel. Mooi en vooral nu al heel professioneel. Met zijn MX2 postuur heeft Raf’s KTM het zwaar in de Lommelse zandbak. Een achtste plaats in de eerste en een zevende in de tweede manche bracht ‘de beer uit St. Joost’ toch nog netjes een zesde totaal. Zeker een prestatie als jij kijkt naar de concurrentie.

Zandrijden is te leren
In de EMX 250 waren mijn ogen gericht op Roan van de Moosdijk en Kevin Horgmo. Kevin, een man, minimaal goed voor een podiumplaats kon met een nette derde tijd in de kwalificatie aantreden voor de laatste race van de dag. Zwaarder dan nu was de baan nog niet geweest. Na een top 5 start klom Horgmo al op naar twee nog voor hij zijn tweede ronde inzette. Na een onschuldig foutje werd de afstand naar de op kop liggende Boisrame te groot en moest hij genoegen nemen met een tweede plaats. In manche twee lag Kevin tot twee ronden voor het einde op kop, maar maakte uit het niets een beste klapper. Toen hij eenmaal zijn KTM uit het verwrongen hek had gehaald was het leed al geleden. Zonde, wetende dat de snelheid goed was voor een totaaloverwinning. Blijven zitten is ook een talent. Roan, inmiddels getransformeerd van jongen tot man begon moeizaam in zijn eerste manche. In de loop van de manche kreeg hij te kampen met verkramping in zijn onderarmen, waardoor hij het moordende tempo niet aan kon houden. Toch wist hij op karakter een dik verdiende 5e plaats te bemachtigen, waarmee een podiumplaats nog niet uitgesloten was. In de tweede manche liet hij zien uit welk hout hij gesneden is en ging zelfs op jacht naar de koppositie tot zijn armen weer roet in het eten gooiden. Via een hele knappe 2e plaats mocht hij voor de derde keer dit seizoen het podium betreden. Ik vergelijk hem als persoon soms met Jago. Je hoort hem zelden maar komt hem altijd tegen. Een belofte met een missie.
In de MX2 lijken de rollen omgedraaid. Prado geeft de toon aan en tevens les in zandrijden. Knap werk van de jonge Spanjaard. Na een spelletje met Jonas in de kwalificatie heeft hij daarna alleen nog maar op kop gereden. Hij blaakt van zelfvertrouwen en komt wheelyend de finish over. Dat jongens van buitenaf ook zandrijden kunnen leren blijkt uit de prachtige prestaties van teamgenoten Covington en Kjer Olsen. Mannen die thuis haast alleen harde banen kennen, laten vandaag zien dat het zandrijden wel degelijk te leren is met uiteindelijk en respectievelijk een tweede en derde plaats op het podium. Ik feliciteer een breed lachende Jacky. Een mooie en dankbare dag voor hem en zijn succesvolle team.

Koning van Oploo
Nog een klapstuk is de koningsklasse. Op voorhand lijkt de indeling duidelijk. Het komt dicht bij lesgeven. Jeffrey doet het voor. De bedoeling is duidelijk, maar hoe vaak ben je beter dan je leraar. Zoals Everts ooit jarenlang de toon aangaf en ook Tony 9 jaar aan een stuk is het nu de beurt aan Jeffrey. Mooi dat er weer zo’n talent is opgestaan. Nog mooier voor ons dat hij uit het minuscule Nederland komt. De oppervlakte van ons landje is op crossgebied inmiddels wel een behoorlijk stuk opgerekt met de verrichtingen van de Oploose Koning. Cairoli zet nog steeds een dikke prestatie neer. Nagenoeg niets ingeboet op zijn eerdere jaren blijft het een tweede klasse apart. Achter het tweetal laat Glenn Coldenhoff weer een hele sterke indruk achter. Als je na Tony het veld aan kunt voeren ben je toch een hele kerel. Als enige, samen met zijn maatje Jeffrey springen ze aan de achterzijde boven de tenten uit. Doe het maar. Uiteindelijk mist hij nipt het podium maar laat zien dat er nog genoeg in het vat zit. Een opgewonden Anstie weet zich dit weekend wel op het podium te vestigen. Hij is vooral erg blij er weer eens te staan. Max heeft veel respect voor zijn collega’s en uit dat ook openbaar. ‘Er zijn wel 10 jongens die de overgebleven buit zouden kunnen verdelen en dat maakt het extra lastig een podium te bemachtigen. Met een onderling verschil van een enkele seconden staan er genoeg te trappelen het schavot te betreden’. Mooie woorden van een respectvolle en vooral eerlijk Anstie. We lopen nog even langs een opgewekte Lars van Berkel. Lars heeft alles gegeven. Het rijden ging niet eens zo slecht, maar de uitslagen waren niet die op zijn verlanglijstje stonden. Dat hij karakter heeft kan niemand ontkennen. Voor veel rijders is het jammer dat ze niet alleen maar met de cross bezig kunnen zijn door de week. Ook Lars werkt minimaal 40 uur per week en dat remt het talent. ‘Volgend jaar ga ik het anders doen, dat is zeker’.  Ik tik ‘m aan en wens hem succes.

