Mijn oude, maar zeker trouwe, caravan volgt ons gehoorzaam. Ook hij was al vaker in Lommel en heeft het er samen met ons altijd buitengewoon naar zijn zin. Het weer zit, als we de voorspellingen moeten geloven, ook dit keer weer lekker mee.

‘Het kan echt niet’

Als ik mijn maatje volgend de camping op wil rijden krijg ik te horen dat ik er niet meer op mag. Hij reed er nog net voor me op en terwijl ik hem zie manouvreren bedenk ik dat het een enorme domper zou zijn als we nu ergens anders zouden moeten bivakkeren. Ik kijk het meisje lachend aan. ‘Ik ga toch doorrijden denk ik. Mijn maat rijdt er net voor me op en we zouden het weekend grotendeels samen gaan spenderen. ‘Het kan echt niet’, zegt ze nog eens met een dringende blik. Ik kijk naar de hoek waar hij geparkeerd staat er zie dat er echt plaats genoeg is. Ik wil respect hebben voor het perfect dienstdoende meisje, maar toch ook heel graag hier de camping op. Ik stel voor er om te vechten, maar daar ziet ze niets in. Een mannelijke collega springt haar bij en ik doe nog eens mijn verhaal. Hij prijst het meisje voor haar vasthoudendheid, maar laat me toch door.

Slecht betaalde job

Eenmaal geinstalleerd doen we eerst even een ‘bakkie’. Nadat de rest van het ‘team’ zich bij ons heeft gevoegd besluiten we de baan maar eens te gaan bekijken. De regenval van een dag eerder blijkt van God gezonden te zijn geweest. De zandmassa verkeert in een verreweg perfecte staat. De ellende die Lommel tot Lommel maakt komt later. Diepe lange gaten die in mijn hobbybrein te kort op elkaar liggende volwaardige schansen zijn. Oplopen met een spoor of 20. Kies er zelf maar een uit. Ik heb altijd wel respect voor rijders in het algemeen, maar op een dag als deze is dat toch altijd net een beetje extra. De combinatie van het zware zand en de bijna altijd redelijk hoge temperatuur, laat de manches nog meer op werken lijken. Voor velen een te slecht betaalde job. Voor anderen vakantie werk en vooral uiterst leerzame vrijetijdsbesteding. Dat laatste kan ik als vader van vier kinderen alleen maar heel hard toejuichen in de ‘non verbale’ wereld van telefoon en I-pad. Spelletjes zijn alleen maar leuk als je het goed kunt. Daarvoor moet je het dus erg veel spelen en daar heeft het gros van de crossers geen tijd voor.

Het zwarte gat

Nog voor we de camping verlaten loopt Nick Kouwenberg ons half voorbij en stopt even. Nick was en is nog steeds een jongen van zijn fans. Het publiek. Nooit zal hij je voorbijlopen zonder een vraag te beantwoorden. Aangezien wij met z’n vieren jeugddromen beleefden van een status als GP rijder, heeft Nick dit leven al achter de rug. Hij leefde onze ultieme jongensdroom en vertelt zijn relaas al even smakelijk. Nick kan dat. Het gaat onder andere over zijn avontuur in de States met de mandiepe wavesecties, maar ook over het blinkende Amerikaanse goud wat vaak in het echt zwaar lood blijkt te zijn. Na een, zoals hij zelf zegt, redelijk vrij leven van een jaar of tien is hij nu bezig de zaak van zijn vader over te nemen. Als je het zo leest is dat natuurlijk prachtig, maar zeker na zijn zware, laatste blessure is dat niet iets wat je zomaar even doet. Het gaat zeker goedkomen, maar het ‘andere’ leven valt hem toch soms zwaar. Het combineren van het acteren als prof met een meer dan volle baan ernaast is zoals veel rijders dagelijks ondervinden welhaast een onmogelijke zaak. ‘Ik moet vrede hebben met de situatie en de kansen die komen met beide handen aanpakken, maar toch is het moeilijk’. Ieder crosser weet dat het zwarte gat onvermijdelijk is en zal altijd zoeken naar iets vergelijkbaars. Helaas is dat bijna niet te vinden.

Tweetakt koning

In de ‘Welcome Office’ sta ik ineens naast een eveneens gestopte ‘grootheid’. Tweetakt koning Kenny van Dueren is een man met een enorme staat van dienst. Ook bij hem doet het zeer, maar hij weet dat er moment is dat je een andere weg in zal moeten slaan. Niet allleen omdat het fysiek wat moeilijker vol te houden is allemaal, maar het is ook zo dat weinigen die stoppen op hun 30e, genoeg hebben verdiend om de rest van hun tijd lekker in de bank te kunnen liggen. De start van het begeleiden van opkomend talent in zowel rij als lichamelijk opzicht is inmiddels gemaakt en hij belooft me op de hoogte te houden van het wanneer, hoe en waar van zijn onderneming.

Sympathieke ‘ijzervreter’

Bij onze verkenningsronde komen we de immer fanatieke ‘ moeder van der Mierden’ tegen. De vooraf ernstig lijkende rugblessure van haar zoon Sven valt achteraf gelukkig mee. In eerste instantie raakte Sven het gevoel in beide benen kwijt, maar gelukkig stabiliseeerde dat snel. Vandaag geniet Sven, samen met zijn vriendin vanaf het lint van zijn gewaardeerde collega’s. Sven is een stille, maar zeker een jongen waar we rijtechnisch nog wel een en ander van zullen gaan horen. Terwijl ik met Natascha van Dizz Factory een afspraak maak de nieuwe collectie eens onder de loep te nemen en te promoten zie ik Michael Hool voorbij lopen. In de loop der tijd een leuk en eerlijk contact opgebouwd met deze sympathieke ‘ijzervreter’ en omdat ik hem al miste op de startlijst ben ik zeker benieuwd wat zijn plannen zijn. Die plannen blijken minder leuk dan ik had gehoopt. Michael leverde een paar weken geleden al zijn spullen in omdat het crossen niet meer te combineren bleek met zijn thuis situatie. Met de zorg voor zijn zoontje, die een vervelende vorm van exceem heeft, blijft er te weinig tijd over om zich maximaal met de cross bezig te houden. Ondanks ik niet ben van het idolen hebben, was ik toch altijd erg gecharmeerd van zijn persoon en zeker zijn ‘killer’stijl van rijden. Echt jammer dat het zo is, maar hopen mag natuurlijk altijd…

‘onvolgroeid’

Voorheen had ik het idee dat de echte jeugd zich beperkte tot de 65 en 85 cc, maar daar ben ik al even van terug. Als ik zie hoe jong en ‘onvolgroeid’ de mannen van de 125 soms zijn, verbaast het me dat ze soms zo vreselijk hard kunnen gaan en eng hoog en ver durven te springen. Balans benadrukt het aangeboren talent en de durf toont aan hoe groot het hart is. Ik denk nog even terug aan mijn eerste 125 en besef dat het nu allemaal dubbel zo hard gaat. Het gaat allemaal veel sneller wat natuurlijk mede mogelijk wordt gemaakt door de grotere veerwegen, maar toch.

