De start is matig, maar er is ruimte en tijd. Hij neemt die tijd om lekker in zijn ritme komen.  Net op het moment dat zijn achterstand op vriend Tony me iets te groot lijkt gaat de turbo aan. In no-time rijdt hij 9 seconden aan flarden. Onbegrijpelijk. Hoe kun je na bijna een hele manche die knop ineens zo omzetten. Met nog twee ronden te gaan sluit hij aan bij de doorgewinterde Cairoli. Voor Tony heb ik respect. Veel. Zijn toewijding na zoveel jaren aan de absolute top is bijna onmenselijk. Bijna foutloos werkt hij zijn rondjes af en moet weten dat Jeffrey nadert. Ik heb de pitborden niet gelezen, maar dat heeft er zeker gestaan. Nog twee ronden. Jeffrey rijdt een totaal andere lijn. Gaat buitenom en kapt af, om vervolgens de volgende bocht exact hetzelfde te bewerken. Nieuwe lijnen, zoekend naar grip en snelheid. Hij springt van rechts naar helemaal links om de volgende bocht helemaal buitenom te nemen. Buitenom en vreselijk hard. De bocht erna raakt hij aanstormend bijna het achterwiel van zijn teamgenoot. Weer gaat Jeffrey helemaal buitenom. Strak sturend met bulderend geweld. Vreselijk hard, maar nog steeds gecontroleerd. Bijna simultaan whippen ze de volgende bult, alleen gespiegeld. Net als ik denk dat Jeffrey aan wil snijden en af wil kappen besluit hij met de volle snelheid weer buitenom te gaan. Hij komt naast Tony en houdt het gas er vreselijk op.

Ruim voor Tony komt hij de bocht uit en houdt zijn KTM aan over de diepe lange gaten. Tony blijft er nog even aan hangen, zonder een enkele kans de leiding terug over te nemen. Jeffrey lijkt nog een keer te versnellen en loopt uit. Hij springt hoog en ogenschijnlijk blij. Het moet frustrerend zijn voor Tony zo gewelddadig voorbij gereden te worden, als je nagenoeg de hele wedstrijd aan de leiding hebt gereden. Jeffrey weet niet van stoppen en geeft zijn oranje kanon de volledige sporen. Een gordijn van opspattend zand blijft hem achtervolgen, bocht na bocht. De adrenaline bruist in zijn afgetrainde lichaam. Het moet er uit. Dan de laatste bocht en de verlossende finish. Een vuist gaat de lucht in, bijna zeker met een luide schreeuw. Jeffrey is terecht trots, schud nog eens met het handje en kijkt om. Tony is een topatleet met waardigheid. Hij weet hoe het is en reikt hem zijn hand. Hij weet hoe het is en wat van hem verwacht wordt. Jeffrey blaakt van alles. Sterk en meedogenloos zal hij er alles aan doen om zijn laatste level uit te spelen. Geen plan maar een missie. Alles geven en zoveel mogelijk nemen…

(Photo credits: David Lawso

De eerste twijfel lag niet zo zeer bij mezelf, maar meer bij de vraag of het allemaal wel door zou gaan. De grond was natuurlijk keihard bevroren, wat de baan toch verraderlijk glad zou maken. Heel anders in ieder geval dan een normale harde baan. Een appje op zaterdagavond naar voorzitter Arie Crooijmans geeft uitsluitsel. De voetbal van mijn jongens is afgelast, maar dit feest gaat door. ‘We zijn er helemaal klaar voor’, eindigt Arie enthousiast.

