Wat goed is… (Luca Nijenhuis)

 

Bij de poort word ik al opgewacht door de jonge getalenteerde Kawasaki coureur. Hij doet me denken aan een “All American College Boy”. Z’n haar lekker nonchalant met de broek op half zeven. Jongens, en toch zeker crossers, willen dat vaak niet horen maar hij heeft een lief koppie.
Wat me telkens opvalt is dat topcrossers voor het gevoel gespierde mannen moeten zijn met dikke spierballen om de motor vast te kunnen houden. Niets blijkt minder waar. Talentjes zijn atletisch en vinden de balans. Ze voelen hun machine perfect aan. Laten ook de zware motor het meeste werk doen. Het is daarom dat zij in staat zijn hoog in de lucht nog even aan hun roll off te trekken. Balans dus. We lopen samen nar de keukendeur die al openstaat.

Mee eten
De fam. Nijenhuis heeft het netjes voor elkaar. Ondanks het feit dat ieder dubbeltje omgedraaid “moet” worden zijn ze in het bezit van een mooie woning met een lekkere ruime garage die ook echt nodig blijkt. Hard werken is vooraf gegaan en daarna werd het zuur verdiende geld op de juiste manier besteed. “Als je er om half zes bent kun je nog mee eten” appte moeder Alice me nog twee weken geleden. Ik stap exact half zes de keuken in en er is netjes gewacht op mijn komst. Terwijl we eten verkoopt Luca even snel tussendoor zijn ietwat gehavende autootje. “Je moet ook niet het bos in met zo’n wagentje” merkt Adrie, Luca’s vader, nog op maar daar wordt niet op gereageerd. Wel om gelachen. Luca’s jongere zusjes gaan al jaren trouw mee met het “crosscircus”. Ze geven meer om hun grote broer dan om motoren, dat is wel duidelijk. Een van de dames heeft sinds kort een eigen paardje waardoor ze haar aandacht een beetje verlegd heeft. “Paarden zijn lief en eerlijk”.

Multitalentje
Het was eigenlijk nooit echt de bedoeling om Luca te laten crossen. Vader racete in zijn jaren op alle circuits in Europa, en zeker niet onverdienstelijk. Reed zelfs GP’s mee en sleepte menig beker mee naar huis. “Luca had net zo goed een goeie wegracer kunnen worden” vindt vader trots. Toen hij 8 jaar was heb ik een keer bij hem achterop een scooter gezeten. Luca reed hard en stuurde het dingetje messscherp het dorp door. Toe zag ik het al. Toen hij met crossen begon hadden we eigenlijk het plan er mee te stoppen als hij uit de 85 gegroeid zou zijn. Wellicht zou hij daarna kunnen gaan racen of karten. Doordat Luca zijn hart verloor is het bij crossen gebleven en daar zijn ze achteraf toch wel blij mee.
Luca is het type “multitalentje”. Een jongen die je eender wat voor sport zou kunnen laten doen. Hij pakt alles meteen op. Skaten, BMX, motorracen, het had niks uitgemaakt.
Jammer dat hij crosst en niet racet, vind vader het niet.
“Hij moet doen wat hij graag wil en niet wat ik wil” zegt hij eerlijk en zo is het natuurlijk ook. “Ik doe het erg graag maar ben een beetje een laatbloeier denk ik”, aldus de rustige Luca. Hij doelt hier op het feit dat hij wel gelooft dat hij er komt, maar wel op zijn eigen tempo. Vader beaamt dit. Sommigen willen te snel en ten koste van alles. Dan is de kans best groot dat het op de versnelde weg naar de top een keer goed mis kan gaan. Luca is technisch en rijdt met beleid. Kijkt goed en weet precies waar hij moet rijden. Hij is slim en kijkt goed naar wat rijders voor hem doen en probeert dat soms ook uit. Afkijken. Wat op school niet mocht is hier ineens erg belangrijk.