‘DMX koning’

Van de rijders die wel aan het Lommelse hek verschenen waren er buiten de gevestigde namen toch voor mij wel wat bijzondere dingen te zien. Vooral dik trots op Glenn, die de Nederlandse eer in de dikste klasse hoog hield. Waar hij voorheen na een bliksemstart nog wel eens terug kon vallen tegen het einde van de wedstrijd, laat hij dit weekend maar weer eens zien dat hij zijn materiaal meer dan waard is. Grote klasse en graag tot Assen!Tot mijn verbazing stond ‘DMX koning’ Joel van Mechelen aan het hek bij de MX2. Ik volg zijn verrichtingen altijd wel op gepaste afstand en weet dan ook van anderen dat hij al een tijd kampt met de, zeker voor een crosser, uiterst vervelende ziekte van Pfeiffer. In de DMX komt hij er nog net mee weg en zet hij in een weergaloze stijl de toon en geeft  meteen het moordende tempo aan, maar hier is het even andere koek. Ook nog eens op een van de zwaarste banen die we kennen, gaat hij toch de strijd aan met het grote geweld. Ik heb er geen verstand van, maar heb hem al vaak zien rijden en ben er zeker van dat het aan talent en inzet niet ligt. Omdat ik hem verder niet ken heb ik dan ook vandaag geen idee of hij inmiddels een beetje hersteld is en of hij in staat is in deze zandbak iets van punten weg zou kunnen slepen. De pech begint al in de kwalificatie waar hij met een kapotte gashendel het strijdtoneel vroegtijdig moet verlaten. Zijn starts zijn bovengemiddeld waardoor hij kan beginnen in de top 20. Helaas, nadat hij de motor een keer af laat slaan, belandt hij ook nog een keer tussen de reclameborden wat hem kostbare tijd en plaatsen kost. Toch sluit hij de eerste manche knap af op een 24 plaats. In de tweede manche danst hij de eerste twintig minuten op een prachtige 15e plaats rond, maar rijdt met nog een dikke 20 minuten te gaan zijn achterband lek. Zijn tomeloze doorzettingsvermogen laat hem de manche uitrijden met een zeer verdienstelijke 27e plaats als beloning. Er zat zeker meer in. Met het shirt uit de broek en zijn tanden in het stuurrubber strijdt hij voor wat hij waard is. Uit diepgeworteld respect hoop ik ooit zijn werkelijke waarde eens te mogen bewonderen.

Villopoto

Naast me op de dijk staat een klein roodharig mannetje te glunderen.  Uit navraag blijkt het een crossertje in de dop. Maurice van Severen is Belg, maar helemaal kwijt van ‘onze’ Jeffrey Herlings. Oog voor talent denk ik dan maar. Vader Ward is nogal eens te vinden op een quad, maar de kleine Maurice wil crossen op een ‘echte’ motor, net als zijn grote Oploose held. ‘Het is wel een karaktertje hoor’, vertelt zijn vader met een trotse blik. Het rode haar deed me als iets vermoeden. Gekscherend maken we de waarschijnlijk al eerder geroepen vergelijking met Villopoto en de kleine lacht. Hij lacht eigenlijk alleen maar. Aankomend weekend gaat hij zijn PW voor de eerste keer de sporen geven in een officiele wedstrijd en daar heeft hij zin in. Niet bang en totaal geen zenuwen. Nog niet. Uit de snel gesloten vriendschap met mijn 14 jarige zoon blijkt dat hij de verbale technieken al behoorlijk beheerst. Mooi voor later.

Lange neus

The Jerre on a mission…

Als ik de strijd in de verschillende manches gadesla lijkt het of iedereen bang is zijn zitje kwijt te raken.  Sommigen weten dat natuurlijk al, maar meer nog wachten in een soort van angst af. Anstie laat nog eens zien dat hij allerminst afgeschreven is, alsook een losgeslagen van Horebeek. De Jerre toont nog maar eens de onrechtvaardigheid van zijn opgezegde contract en maakt een lange neus naar iedereen die er wat over te zeggen heeft. Tegendeel bewezen, zijn team is trots. De boomlange Jasikonis sleept zijn Husky onvermoeibaar door het Belgische zand. In de eerste manche moet hij veel geven, maar geeft niet op. Tegen het einde is zelfs bij hem de pijp meer dan leeg en rijdt hij netjes en gestabiliseerd zijn manche uit. 

‘Geen haast’

Ik passeer een breed lachende Stefan Hage. Zijn pupil Jens Walvoort, die hij onder het team van Motor 2000 begeleidt en traint zit naast hem in de klapstoel. Hij lacht breed. Jens is een mannetje met toekomst, dat geloof ik wel. Waar dit avontuur hen gaat brengen is natuurlijk nog niet te zeggen, maar onder de vleugels van de talentvolle Stefan zal er zeker het maximaal mogelijke uitgehaald worden. Ik loof de kleine om zijn prestaties. Tussen de ‘kleine grote’ jongens liet hij zeker dit weekend zien dat hij in aantocht is. ‘Geen haast’, zegt een trotse Stefan slim. De tijd zal het werk doen.