Zondagochtend word ik wakker met een fel zonnetje in mijn gezicht. Het zal koud zijn, maar als het doorgaat zullen we er bij zijn. Sowieso. Mijn kinderen zijn wel wat gewend en hebben dan ook geen probleem met winterse taferelen. Het ontbijt gaat mee in de auto en we zijn los. Gezellig en vooral de hoogste tijd. De pauze heeft wat ons betreft al weer lang genoeg geduurd. Ook voor Gemert MX is het een soort van ‘eindelijk’. Jarenlang waren zij een vaste en degelijke factor in de vaderlandse motorcross. Toch blijkt de routine het nu weer makkelijk te winnen van de zenuwen. Gesneden koek dus eigenlijk.

ONK vrijbrief
Bij de welcome office heerst rust. Arie heet me ontspannen welkom. Strak in het pak, maakt hij een zekere indruk. Ik verzilver mijn uitnodiging en merk dat ik zelf een beetje gespannen ben. De openingscross. Het startsein van weer een prachtig seizoen sport die me al zoveel mooie momenten heeft gegeven. Mijn rode draad. Net voorbij de ingang staat er een ‘shuttle’ klaar om de geparkeerden naar het circuit te brengen. ‘Service van de zaak’. Terwijl de eersten de baan verkennen, beginnen we met een rondje. Omdat ik weet dat het circuit grondig is aangepakt om weer mee te kunnen dingen naar een ONK vrijbrief let ik onbewust op de licht aangepaste lay out en alles er omheen. Ik kan niet anders zeggen dat het er gelikt uit ziet. Natuurlijk, een hard bevroren baan is nooit zonder gevaar, maar de te lopen risico’s zijn echt zoveel mogelijk uitgesloten. De baan is perfect toegankelijk en voor de toeschouwers super overzichtelijk. Achterin wandelen we over de hoog gelegen dijk rond de baan. Een veilige plaats, neus in de zon en uit de wind. Mijn dochter zit naast me en geniet zichtbaar met haar sjaal half over haar mond. ‘Lekker he pap’, zegt ze lief en dat is het ook. Kijkend naar het opgekomen volk valt het me op dat er maar weinigen echt last hebben van de kou. Dikke jassen en handschoenen. Mutsen en sjaals. We zijn een apart slag volk en kunnen wel wat hebben.

Vechten tegen de kou
Voor de rijders kan ik alleen maar respect hebben. Hier en daar een jas of bodywarmer, maar de meesten ‘gewoon net als anders’. Ook al worden de manchetijden wat aangepast, toch blijft het windje smerig striemen. Een combinatie van vechten tegen de kou en opperste concentratie. Motoren breken uit, maar de controle wint. Even word ik met mijn neus op de harde conditionele feiten gedrukt, als ik probeer een onfortuinlijke TM Coureur te helpen. Samen met zijn monteur duw ik het ding door de compressie, maar ik moet na 100 meter afhaken. Ik ben kapot, wat meteen een band schept met de TM . Rijders zoeken zichtbaar naar de grens van het mogelijke. Een enkeling gaat lichtjes onderuit, maar niets gekker dan op een ‘normale’ baan op een zomerse dag. Het is tenslotte een ONK, waar coureurs echt wel weten waar ze mee bezig zijn. Er wordt voor mijn begrippen onbegrijpelijk hard gereden. Driftend glijden de ijskoude noppen over de steenharde ondergrond. Sommigen kunnen het niet laten er toch een whipje uit te gooien. Puur uit gewoonte. Terwijl mijn zoon ideale fotoplekjes zoekt, warmen mijn dochter en ik even op bij de heaters in de biertent. De kachels laten ons bloed weer stromen. Dat je niet vroeg genoeg kunt beginnen je kinderen het fenomeen motorcross te laten beleven is ook hier weer duidelijk te zien. Een vader zit met zijn dochtertje van nog geen 3 tegenover ons op een van de houten bankjes. Het meisje is dik ingepakt en heeft een wollen mutsje met oortjes op haar lieve hoofdje. Met haar warme choco schuift ze wiebelend dicht tegen haar vader aan. Ook daar is het een onderdeel van het leven. Sommigen wandelen in het bos, wij gaan samen naar de cross. Het bier staat goed koud. Zonder moeite. De friet en de broodjes hamburger zijn ineens een traktatie en smaken met dit weer net even iets beter. Genieten 10+