Versleten blijven we achter in de mediaruimte. Zonder haast kletsen we nog wat na en pakken onze spullen in. Een weekend om bij te schrijven. Weer een herinnering voor altijd. Verhalen en anekdotes die mijn zoon wellicht eens door zal vertellen aan zijn kinderen. Hij zal ze besmetten, daar ben ik zeker van. More kijkt me aan. ‘Ik blijf crossen, geloof dat maar en als de tijd daar is trek ik je vrijdags uit het bejaardenhuis en neem ik je mee’. Ik schiet vol en kijk even om. Ik mag het hopen, tot ik dood ga. De cross zal blijven en een van zijn toekomstige kinderen zal crossen, daar ben ik zeker van.
Motorcross. Een machtige manier van leven…

 

Foto’s met dank aan More Heijt. www.mhmxpics.nl

Ik kende hem niet, maar wist wel dat hij bestond. Zijn naam is er een die je niet makkelijk vergeet en zag ik met regelmaat voorbijkomen via Facebook. Mijn vriend Marco Hopmans, die ieder jaar Loket aandoet belde me. ‘Ik stuur je een nummer door. Die jongen moet je echt even bellen. Die staat hier helemaal in z’n uppie in Loket met een ouwe Honda’, zei hij enthousiast.
Kevin Kieft werd al jong door zijn vader op de motor gezet. Voor vader Kieft zat het crossen en vroeger niet in. Fietscross was voor hem het hoogst haalbare in die tijd. De passie verdween niet en zodoende werd het doorgegeven aan zoon Kevin.

Vader Kieft is een motorliefhebber als geen ander. Hij volgde alles en had altijd al een zwak voor Kevin Schwantz , een gekend racer van weleer. ‘Een Kevin’ moest het worden en motor moest hij rijden. De nu 19 jarige Kevin heeft het netjes opgevolgd en is niet meer van de motor te slaan. Ook het rijnummer van de ‘racende Kevin’ heeft hij overgenomen. Het is altijd 34, maar moet bij tijd en wijle wel eens verbasterd worden met een nummer ervoor. ‘Voorlopig zal het 334 zijn, maar de 34 blijft er in’. Hij is zeker van plan om zo ver mogelijk te komen. ‘Ik pretendeer zeker geen Herlings te worden, maar als je het toch doet moet je er het maximale uit zien te halen. Ik doe er alles voor en werk hard om ook financieel mee te dragen aan de kosten. Ik werk voor mezelf als stratenmaker en doe veel tuinaanleg. Mijn vader heeft zijn eigen aannemingsbedrijf en sponsort me gelukkig, maar we zijn met vier kinderen thuis, waarvan mijn jongere broertje ook crosst. We weten allemaal wat het kost’, lacht hij.

Kevin heeft de juiste normen en waarden meegekregen van zijn ouders. Trekt zijn eigen plan wel, maar heeft veel respect voor zijn ouders. ‘Ze laten me wel mijn eigen ding doen, ook al hebben ze er soms hun bedenkingen bij’. Kevin vindt de tweetakten geweldig. Zijn vader ziet hem het liefst op de 450 viertakt, maar daar verschillen de meningen duidelijk over. ‘Ik vind het geweldig om met een tweetakt te rijden. Je kunt zo’n ding wat meer je eigen wil op leggen en daar voel ik me lekker bij’. Daarom schaftte hij een tijdje geleden een ‘oude’ Honda aan. Een van de laatste tweetakten staat bij hem in de schuur. Een pracht exemplaar uit 2008, waar hij zich ook in de EMX 250 van Valkenswaard wist te kwalificeren. Een hele prestatie met zo’n ‘oud jankertje’. Met de smaak nog in zijn mond vertrok hij onlangs naar Loket. ‘Ik wilde het graag en kon het financieel rondbreien. Dan is de keus niet zo heel moeilijk meer.

 

‘Het was een echt avontuur, en had het voor geen geld willen missen. Ook daar wist ik me te kwalificeren en reed er twee hele sterke manches’. Het avontuur op de tweetakt heeft me wel aan het twijfelen gemaakt. Stiekem heb ik mijn zinnen gezet op de EMX 300 competitie. Ik heb thuis al laten vallen wellicht mijn dikke 450 in te ruilen voor zo’n ‘smoker’. Mijn vader ziet me het liefst op de viertakt en begrijpt dan ook niet waarom ik in hemelsnaam zo’n reis onderneem met ‘dat oude ding’, lacht hij. Het is ook apart, omdat de vaders van nu juist vaak uit het tweetakt tijdperk stammen. ‘Ze laten me doen en gunnen me het plezier. Want daar gaat het uiteindelijk om…’

Foto’s met dank aan Niek Fotografie en Selle MX foto’s.