Ik ben een Lommel fan. De dingen zijn geregeld en dat voel je. Gesneden koek voor de club die inmiddels wel wat gewend is als het gaat om grote rijders en evenementen. De GP van Lommel  wordt na jaren bijna gewoon. We kennen de weg, maar toch maakt mijn oude crosshart dit weekend weer watt overuren. Ook zonder de aanwezigheid van Jeffrey en Tony een niet te missen spektakel. Lommel bedankt maar weer en graag tot de volgende…

Fotocredits: More Heijt www.mhmxpics.nl (‘From behind the fences’)

Daar ligt hij dan. Zijn motor staat in tegenstelling tot normaal nog vies in de garage. Hij kan niets en mij boeit het stom genoeg even niet zoveel. De geschilderde crosslaars op zijn gipsen been verraadt zijn passie en geeft aan wat hij zo snel mogelijk weer wil gaan doen. Nu begrijp ik mijn ouders die zich lang geleden volgens eigen zeggen geen raad wisten met de vrije weekenden, nadat ik wegens aanhoudende blessure-ellende stopte met de actieve cross. Het is leeg. Natuurlijk, je kunt gaan kijken, maar dat vult die leegte maar minimaal. Eigenlijk verergert dat de pijn alleen maar. Tenslotte wil je maar één ding en dat is rijden. Het gaat goed met wond en botgroei. Gelukkig wel, maar de weg is nog lang. Zijn seizoen begon laat en is ook alweer voorbij. Herstel  is normaal gezien zo goed als volledig gegarandeerd, maar iedereen weet dat er werk aan de winkel is. De conditie en soepelheid verdwijnen vier keer zo snel dan het opgebouwd werd. Dat hij weer opstappen zal is duidelijk, wanneer dat zal zijn ligt nog open. Zoals de arts verwonderlijk antwoordde op de vraag van zijn meisje of hij ooit weer zou kunnen crossen; ‘ Crossers zijn crossers. Zodra het gaat stappen ze gewoon weer op’ . Het klopt, littekens blijven maar de pijn vergeet je…

A happy guy, that’s how I know him. Happy, but above all friendly.  Always, which profiles him as a nice personality.

‘It’s something that grows’.

Helpful, just like my photographing son, because he himself was once helped by others and therefore knows better than anyone how it can affect someone. Everybody knows his name and he himself knows just about everything and everyone who has anything to do with motocross. Of course, they know his name, but when do you actually know someone? As a person who doesn’t do motocross himself, how do you start with taking pictures of this sport? Danny looks questionable: ‘It’s something that grows’, he says. ‘I’ve done motocross, but that was for a short period of time’. As it usually begins, he started his short career as a 2 year old on a PW. After his own hobby career, Danny’s father became the fixed mechanic of Peter Herlings. There was little time left to give full attention to little Danny’s motocross career. Until that one day, when he came home with the news that he sold his bike. The transaction might not have actually taken place, but he’d exchanged his bike in his head for 100 flippos and 100 Pokémon cards. Danny laughs about it now, but at that time he was dead serious. At least it showed how he thought about the continuation of his career in motocross.

Day of his life

Although Danny was raised with motocross, cycling was actually more his thing. Up to his fifteenth year, he participated in various BMX competitions, and he was good at it.

The motocross did still attract him, but not so much to ride for himself. He liked to watch and therefore regularly visited competitions with his uncle, who at the time photographed enthusiastically. Danny look enchanted to the big, nice camera and dreamed away. If only he could do that. The dream remained until he asked his uncle at the GP of Lierop if he could take some pictures with his uncle’s camera. Danny’s uncle set the camera in automatic mode and Danny went loose. If Danny looks back, that was the day of his life. A day that would also change a lot in his still young life.

Dad, I want to make photo’s

Once home, Danny’s father was very curious about Danny’s experiences during his GP visit. His father expected stories about the competitions and seeing and meeting the ‘great riders’ in person from that time. But his unexpectedly answer was: ‘Dad, I want to take photo’s’. While saving for a real camera, he already wanted to start with his new passion and bought a few disposable cameras at the Kruidvat. He had to make photos. And that’s what he did and he was certainly not bad at it. The pictures he made, showed that his skills for this type of sport were above average. Recognize and capture the right moments showed that Danny had an eye for details. The ideal base for a possible grow to something nicer and bigger. Danny’s father realized that and recognized the talent of his enthusiastic son. Eventually, he helped him on his way with a ‘real’ camera and a beautiful lens. His first camera, which now belongs to one of his most important and valuable possessions. Especially the fact that he got the camera from his father means a lot to Danny. 

Never from the heart

Danny’s father became ill. From a seemingly innocent complaint of abdominal pain to a malicious tumor in his stomach that eventually even affected his lymph. With a weight of barely 60 kilograms, Danny’s father eventually died at the age of 58 years old from the effects of colon cancer. That was a shock to everyone. Danny didn’t really wanted to know about this all. His father, his best friend was no longer there. What can you do without your buddy, your example and rock in the sometimes difficult moments. Despite this tragic loss, the family was able to say goodbye to their loved one in a wonderful way. Even the green John Deere tractor was not missing. Never from the heart. Of course, at some point you continue with your life but it still marks your life. Deep scratches, forever visible in the beautiful and valuable memories.

‘It was all just too much and I was tired’

Danny is now 26 years old. A healthy and strong guy, but also just a human being like everybody else. You have to keep going, if necessary on the automatic pilot. A restless period followed with no time to do anything. His night’s rest also received too little attention. This continued until his mother got a TIA a year ago. ‘That woke me up’ he says with a sad look in his eyes. ‘It was all just too much and I was tired, completely empty’. That was the moment he pulled out his BMX bike again. ‘I just had to do something again. Something for myself, with a purpose’. Despite a broken knee, he helped and learned children the basics and focused himself on the European Championship ‘Pumptrack Battle Wood’ with an approaching World Championship in Eersel.

The challenge was there, but Danny knew that his insecurity could ruin it for him. His knee often hurt, but also the nerves were difficult to control. A part of his head was with his friend Raf Meuwissen, who was riding the ADAC championship for Raths Motorsport in Horselingen, Germany. He also had to be there, because he had made a deal with the team to travel along as much as possible and capture the moments in his own stylish way. Raf had the first position after time practice. With that in mind, Danny started his own time practice. Just when he felt he was riding a good time there was a power breakdown that prevented his time from being recorded. The sensitive Danny nervously began his second attempt, resulting in a 16th time. ‘It just wasn’t going well and I noticed my mind wasn’t focused. A lot of things crossed my mind and then I knew immediately what I had to do. I took the car and drove directly to Horselingen’.

Maddi

Danny is happy with his recently obtained ‘Maddi deal’. Heavy but completely earned by his never ending commitment to make art of motocross and sharing it with the world for free. It brings him to the places where he really wants to be. He is very grateful for his considerate employer for the understanding which makes it easy to combine it with his office and warehouse work at John Deere. He has to take quite some Mondays and Fridays off, but the tractor giant understands this. Besides his work for Maddi, Danny is regularly found on various circuits throughout the country. He is also present at various Grand Prix. Danny has made a lot of riders happy with his photos taken with very own self-developed style. Danny is innovative and successfully distinguishes himself from the rest. It is always hard to predict the future, but he has certainly grow and is still not at the top of his abilities.