‘Eindelijk dan’
Dat Liam Everts veel uren heeft gemaakt afgelopen winter is duidelijk zichtbaar. Een groot verschil met de nummer 72 van een paar maanden geleden. Een verstandige Kay de Wolf laat zien wat zijn plannen zijn voor 2018. Na en beheerste eerste manche gaat hij in de tweede ‘helemaal los’, maar toch op een uiterst gecontroleerde manier. Kay Karssemakers verslikt zich een paar keer in zijn grote haast. ‘De snelheid was er wel, alleen is 4 keer onderuit gaan net wat teveel’. Hij steekt het dan ook niet op de baanomstandigheden. ‘Het is voor iedereen lastig en opletten hè’, aldus een nuchtere Kay. Het gat tussen ‘Eighty One’ coureur Raf Meuwissen en Raivo Dankers is een stuk kleiner geworden. Even wennen is het wel om Raivo na zoveel HSF jaren in een compleet ander outfit te zien, maar dat lijkt zijn snelheid in ieder geval niet te drukken. Op deze harde baan geven ze elkaar geen duimbreed toe, waardoor we een prachtige strijd te zien krijgen. Na afloop vergaarde Raf de meeste punten en was daar duidelijk erg blij mee. Het harde werken wordt dan toch een keer beloond. Als ik hem tegenkom langs de baan, spreek ik hem even aan. Zo gelukkig heb ik hem volgens mij nog nooit gezien. Ik feliciteer hem. ‘Eindelijk dan’, zegt hij zelf. ‘Een mooier begin had ik me niet kunnen wensen’. Ik gun het hem 10 keer, maar dat weet hij wel. Wannes van de Voorde blinkt uit, terwijl Mack Bouwense al behoorlijk gewend lijkt aan zijn nieuwe ‘Lakerveld’ Yamaha. Op de listige baan komt hij goed uit de voeten, wetende dat hij in het zand ook zijn mannetje staat. De ‘kleine man’ maakt ferme stappen. Freek van der Vlist leek me voor de wedstrijd ietwat gereserveerd. Natuurlijk is het altijd spannend in zo’n eerste wedstrijd om er achter te komen waar je staat. Nieuw team, nieuwe motor. Freek neemt geen onnodige risico’s en start zijn seizoen met glans op het podium. Ik kan alleen maar benieuwd zijn naar wat volgt. Roan van de Moosdijk geeft een volwassen indruk. Ondanks zijn jeugdige leeftijd een boom van een kerel. Rijdt in zijn kenmerkende prachtige stijl een beheerste wedstrijd, afsluitend met, voor vandaag, het maximaal haalbare. Het is even wennen om de mannen op hun nieuwe motoren te zien rijden. Luca Nijenhuis op een Honda en Sven van der Mierden op een Yamaha. De strijd is er niet minder om. In ieder geval op deze baan zijn de mannen aan elkaar gewaagd.

Als we een rondje paddock doen worden we de tent binnen geroepen door de immer gastvrije GertJan Vorstenbosch. Zijn heerlijke, zelfopengemaakte, tomatensoep streelt mijn ingewanden. Onder de SKS tent ontmoet ik Hans Koenen. Wel gesproken maar nooit ontmoet. Als hij zich voorstelt steekt Lars zijn hoofd vanachter de bus deur. ‘Handschoenen?’. Ook dat is Lars. Tijdens onze ronde loop ik ook even de VIP tent in. Dankbaarheid in zijn grootste vorm. M.A.C. St. Christoffel is een dankbare vereniging en dat laten ze hun sponsoren heel duidelijk merken. Zij die het hele spektakel mede mogelijk maken worden hier in de spreekwoordelijke watten gelegd. Ook al is het geen ‘Dutch Masters’, het mag de trouwe aanhang aan niks ontbreken. Als ik rijders en aanhang zo links en rechts gadesla, bekruipt me een gevoel van geluk. Ik merk dat iedereen er weer vreselijk veel zin in heeft. Ruud Arts (Volkel Jonguh) komt net voor de wedstrijden beginnen het terrein opgelopen. ‘Eerst even een enduro ritje gedaan’, laat hij me weten met een opmerkelijk fitte blik. ‘Cross hè’, lacht hij. ‘Hoe dan ook en zoveel mogelijk’.