Gunfactor
De fam. Nijenhuis heeft al jaren alles in eigen hand. Natuurlijk gaat dit financieel ten koste van veel andere dingen maar toch kozen zij hier zelf voor. Samen met de motorisch en vooral onvoorwaardelijke steun van Gebben zijn er altijd al welwillende sponsoren geweest om de fanatieke crossfamilie het seizoen door te helpen, waar ze dan ook erg dankbaar voor zijn. “Het blijft toch een kwestie van gunnen” zegt moeder Alice eerlijk. Ook in 2015 zou hij graag de gifgroene eer weer verdedigen. Er zou bij Gebben over het vormen van een team gesproken zijn maar daar is op dit moment nog geen uitsluitsel over gegeven.
Er wordt absoluut geen druk gezet op Luca. Uiteraard wordt er van hem verwacht dat hij, in de door hun samen bepaalde wedstrijden, op komt dagen en daarin vreselijk zijn best doet, maar “that’s all”. Dat moet een goed gevoel geven. Luca laat veel en houdt zichzelf fit. “Het gekke is dat hij het ogenschijnlijk minder nodig heeft dan sommige anderen. Als hij een maandje niet gereden heeft en er weer op springt is hij in staat gewoon zijn “oude” tempo weer op te pakken, en nog lang ook. Hij blijkt een “sporthart” te bezitten en da’s in dit geval mooi meegenomen.

Adrie’s hobby’s
Het gezin Nijenhuis heeft een druk leven. Alles staat in het teken van de motorcross, al jaren. Vooral vader heeft zichzelf een druk bestaan toebedeeld. Naast het autoschadebedrijf met de gelijknamige familienaam, heeft de familie ook nog een aantal jaren een mx shop gehad. Er was klandizie genoeg maar vaak was het ook te gezellig. Natuurlijk, als je over de cross begint is niemand meer te stoppen. Maar een bus olie verkopen en dan vervolgens nog een uur elkaar uitleggen hoe het in de crosswereld allemaal in elkaar steekt laat de schoorsteen niet branden. Met dank aan het vele sleutelen door de jaren heen is Adrie in staat het hele blok van zoonliefs Kawasaki met de ogen gesloten open en dicht te “gooien”. Knap en vooral erg handig. Naast al deze bezigheden heeft vader ook nog tijd voor een andere hobby. Vissen! Niet vangen maar kweken. In een deel van de garage heeft hij professionele kweekbakken met “speciaal water” staan. Het water komt met verschillende slangen van de zolder. Eer soort gedestilleerd goedje waar de visjes zich lekker in voelen en dat gecombineerd met de juiste temperatuur van het water zet de beestjes aan tot vermenigvuldiging. Niet voor het geld want zoveel zijn ze niet waard. Op zijn hurken zit hij voor de bak en tuurt naar een van de beestjes. “Prachtig toch?”

Spuiterij
Luca werkt samen met zijn vader en moeder in de spuiterij. Moeder Alice doet alle administratie en werkt indien nodig ook mee in de werkplaats. Niet angstig voor vieze handen schuurt ze net zo goed mee aan een auto, mengt kleuren, omdat vrouwen daar toch iets meer gevoel voor schijnen te hebben, helpt afplakken en brengt de auto’s weg, zodat de heren zich kunnen uitleven in de spuitcabines. “Mooi en eervol werk”, omschrijft vader Adrie het beroep. Ze spuiten zelfs attracties voor pretparken en dat maakt het allemaal weer wat diverser. Onlangs hebben ze de “motoren achtbaan” in Toverland nog onder handen genomen. “Prachtig is dat als je die dingen weer terugziet” zegt vader trots.

De toekomst
Het gezin, maar vooral Luca, heeft veel zin in het nieuwe seizoen. Hij en het “familieteam” richten zich weer voornamelijk op het ADAC kampioenschap en daarnaast gaat hij zich meten met de rijders in het EK MX2. Luca voelt zich sterk. Eigenlijk sterker dan ooit. Het laatste jaar heeft hij zichtbaar een groei doorgemaakt vindt hij zelf. “Ik ben wat sterker en brutaler geworden. Precies wat ik nodig heb nu.” Ze zeggen vaak “wat goed is komt snel”, maar Luca luistert niet zo naar “de mensen”. Hij luistert naar zijn vader, moeder en vooral naar zichzelf. Ik maak weer stappen vooruit en dat voelt goed. Niks forceren en vooral zorgen dat ik blessure vrij blijf. “Je ligt er zo een half seizoen uit en dan is voor mijn gevoel alles weer voor niks geweest. Kostbare verloren tijd”

Luca Nijenhuis. We gaan er zeker nog veel van horen.

“Wat goed is komt wel”