‘I’ll see what the future brings. As long as I’m having fun and people appreciate what I do, I will certainly not stop taking photos. Danny Relouw. Genuine ‘self-made’ and a concept in our world of engines, sweat, blood, success and tears..

Een vrolijke kerel, zo ken ik hem. Vrolijk, maar vooral immer vriendelijk. Altijd wel eigenlijk, wat hem profileert als een fijne persoonlijkheid.

‘Het is iets dat groeit’

Behulpzaam naar mijn eveneens fotograferende zoon, juist omdat hij zelf ook ooit geholpen is door anderen en weet daarom als geen ander wat het met iemand kan doen. Iedereen kent zijn naam en hijzelf kent ook zowat alles en iedereen die ook maar iets met de motorcross van doen heeft. Natuurlijk, ze weten hoe hij heet, maar in hoeverre ken je dan iemand. Hoe kom je er als niet-crosser bij foto’s te gaan maken van de wel-crossers? Danny kijkt bedenkelijk. ‘Het is iets dat groeit’, geeft hij aan. ‘Ik heb wel gecrosst, maar dat was maar heel even. Zoals het standaard begin startte hij zijn korte carriere op een PW. Twee was hij nog maar. Doordat Danny’s vader na zijn eigen hobby carriere de vaste monteur werd van Peter Herlings, bleef er weinig tijd over om de volle aandacht te besteden aan het crossen van de kleine Danny. Tot die bewuste dag dat hij thuiskwam met het nieuws dat hij zijn motor had verkocht. De transactie had dan misschien niet daadwerkelijk plaatsgevonden maar in zijn hoofd had hij het dingetje geruild voor 100 flippo’s en 100 pokemon kaarten. Danny lacht er nu om, maar was op dat moment doodserieus. Het toonde in ieder geval aan hoe hij dacht over het vervolg van zijn loopbaan als crosser.

Dag van zijn leven

Ondanks hij het crossvirus met de overbekende paplepel had binnengekregen was fietsen eigenlijk veel meer zijn ding. Tot zijn vijftiende jaar nam hij dan ook deel aan verschillende BMX wedstrijden en nog niet eens zo onverdienstelijk.  De cross trok hem wel degelijk, maar niet zozeer om zelf te rijden. Hij keek graag en bezocht dan ook regelmatig wedstrijden samen met zijn oom, die in die tijd  fanatiek foto’s maakte. Betoverd keek Danny naar het kanon van een camera en droomde weg. Als hij dat toch eens zou kunnen.  De droom bleef tot hij tijdens de GP van Lierop zijn oom vroeg of hij misschien eens met zijn camera wat foto’s mocht schieten. Oomlief zetten het apparaat op automaat en Danny ging los. Zeker achteraf was dat de dag van zijn leven. Een dag die ook veel in zijn nog jonge leven zou gaan veranderen.

‘Pap, ik wil foto’s maken’

Eenmaal thuis was Danny’s vader erg benieuwd naar de belevenissen tijdens zijn GP bezoek. Zijn vader verwachtte verhalen over de wedstrijden en het in levende lijve zien en ontmoeten van de ‘grote mannen’, uit die tijd. ‘Pap, ik wil foto’s maken’, was zijn onverwachte antwoord. Tijdens het sparen voor een echte camera, wilde hij toch al een start maken met zijn nieuwe passie en kocht bij het Kruitvat een paar wegwerpcamera’s. Hij moest en zou foto’s maken. Dat deed hij en zeker niet onverdienstelijk. Uit het geschoten materiaal bleek dat zijn skills voor deze tak van sport bovengemiddeld  waren.  Momenten herkennen en vast leggen. Oog voor detail. De ideale basis voor een eventuele groei naar iets mooiers en groters. Danny’s vader besefte dat en herkende het talent van zijn enthousiaste zoon. UIteindelijk hielp hij hem op weg met een ‘echte‘ camera, en een prachtige lens. Zijn eerste camera, die inmiddels tot een van zijn belangrijkste en kostbaarste bezittingen behoort. Vooral het feit dat hij de camera van zijn vader kreeg doet hem veel.

Nooit uit het hart

Danny’s vader werd ziek. Van een onschuldig lijkende buikpijnklacht, tot een kwaadaardige tumor in zijn maag die uiteindelijk zelfs zijn lymfen aantaste. Met een gewicht van nog amper 60 kilo overleed hij uiteindelijk op 58 jarige leeftijd aan de gevolgen van darmkanker. Dat was een klap voor iedereen. Danny wilde het eigenlijk allemaal niet weten. Zijn vader, zijn maatje was er niet meer. Wat moet je zonder je maatje, je voorbeeld en rots in de soms hevige branding. Ondanks het tragische verlies heeft de familie op een prachtige manier afscheid kunnen nemen van hun steun en toeverlaat. Zelfs de groene John Deere tractor ontbrak niet. Nooit uit het hart. Natuurlijk pak je op een gegeven moment de draad weer op, maar het tekent je leven toch. Diepe krassen, voor altijd zichtbaar in de prachtige en waardevolle herinneringen.  

‘Het was gewoon te veel allemaal en ik was op’

Danny is nu 26. Een gezonde en sterke jongen, maar zeker ook maar gewoon een mens als iedereen. Je moet altijd verder, desnoods op de automatische piloot. Er volgde een onrustige periode met veel hooi op zijn vork en nergens tijd voor. Ook zijn nachtrust kreeg te weinig aandacht. De roofbouw duurde voort tot zijn moeder een jaar geleden een Tia kreeg. ‘Dat heeft me wakker gemaakt’, zegt hij met een verdrietige blik in zijn ogen. ‘Het was gewoon te veel allemaal en ik was op. Helemaal leeg’.  Dat was het moment dat hij zijn fiets weer tevoorschijn haalde. ‘Ik moest gewoon weer wat doen. Iets voor mezelf, met een doel’. Ondanks een rotte knie hielp hij kleintjes met de grondbeginselen en richtte hij zich zelf op het EK ‘Punttrack Battle Wood’, met een naderend WK in Eersel. De uitdaging was er, maar Danny wist dat zijn onzekerheid roet in het eten zou kunnen gooien. Zijn knie speelde vaak op, maar ook de zenuwen werd hij heel moeilijk de baas.  Met zijn hoofd zat hij voor een deel bij zijn maatje Raf Meuwissen, die voor Raths Motorsport in het Duitse Horselingen een ADAC wedstrijd af zou werken. Ook daar moest hij zijn, juist omdat hij een deal had gemaakt met het team om zoveel mogelijk mee te reizen en de verrichtingen vast te leggen op zijn eigen, stijlvolle manier. Raf trainde de beste tijd. Met dat gegeven in zijn hoofd begon Danny aan zijn eigen tijdtraining. Net toen hij voor zijn gevoel een strakke tijd reed, was er een stroomstoring waardoor zijn tijd niet werd geregistreeerd. De gevoelige Danny begon nerveus aan zijn tweede poging, wat resulteerdee in een 16e tijd. ‘Het ging gewoon niet lekker en ik merkte dat ik er met mijn hoofd niet bij was. Er flitste van alles voorbij en ik wist meteen wat ik wel moest doen. Ik heb de auto gepakt en ben in één streep naar Horselingen gereden.