De kop is er af. Ja, het was koud en ja, de baan was hard. Toch heeft Gemert MX met klaargespeeld om onder erbarmelijke omstandigheden een strakke en nog belangrijker een veilige baan weg te leggen. Welkom terug Gemert en bedankt!

(Foto’s door More Heijt – www.mhmxpics.nl )

Mensen met een goed en eerlijk hart worden steeds schaarser, althans dat idee heb ik wel eens. Bijna drie jaar geleden alweer werden er twee motoren gestolen uit onze garage. Een huislijk drama, waar helaas steeds meer mensen over mee weten te praten. Een berg hartverwarmende reacties kwamen onze kant op, maar één man viel me op. Ik had wel eens wat van hem gelezen via Facebook, maar dat was het dan ook wel. Hij bood me van alles aan, tot gratis onderdelen toe. Ook had hij spontaan mijn Mxinfected logo op zijn sticker set laten drukken. Voor mij een bijzondere actie van een bijzonder mens.

‘Gaan jullie mee?’
Gertjan Vorstenbosch is verslaafd aan motorcross. Ondanks hij zelf zo nu en dan de motor nog wel eens pakt, gunt hij een ander ook iets. ‘Het kost me nogal eens een paar centen, maar het geeft me zo ontzettend veel voldoening’, aldus de immer opgewekte Empelaar. Altijd is hij wel bezig rijders ergens onder te brengen. Voor anderen, maar zeker ook voor zichzelf. Al enkele jaren sprokkelt hij, veelal buitenlandse, rijders bij elkaar om ze te laten glimmen onder de spots van de verschillende, tijdelijke supercross hallen. Gekozen op het gevoel. GertJan gaat graag en veel, meestal spontaan op pad. Een paar maanden geleden belt hij me op een maandag. Zomaar zonder aanleiding. ‘Ik ga met Carglass Honda naar de GP van Frankrijk. Gaan jullie mee?’. Die kans heb ik, samen met mijn foto makende zoon, met twee handen gegrepen. We hadden een topweekend met leuke, mooie, soms diepgaande gesprekken. Ja, ook over zijn geaardheid en hoe hij daar op jonge leeftijd mee om heeft moeten gaan. Het geeft meteen een heel ander beeld van de clown die meeste mensen kennen. Vind wat je vindt, maar GertJan is echt. Tot op het bot. Ook hoorde ik hoe hij zijn dagelijkse geld verdient en daar moet hij hard voor werken, dag en nacht. Respect daarvoor.

Gouden nummers
Afgelopen weekend was de Supercross in Goes weer aan de beurt. Tijdens de Supercross in Parijs spotte hij ene Yannis Irsuti. Een rustige jongen, maar met een hoop vuur in de baan. Niet voor niets sloot hij zijn SX seizoen in Frankrijk af op de hoogste trede. ‘Ik vind alleen zijn naam al leuk’, grapte GertJan, maar wist donders goed wat de jonge Fransman in zijn mars heeft. In Dortmund liep hij de in Duitsland wonende Fransman Boris Maillard tegen het lijf. Ook hem legde hij vast in een Engels/Frans accent. Twee mannen van formaat. Om het team compleet te maken vroeg hij familievriend Henk Pater of hij zijn motor ook onder de GJV tent wilde plaatsen. Zelf had ik Yannis al zien rijden in Parijs, dus wist dat hij zeker voor spektakel zou gaan zorgen. De training in de Zeelandhallen liet zien dat er met elk van de mannen degelijk rekening gehouden diende te worden. Gertjan keek gespannen toe vanonder zijn No Fear cap. Hij wilde het zo graag goed doen. Alles. De mannen werden mede door zijn knappe ‘kissmissnicht’ Romy tot in de puntjes verzorgd met eten, glimmende motoren en een strak pak. Zonder de bekende roze accenten deze keer, maar met gouden nummers, namen en zelfs mijn eigen logo op mouwen en rug. Wellicht onbewust een teken van zijn plannen. Helaas moest Yannis halverwege overstappen op zijn reserve motor, maar dat maakte het spektakel niet minder. Met de snelste rondetijd van de dag maakte de Fransman een heel duidelijk punt. En dat ook nog eens met een MX 2 motor tussen de MX1. Het enige nadeel van de MX2 motor was dat Yannis er bij de starts steeds niet goed bij zat. Ook Boris had de smaak en de snelheid goed te pakken en Henk Pater wist met verstandig rijden zelfs zijn klasse met een prachtige overwinning af te sluiten.

Niet eerlijk
Als de wedstrijden ten einde zijn lopen we nog even langs de tent van het ‘GJV/KdO/Frietje on Tour’ team. Het team dat eigenlijk voor deze gelegenheid bij elkaar is gekomen. Hoogst waarschijnlijk zal dit team nog veel meer van zich zal laten horen in de toekomst, want ook Kees van den Boomen en zijn mobiele frietbakkende dochter Denise zien de plannen van GertJan wel zitten. GertJan is druk. Er staan verschillende mensen op hem te wachten, dus ik hou me wat afzijdig. Kleine Luciano Tielen van 5 rent de tent in, direct naar Yannis. ‘Mag ik je shirt hebben?’, vraagt hij zonder enige schroom en Yannis knielt. Later hoorde ik dat het mannetje kwaad was dat Yannis de wedstrijd niet had gewonnen. ‘Hij had een lichtere motor en daarom kon hij niet winnen. Niet eerlijk’. Zijn vader Mark trekt hem het veel te grote shirt aan over zijn jasje. Het shirt raakt haast de grond, maar dat boeit hem weinig. Glunderend gaat hij in tenue nog een paar keer met zijn grote held op de foto. Gouden momenten. GertJan slaat gade en kijkt me aan met een emotionele blik. ‘Ik wilde zelf nog een shirt bewaren, maar als ik dit zie is het helemaal op zijn plek’.

Als hij ziet dat ik ’s nachts nog online ben belt hij me nog even om me te vertellen dat hij een topweekend heeft gehad. Ik weet het. Hier doet hij het voor. Het Irsuti verhaal blijkt nog een staartje te hebben als ik hoor dat de jongen zelf heeft gespaard om een avontuur van 5 wedstrijden in de States aan te gaan. Zijn camper is amper afgekoeld en GertJan is alweer op zoek. Dit keer naar een Amerikaanse Suzuki zonder blok en vering. ‘Als ik dat nou eens kon regelen voor hem…’

(Foto’s met dank aan ‘Magic’Huub Munsters)

Het is ver voor mijn tijd, maar ooit hadden de huizen helemaal geen kranen en stopcontacten. Het was in die perioden dat Rinus zijn vader een gat in de markt zag een Loodgietersbedrijf beginnen naast zijn bestaande Bedrijf de Smederij . De man krijgt het verschrikkelijk druk, dus zodra Rinus mag en kan helpt hij zijn vader. Niet dat het helemaal zijn droom is, maar Rinus heeft eigenlijk helemaal geen droom. Ja, misschien toch een beetje. Hij wil geld gaan verdienen, een gezin stichten en daar voor zorgen. Verder niks.