Maddi

Danny is blij met zijn onlangs verworven ‘Maddi deal’. Zwaar en helemaal zelf verdiend door zijn nooit aflatende inzet crosskunst te maken en dan vervolgens belangeloos te delen met de wereld. Het brengt hem op de plaatsen waar hij heel graag wil zijn. Hij is zijn meedenkende werkgever erg dankbaar voor het begrip, waardoor het allemaal goed te combineren met zijn kantoor en magazijnwerk bij John Deere. De maandag en vrijdag schieten er nogal eens bij in, maar daar is begrip voor bij de tractorgigant. Naast zijn werk voor Maddi is Danny met grote regelmaat op diverse circuits in het hele land te vinden. Ook neemt hij verschillende GP’s voor zijn rekening. Met zijn geheel eigen, zelf ontwikkelde stijl heeft hij al veel crossers blij gemaakt. Danny is vernieuwend en onderscheidt zich met succes van de grote massa. Wat de toekomst brengen zal is altijd moeilijk te voospellen, maar hij is zeer zeker gegroeid en is nog lang niet aan de top van zijn kunnen.

‘Ik zie wel wat het brengt. Zo lang ik er plezier in heb en de mensen het waarderen zal ik zeker niet stoppen met fotograferen’. Danny Relouw. Onvervalst ‘Self made’ en een begrip in onze wereld van motoren, zweet, bloed, succes en tranen…

(Met dank aan Niek Fotografie) (Overige voor mij onbekende fotografen graag melden voor de eervolle erkenning)

De hele weg naar Axel kijken we met regelmaat naar het snel veranderende donkere wolkendek. Eigenlijk kan het al niet meer kapot. Mocht het nu nog gaan regenen zal het hooguit vervelend zijn, maar van aflasten zal geen sprake meer zijn. Als we de auto parkeren zijn de trainingen net aan de gang. Eenmaal op de dijk aangekomen besef ik weer wat een prachtig circuit het toch is. Ook al ben ik geen specialist, toch durf ik wel te zeggen dat Axel zeker in de top 5 van mooiste banen van Nederland behoort en al helemaal als je spreekt over banen waar wekelijks getraind mag worden.

Alles kan en mag

De opbouw van het evenement staat er zeer professioneel bij. Het ruim bemeten paddock biedt meer dan voldoende ruimte aan de grote opkomst van zowel de buiten als ‘eigenlanders’. De ‘Pitlane’ oogt eveneens erg ‘pro’ met de punt tentjes op rij. De schansen liggen scherp gesneden, steil maar zeker niet gevaarlijk. Je moet niets, maar alles kan en mag. Ook het startveld en hek voldoen aan de eisen van nu, met als kers op de taart de MXGP startplaten. Werkelijk aan alles is gedacht, wat het gunnen van een wedstrijd als deze alleen maar logischer maakt. De Dutch Masters wedstrijden zijn graag bezocht door de groten der sport, wat natuurlijk ook voor een groot deel te danken is aan de planning van deze prestigieuze competitie.

Zonder vrouw

Niet alleen de zwaar geïnfecteerde crossfans uit de eerste bloedlijn hebben de reis naar het Zeeuwse gemaakt. Het valt me op dat steeds meer dagjesmensen toch de moeite nemen eens een dag aan de cross te besteden, wat de sport natuurlijk alleen maar ten goede kan komen. Door de optimale overzichtelijkheid van de zware zandbaan is het geen probleem wat langer op een plaats te blijven staan of zitten. Naast me zit een wat ouder stel, lekker aangekleed met hun neus in de zon. De man volgt de voorbijsnellende motoren, terwijl zijn vrouw de naam van de rijder snel opzoekt in het programmaboekje. Precies wat ik vroeger deed, maar dan zonder vrouw.

Dirigent

Nog geen twee jaar geleden maakte mijn zoon wat foto’s op het moment dat ik stilstond. Tegenwoordig zie ik hem haast de hele dag niet meer, tenzij hij honger of dorst heeft. In en om de baan schiet hij de mooiste plaatjes en dat maakt me trots. Ik heb in mijn hele leven misschien twee keer een fatsoenlijke en visitewaardige foto gemaakt. Met ‘het oog’ en de juiste spullen komt hij tegenwoordig een heel eind. Verschillende keren kom ik Ad en Andrea Colijn tegen, maar nooit samen. Met de taken goed verdeeld nemen ze ieder hun zaken waar en dat doen ze goed. Andrea informeert of ik het naar mijn zin heb. Bijna overbodig, maar zeker attent. Ad houdt als een dirigent het overzicht, met de touwtjes stevig in beide handen. 

‘Gang is alles’

Er wordt ondanks het zware zand snoeihard gereden. De verschillen tussen de gerespecteerde amateur en de (semi) prof zijn soms groot, maar voor de langzamere rijders zeker een belevenis. Als je dan toch gedubbeld moet worden, dan maar liever door een ‘dikke GP piloot’. Het valt me op hoe hard de ‘kleintjes’ in de lichtste klasse rondgaan. De buitensporige talentjes vallen positief uit de toon en laten zien dat ze net dat kleine beetje extra hebben waardoor ze net wat minder last hebben van het loodzware Zeeuwse zand. ‘Gang is alles’, klinkt grappig, maar is zeker hier een keiharde waarheid. Ook de zwaardere klassen vallen al snel na de start uiteen in drie groepen. De top gaat los, het peloton volgt op respectabele afstand, terwijl de staart zich focust op het volbrengen van de tocht. Allemaal helden op hun eigen niveau.

Volkssport

Een rondje paddock laat zien dat er toch nog steeds bedrijven zijn die een toekomst zien in de motorcross, door er met voltallige teams te verschijnen. Ondanks het nog lang geen volkssport nummer 1 is en wellicht nooit zal worden, wordt er toch wekelijks een aanzienlijk bedrag besteed om mee te kunnen draaien in de top van deze machtige sport. Rijders krijgen een kans. Soms twee, maar worden zoals menig voetbaltrainer ook net zo makkelijk weer bedankt bij tegenvallende prestaties. Aan de top heeft de kostbare reclame tenslotte de meeste impact. De kweekvijver is dermate groot dat het nieuwe en vooral jonge talent staat te trappelen om de nodige doorgroei te maken.

Waarom eigenlijk niet

De onvermoeibare inspanningen van de totale organisatie van RES Axel werpen kisten vol met vruchten af. Axel heeft naam gemaakt in de motorcross, dat is iets wat zeker is. Het staat inmiddels met permanente inkt op het whiteboard van veel teams als trainingslocatie. Alles klopt en de vakkennis is meer dan aanwezig. Een dikke pluim van ons, als die er nog bij kan.

We zijn tevreden. Een prachtige dag van super sport en heerlijk weer. ‘Pap’, zegt mijn zoon terwijl hij zijn foto’s alvast aan het rangschikken is, ‘waarom rijden ze hier eigenlijk geen GP’s?’. Soms weet ook ik het antwoord niet. ‘Ja, waarom eigenlijk niet’…

Foto’s met dank aan More Heijt – www.mhmxpics.nl

Ze voelen mijn ogen, maar laten niets blijken. Ze weten heel goed van hoe mooi het kan zijn, zij als geen ander, talentvol  vermogen.

Ze volgen de lijn, bedenkelijk kijkend. Een beeld van de kennis door verworven succes. Mooie momenten verzachten de pijn.

Een nieuw ander leven. Vertakking van pad. Het was jaren het alles. Dag in en dag uit, de kan op zijn kop. Altijd alles gegeven.

Een prachtige tijd.  Met succes volgemaakt of abrupt afgebroken. Nu staan ze hier samen. Genieten en volgen de sterren hun strijd.

De groten van heden. En alvast die van later. De gladiatoren. Ze staan zij aan zij, genieten verdiend van respectvol verleden.

 Twee stalen iconen, gebonden door vriendschap voor de rest van het leven. Een voorbeeld voor alles en ook iedereen. Voor alles dat is en voor wat nog gaat komen…

Na een vijf weken durend privé trainingskamp onder de heerlijke Spaanse zon, heeft ze in de laatste weken al het berijdbare zware zand in de buurt onder haar wielen gehad. Een droom geef je niet zomaar op, ook niet als je tot twee keer toen net naast de titel pakt. Na korte fases van verdriet en boosheid, had ze al snel haar vizier weer op de toekomst staan. Opgeven nooit. Als de wil er is en je ook over het benodigde talent beschikt gaat het er toch gewoon een keer van komen. Geen twijfel in deze kwestie. Dat het een keer gaat lukken is iets waar velen heel zeker van zijn en die velen vinden ook dat nu dan maar eens haar beurt is. De sterkste wordt niet altijd kampioen en dat frustreert wel eens. Nancy is helemaal klaar voor de eerste GP in Valkenswaard, maar baalt ook een beetje van het afhaken van een paar van haar medestrijdsters. ‘Natuurlijk begrijp ik het wel als mensen nu zeggen dat ik lekker punten kan pakken. Goedbedoeld is het zeker, maar tegelijkertijd zeggen ze eigenlijk dat ik dat dus niet zou kunnen met die dames erbij. Ik zeg niet dat ik het worden zal, maar weet wel dat ik in de top mee kan, dus alles ligt open’. Haar drive is dit jaar misschien wel groter dan ooit tevoren. ‘Ik ga er altijd voor maar als het dan toch gaat gebeuren, wel graag strijdend tegen de top van mijn klasse’. Zo zit ze in elkaar en kennen we haar ook. ‘Ik word bij wijze van spreken nog liever tweede na een verbeten strijd met de besten, dan kampioen van een half startveld’. Nancy heeft karakter en dat zal haar brengen waar ze wil zijn. Als ze afziet is ze op haar best. Steffi Lair en Kiara Fontanesi zullen er niet bij zijn aankomend weekend in Valkenswaard en dat is jammer. ‘Ik wil geen kampioen worden en dan verhalen horen die beginnen met: ja, maar als… , dus ik hoop echt dat ze beiden snel terug zullen zijn en net als ik een kans krijgen op de titel’. De top is dit jaar redelijk breed, wat de strijd alleen maar ten goede zal komen. De gunfactor heeft ze, nu alleen de punten nog…

Het crosscircuit van RES Axel. Ik moet een jaar of 8 zijn geweest toen ik er voor het eerst kwam. Een maandelijks bezoek aan je opa en oma was in die tijd niet echt een van mijn favoriete bezigheden. Ondanks het hele lieve mensen waren, heb je als klein manneke toch wel andere ambities dan jezelf zien te vermaken op een paar vierkante meter aanleunwoningvloer zonder speelgoed. Een fijn voordeel was wel dat ze in Axel woonden, op steenworp afstand van het circuit. Na een stuk van de traditionele taart te hebben gegeten namen mijn broer en ik dan ook heel subtiel de benen, om vervolgens de hele middag op het crossterrein rond te hangen. Vaag weet ik nog hoe ik tegen de stoere mannen van toen heb opgekeken. Ik zou niet eens meer weten hoe het circuit er uit zag, behalve dat we de heuvel op moesten om bij de ingang te komen. Ook herinner ik me nog een kale vlakte waar motoren heen en weer reden. Ondanks het allemaal vrij wazige beelden zijn, besef ik wel dat het de momenten waren die mijn liefde voor de sport hebben gevormd.  Niet lang daarna nam mijn vader ons mee naar de grotere wedstrijden tot ik jaren later zelf mijn rondjes reed. Een prachtig, soms emotioneel, maar vooral leerzaam traject. Je leert het vallen en opstaan onder vaak zware omstandigheden en daar pluk je toch later nog de vruchten van. Opgeven is tenslotte nooit een optie geweest. Een tijdje terug was ik weer in Axel. Deze keer met mijn zoon, zoals mijn vader ooit met mij. Ik zie hem kijken en genieten en ik weet wat hij voelt dus geniet met hem mee. Volle teugen. Hij rijdt nu zelf. Doet het leuk en vooral erg zijn best. Zijn best doen is voor mij de enige voorwaarde die geldt. De conditie is op peil, in tegenstelling tot zijn motor waar we samen de laatste hand aan leggen. Het weer zit nog niet mee, maar eerdaags gaat het toch weer beginnen. We gaan weer rijden, kijken, schrijven, foto’s maken, maar vooral keihard genieten.  Aanstaande zondag zal ons startschot klinken op een van de plaatsen waar het allemaal begonnen is. Voor mijn vader, mijn, op die dag jarige, zoon en mezelf.  Res Axel, bedankt alvast…