‘Dat kostte ons bijna de kop’
Rinus is 38 als hij iemand tegen het lijf loopt met een kleine horeca groothandel. Zijn assortiment leek in niks op de dingen die Rinus nu
‘verhandelt’. ‘Het assortiment verandert bijna wekelijks’, zo weet Rinus. ‘Je moet mee met de trends natuurlijk. Alert zijn’. De man had tegen Rinus gezegd dat hij eigenlijk wilde stoppen met zijn zaak, waarop hij Rinus vroeg of het iets voor hem was om over te nemen. Daar zag Rinus wel brood in zelfs met beleg . ‘Ik was toen nog maar 38 en bruiste van de energie’. Rinus had verder niks met horeca. Ook zijn vrouw Addie had niets met administratie, dus dacht ze op type les te gaan. Helaas kreeg ze daar de kans niet meer voor gezien de overname vrij snel plaatsvond. Alles moest natuurlijk snel draaien. In zekere zin gooiden ze zichzelf voor de leeuwen, wat later de beste leerschool ooit zou blijken te zijn. Gelukkig weten ze elkaar goed op te vangen en staan elkaar bij waar nodig. Met een stukje gezond verstand en kom je al een heel eind. Na een kort overleg met zijn vrouw wordt de koop uiteindelijk redelijk snel gesloten en is Horeca Groothandel van Doom een feit. Dit wel onder voorwaarde dat de bewuste oud-eigenaar nog 5 jaar bij Rinus zou blijven werken. Een slimme zet, vooral als je zelf uit het loodgietersbedrijf komt. Die 5 jaar werden er 7, met een naar einde. De man ging uiteindelijk in de ziektewet, waarop hij met de mededeling kwam dat hij overspannen was met alle financiële gevolgen van dien. ‘Dat kostte ons bijna de kop’, zegt Rinus en kijkt er zorgelijk bij. ‘Alles waar je dan zo keihard voor hebt gewerkt, staat dan ineens op de helling. Ik kan er nog steeds kwaad om worden.  Een man waar we zoveel vertrouwen in hebben gehad’. De omzet was goed, maar zulke dingen zijn erg slecht voor de uiteindelijke winst. Het wordt uiteindelijk een slepende affaire waar ook het gezin onder te lijden krijgt, maar met keihard werken weten ze er toch bovenop te komen.

Een prachtig en vooral gezond bedrijf
Door de stijgende omzet wordt het pand aan de Oostperkweg in Middelburg al snel te klein. Addie gaat zich meer richten op de administratie via computer om de groter wordende hoeveelheid op tijd te kunnen verwerken terwijl Rinus zijn fantasie los laat gaan en een tekening maakt van wat hij graag zou willen. Een droom geboren. Rinus houdt de krabbels angstvallig in zijn la, maar weet goed wat hij wil. ‘Ik droomde van een groter pand met een naastliggende woning, zodat we van het vermoeide heen en weer rijden in de late uurtjes af waren en al onze kostbare tijd in de zaak konden steken’. Zijn droom werd een serieus plan. Na jaren keihard te hebben gewerkt en hun verdiende centen zorgvuldig te hebben besteed, konden de tekeningen dan toch uit de la. ‘We hebben een mooie grote loods met een woning er naast laten bouwen’. In begin 2000 was het dan zover dat ze met zeer verdiende trots hun nieuwe onderkomen aan de Voltaweg 22-24, op het Industrie terrein Arnestein te Middelburg konden betrekken. Zoon Cordino en dochter Jeamantta onthulden het nieuwe reclame logobord, waarna de genodigden het nieuwe pand konden bezichtigen. Na de toespraak van Rinus en Addie kon het feest beginnen. Een groot openingsfeest, compleet met feesttent en catering en zelfs een Italiaanse proeverij. Niet vreemd voor de klanten en leveranciers, want ook in het dagelijkse zakendoen staat bij Rinus en Addie de service op nummer 1. Het succesvolle bedrijf bleef groeien. Zoon Cordino kwam na een leerzame baan ‘bij en andere werkgever’, de gelederen versterken. Na veel interne aanpassingen om de stormachtige groei het hoofd te bieden werd er in 2016 nog een naastliggende loods gekocht. Zo is de situatie nu, in 2018. Een prachtig en vooral gezond bedrijf. ‘We hebben echt wel een paar keer zwarte sneeuw gezien hoor. Momenten dat ik dacht, ik stop er mee’. Het is natuurlijk een flits van gedachten, want stoppen kon helemaal niet’. Hun hele ziel en zaligheid zit in de zaak en dat zouden ze zomaar niet opgeven.