Je hebt allemaal wel eens van die dingen die je erg graag zou willen. Misschien niet eens voor jezelf, maar gewoon dat het gebeurt. Zo heb ik altijd gehoopt dat Maradona in de tijd dat het nog mogelijk was af zou kicken en een come-back zou maken. Dat Cruijff indertijd het Nederlands elftal naar een kampioenschap zou leiden. Dat Mike Tyson jaren geleden de kracht nog een keer had gevonden om ouderwets de boel in no-time kort en klein te meppen. Dat bijvoorbeeld een held van vroeger als John van de Berk nog eens, totaal onverwachts, een keer op de motor zou verschijnen. Helaas komen veel van die dromen niet uit. Ook hoopte ik stiekem dat Mike Kras terug zou keren in een vaderlandse outdoor competitie en dat gaat nu dus gewoon wel gebeuren. Ja, naar dat soort dingen kijk ik uit en kan ik erg enthousiast van worden. Mijn laatste hoopwens is dat Jeffrey besluit toch naar Amerika te gaan. Ik ken hem niet, maar lees natuurlijk ook wel eens wat hem bezig houdt. De meeste MXGP titels kan zijn drive niet (meer) zijn. Na een aantal verspeelde titels, zal dat ook een moeilijke klus worden. Zou hij het halen, dan denk ik niet dat zijn droom uitgekomen is. Misschien was het ooit zijn doel, maar intussen weet ik wel dat hij erg graag de snelste MX rijder van de planeet genoemd zou willen worden. Niet vreemd, als je zoveel talent in je afgetrainde lijf heb zitten. De outdoors zijn mijns inziens ‘kat in het bakkie’, mits hij zonder blessures blijft. Als hij dan het lef heeft aansluitend het Supercross geweld in te stappen zou hij absolute geschiedenis kunnen schrijven. Klimaatgewenning is dan ook geen issue meer. Ik heb hem bezig  gezien in de Veltins Arena. Ik weet wel dat het circuit aldaar misschien niet helemaal te vergelijken was met een SX baan in The States, maar wat wel duidelijk was is dat Jeffrey zeker over de skills bezit zich deze tak van cross aan te meten. Het gaat om timing en motorbeheersing en ik ken er maar weinig die dat zo verschrikkelijk onder de knie hebben als ‘onze held’ uit Oploo. Hem een beetje kennende zou hij graag de Greatest Of All Times genoemd worden en volgens mij ligt dat gewoon binnen zijn bereik. Ook KTM zou trots kunnen zijn dat hij dat allemaal presteert op zo’n oranje kanon. Als je in staat bent daar de boel op te rollen is er een grote kans dat hij de eerste en de laatste is die de boeken in gaat als ‘The Fastest MX rider on the Planet’. Dutch Pride…

Foto met dank aan More Heijt www.mhmxpics.nl

Hij reed ooit samen met de groten van nu en gaf ze ook nog eens goed partij. Mark Boot is een bescheiden jongen, dus moet ik info als deze bijna uit hem trekken. Hij loopt er niet mee te koop. Nergens mee. Toch Kun je nu zeggen dat hij een veelbelovend talent was. Ik zeg ‘was’, omdat dde kans op meer glorie, nu hij 27 is, wel een beetje verkeken is. Wellicht had er meer ingezeten, maar die groei hangt vaak af van verschillende factoren. De juiste mensen om je heen, de gunfactor en misschien ook wel je eigen brutaliteit. Ook al heeft Mark een hechte sponsor (vrienden)  groep om zich heen, toch heeft hij er zelden echt om gevraagd. Hij kijkt naar de grond. ‘Ik heb daar altijd wel moeite mee gehad. Waarom zou iemand mij gaan betalen om te crossen?’. Bescheidenheid siert zeker, maar soms moet je daar toch lichtjes overheen stappen. Zeker als het ten koste zou kunnen gaan van je sportieve zelf. ‘Misschien is het wel de Zeeuwse eigenwijze bescheidenheid’, vervolgt Mark zijn nederige betoog.

Brutaler

De basis die hij samen met zijn ouders wist te leggen, beloofde in eerste instantie veel goeds. Die gezamenlijke inspanningen brachten hem tot een aantal regiokampioenschappen en in 2006 zelfs  een Nederlands kampioenschap bij de 85 grote wielen. De doorgroei naar de volgende levels verliep wat stroever. Dat had met zijn talent weinig te maken.  Door de kosten van de motoren en het reizen overal heen was Mark, zoals velen, genoodzaakt zelf ook te gaan werken en het crossen erbij te doen. ‘Andersom was uiteraard veel mooier geweest, maar wie krijgt zo’n kans nog tegenwoordig. ‘Ondanks GP’s rijden nooit een echt doel is geweest, zou zoiets natuurlijk wel verschrikkelijk mooi zijn geweest’. In de loop der jaren is Mark meer dan eens benaderd door verschillende sub teams, maar als je dan ziet wat je er allemaal bij moet doen, is dat in combinatie met het ‘gewone’ maatschappelijke leven een moeilijk en vooral erg druk verhaal. ‘Natuurlijk hadden we er meer uit kunnen halen door brutaler te zijn, maar dat zit gewoon niet in ons’. Misschien helaas, maar Mark, maar zeker ook zijn vader Eddie vinden het achteraf toch erg fijn dat ze dicht bij zichzelf zijn gebleven’. Het gaat natuurlijk ook om een stukje plezier. Hoe meer je van anderen vraagt, deste meer zal er ook van je verwacht worden. Niet onterecht natuurlijk, maar dat geeft ook een bepaalde druk.

Alles op een hoop

De druk die Mark toch voelde had dus niets met anderen’ te maken, maar veelal met zichzelf. ‘In trainingen of ‘onbelangrijke’ crossen ga ik altijd helemaal los. Dan moet er weinig en rij ik volledig ontspannen en met mega veel plezier. Als er wat op het spel staat, zoals bijvoorbeeld een Belgisch kampioenschap, ga ik me druk maken. Er komen mensen naar me kijken en die wil je natuurlijk nooit en te nimmer teleur stellen. Dat is de grootste fout die je kunt maken, want een wedstrijd win je uiteindelijk toch met je hoofd. Als het daar goed zit heb je de buit al voor de helft binnen’.  Slimme praat van de nuchtere Zeeuw. Natuurlijk. Nog niet zo heel lang geleden reed hij in de Supercross van Aagtekerke alles op een hoop. Zo mag ik het verwoorden, want ik was er bij en zag hoe de ontketende Mark van een nagenoeg laatste plaats, vanuit een haast kansloze positie, terug naar de kop wist te rijden. Een meter of vijf kwam hij te kort aan de finish, waardoor hij nipt als tweede eindigde achter de routinier Jurgen Wybo. ‘Als ik ooit de kans had gehad me aan te sluiten bij een groot team, had ik dat zeker gedaan. De vraag wat er uit was gekomen zal altijd blijven staan, maar ik kan dat goed relativeren. We hebben altijd ‘ons eigen ding’ gedaan en hebben daar enorm van genoten’. We praten een beetje in de verleden tijd, maar Marks carrière is zeker nog niet ten einde. ‘Vorig jaar ben ik voor de tweede maal op rij BMB kampioen geworden bij de MX2 Inters  en wil dat erg graag prolongeren’. ‘Naast deze wedstrijden zal ik enkele ‘Dutch Masters’ rijden en wat wedstrijden voor de VMCF federatie.

MC Mikkola

Mark kan dus nog steeds heel  goed mee en  is misschien wel zelfverzekerder dan ooit. Het plezier is nog steeds aanwezig en de snelheid zit er zeker in. Zijn terug stap van vorig jaar naar het tweetaktgeweld lijkt meer en meer een stap vooruit te zijn geweest. Ondanks hij  vroeger natuurlijk al wel tweetakt had gereden, was het toch wel weer even wennen, maar heeft inmiddels zijn draai wel weer gevonden. Voor komend seizoen stapte hij over van zijn vertrouwde oranje KTM naar het wit van de Husqvarna. Natuurlijk, het is ook een beetje een KTM, maar de keuze voor dit merk had voornamelijk met de centjes te maken. Mede door inmenging van Heikki de Clerq, team eigenaar van MC Mikkola, werd er een fikse korting bedongen aan het adres van Vincent Steuve, eigenaar van  ‘Technicross-Haviness’, die Husqvarna’s verdeelt in België.  Ook dit seizoen zal Mark weer uitkomen voor het inmiddels bekende ‘Familie team’, dat hem al enige jaren steunt zoveel ze kan. Het is een team met vooral veel liefde voor de sport en in het rijke bezit van een grote gun factor. Een hechte vriendengroep die hun uit de hand gelopen hobbyteam ieder jaar weer zien groeien. In iedere klasse is er wel een rijder te vinden uit de Mikkola gelederen en dat zijn zeker niet de minsten. MC Mikkola staat vooral voor een stukje professionele begeleiding aan rijders met potentie.

Dankbare Zeeuw

Dat deze mensen in Mark geloven moge duidelijk zijn. Afgelopen jaar nog, zorgden zij ervoor dat hij mee kon doen tijdens een EMX 300 wedstrijd welke in het Belgische Lommel verreden werd. Een uitdaging was het zeker. Overmand door de belangeloze geste, vertrok Mark naar de loodzware zandbak. Natuurlijk was hij blij met de mogelijkheid, maar toch speelde de zelfopgelegde druk weer hevig op.  Het lukte helaas niet zich te kwalificeren voor de wedstrijd en daar baalde hij hevig van. Niet zozeer vanwege de tegenvallende prestatie, maar temeer omdat hij vond dat hij de mensen die het mogelijk hadden gemaakt, teleur had gesteld. De werkelijkheid was anders, maar zo ziet de dankbare Zeeuw dat niet. ‘De subtop in die klasse is erg breed en de rondetijden verschillen soms maar tienden van seconden. Hierdoor kun je met een rondetijd die 1 seconde lager ligt dan die van de top, toch makkelijk op een tiende plaats eindigen. Inhalen wordt dan een lastige klus, zeker in een bak als Lommel. Geen excuses, maar een waarheid waar natuurlijk veel meer rijders mee te kampen hebben.

Wat hulp betreft heeft Mark absoluut geen klagen. Naast het MC Mikkola team dat het steunt langs alle mogelijke kanten, is hij erg blij met de strakke prijzen die ‘Technicross’ hanteert, wat een en ander net iets makkelijker maakt voor de Zeeuwse Tuinspecialist. Peter Maes treedt sinds de laatste twee seizoenen op als persoonlijke sponsor en ontlast Mark waar hij kan. ‘Uit sympathie noemen ze dat in België. Ook Houthandel Reimerswaal  staat Mark al jaren bij in zijn strijd naar de punten. Marks vader en vaste monteur Eddie gaat het wat rustiger aan doen komend jaar. Wim Lambrechts, die nog twee andere aanbiedingen had lopen koos voor de zijde van Mark. Met zijn technische kennis zal hij er alles aan doen Mark in de baan te houden.  Verder zijn er WoW! Graphics voor de stickers, MX477 voor de accessoires en uiteraard zijn ouders, verloofde Valerie van den Driessche, hun kinderen Elise, Liam, Amy en allen die Mark een warm hart toedragen. Hoe warm kan een team zijn…

 ‘2 ride MX training’

Dat de bescheiden Mark meer een gever dan een nemer is blijkt uit het feit dat hij de ervaring die hij in de loop der jaren opdeed graag deelt met anderen. Het is daarom dat hij samen met  routinier en KNMV wedstrijdleider Frank Rottier de ‘2 ride MX training’ organisatie in het leven heeft geroepen om vooral beginnende rijders te steunen. Vooral het aspect veiligheid staat erg hoog in het vaandel van het ervaren tweetal. Het ideaal zou een beginnersopleiding moeten worden. Een soort van rijbewijs voor de startende crosser. Een stukje motorbeheersing is eigenlijk van levensbelang en zou al veel ellende kunnen voorkomen. Zo geven ze regelmatig clinics, waar alle aspecten van de motorcross aan bod komen. ‘Je hoeft geen wereldkampioen te zijn geweest om iemand de basis principes bij te kunnen brengen’. De organisatie groter maken is nu nog even een moeilijk verhaal, omdat ze beiden vrij druk zijn. Toch houden ze het in stand, omdat er toch een tijd zal komen dat ze beiden wat minder actief deel zullen nemen aan de cross en op dat moment de komende garde bij zullen kunnen staan. Het zou mooi zijn als ze er net zo veel van kunnen genieten als wij zelf hebben gedaan. Dan is het doel al bereikt…

Foto’s met dank aan: Gino Maes, CY Photography, Paul Weyten en RS Photo Design.