‘De service’
Rinus en Addie zijn blij dat ze het hebben doorgezet en hebben met zoon Cordino een waardige opvolger voor hun bedrijf. Ondanks dat denkt Rinus nog helemaal niet aan stoppen. ‘Dan wordt je snel oud’, zegt hij lachend en dat is natuurlijk ook wel zo. Als we een rondje door het bedrijf maken is te zien dat het huidige assortiment helemaal is aangepast op de huidige samenleving. ‘We hebben veel pizzeria’s als klant. Die hebben natuurlijk spullen nodig die totaal afwijken van wat een andere restaurant houder zal bestellen’. We groeien mee en volgen de wegen van onze klanten. Op die manier kunnen we ze altijd van dienst zijn’. Over de vraag waarom iemand voor ‘van Doorn’ zou moeten kiezen hoeft Rinus niet lang na te denken. ‘De service eerlijk zijn tegen je klanten’, zegt hij bijna zonder nadenken. ‘We wonen er naast en als we thuis zijn kunnen ze altijd nog spullen komen halen’. Sommigen vinden zich dan slaaf van hun bedrijf, maar daar denken de van Doorns heel anders over. ‘We hebben ons klantenbestand op die manier op kunnen bouwen. Niets was te veel en we stonden dag en nacht klaar. Dat waarderen we zeer. Ook de klanten met een wat lagere omzet worden nog steeds op handen gedragen. Het zou ook niet eerlijk zijn de mensen niet meer te helpen omdat we toevallig wat groter gegroeid zijn. Juist aan deze mensen hebben we ons bedrijf te danken’.

‘Monster’
Trots staat hij naast de onlangs aangeschafte Dodge Pick up. ‘Een beest van een ding’, omschrijft hij hun grote liefde. Op mijn aanvraag start hij het monster en geeft een paar keer goed gas. Kippenvel op mijn armen. Jaren hebben ze alles gegeven. Nooit op vakantie en altijd maar gewerkt. ‘Natuurlijk, deden we het graag en tenslotte is het ook een beetje hobby geworden, maar dit wilden we allebei zo graag dit was nog onze wens. Nu kon het en hebben we het gewoon gedaan’. We hebben ook ter ontspanning een lange tijd geleden ieder een motor gekocht, maar Addie’s gezondheid strooide regelmatig roet in het eten. Vanuit dat oogpunt besloot Addie haar motor te verkopen. Uit eigen veiligheid maar zeker ook voor de mede weggebruikers. ‘Nu kunnen we samen lekker weg wanneer we willen. Zo’n ritje is voor ons een soort van vakantie’. Rinus glimt. Nog harder dan de Dodge, maar dat mag hij…

Ian de Sweemer is 5 jaar als hij nietsvermoedend de huiskamer binnen komt lopen. Zijn eeuwige gezeur heeft zin gehad, want daar staat zijn felbegeerde eerste crossmotor te glimmen, midden in de huiskamer.

[logo-carousel id=banners-2]

Ians vader legde de basis in het gezin en crosste hobbymatig tot zijn longen het niet meer toelieten. Het was bijna vanzelfsprekend dat de kleine Ian vroeg of laat op een motor zou klimmen. Vader Sweemer was ondanks het feit dat hij zelf niet meer kon rijden vastbesloten in de cross te blijven. Nog geen twee jaar later stond er een heus cross team waarin hij jonge talentjes een kans kon geven. Ian doorloopt de verschillende jeugdklassen welke hij verschillende malen bekroond ziet met een kampioenschap. Een belofte was het zeker, op weg naar nog veel meer mooie dingen.
Roerloos op de harde grond
Nog maar 3 maanden geleden sloeg het noodlot toe. Hij had net de overstap naar de MX2 klasse gemaakt en had zijn zinnen gezet op het nieuwe seizoen. Het zou een avontuur worden omdat hij ook Europees wat wedstrijden mee zou gaan rijden. Ook waren er plannen gemaakt om zich wat meer te gaan specialiseren in het super crossen. Een tak van sport die hem erg goed lag. Ondanks het seizoen ten einde is besluiten ze nog een wedstrijd in Beervelde mee te pakken omdat hij zoveel mogelijk met de nieuwe motor wil kunnen rijden. Het nieuwe seizoen staat tenslotte al snel weer voor de deur. Het rijden gaat lekker totdat hij bij het uitkomen van een bocht de controle over zijn KTM kwijt raakt ongelukkig van zijn motor slaat. Nog geen 50 meter verder staat zijn vriendin te wachten met haar camera. Als het haar te lang duurt vooraleer hij weer doorkomt gaat ze angstig op zoek. Dan vindt ze hem, roerloos op de harde grond. Ian voelde meteen dat het mis was. ‘Ik probeerde me te verplaatsen maar merkte meteen dat mijn benen niet meewerkten’. Er gaat dan van alle door je heen, maar gek genoeg toch niet meteen het ergste.

‘Dat het mijn leven was’
Eenmaal in het ziekenhuis wordt alles langzaam maar zeker duidelijk. ‘Wat buitenstaanders vaak niet kunnen begrijpen is dat je vrij vlug schakelt in je hoofd. Op de een of andere manier denk je al snel aan hoe je verder moet en veel minder aan de dingen die je kwijtraakt. Ik vond het erger voor mijn familie en vriendin, dan voor mezelf. Ik heb tenslotte altijd verkondigd dat ik niets liever wilde dan crossen. Dat het mijn leven was.’ Voor schuldgevoel is er dan ook geen plaats. In de maand die volgde was er veel medelijden vanuit zijn ouders. Zijn moeder had het er echt heel slecht mee en moest nogal eens een traantje wegpinken. Niet meer dan menselijk natuurlijk als je je enigste kind op zo’n jonge leeftijd al in een rolstoel ziet zitten. Door Ians positiviteit ebde dat langzaam maar zeker bij haar weg. Acceptatie volgde.

[logo-carousel id=banners-2]

Grenzen opzoeken
‘Ik heb redelijk lang in het ziekenhuis moeten verblijven.’ Nog niet eens door zijn letsel, maar er was geen plaats in het revalidatiecentrum op dat moment. Dat duurde zeker 5 weken. Ian heeft in die ‘wachttijd’ in het ziekenhuis al veel geoefend. Hij was al snel in staat om eigenhandig in en uit bed te kruipen. Ook kon hij al een auto in en uit komen zonder hulp. Inclusief stoel inklappen en meenemen. Hierdoor kon hij met een voorsprong aan zijn revalidatie beginnen. Hij zou geen echte crosser zijn als hij al niet een aantal keren achterover was geklapt met zijn rolstoel. ‘Grenzen opzoeken zit er nog wel een beetje in hoor’. Met revalideren gaat het uiteraard om het boeken van progressie. Alleen ligt de nadruk van de ergotherapie echt op technieken van rolstoelgebruik en het verplaatsen zonder. ‘Ik probeer zo ver mogelijk op eigen kracht ergens te komen’. Lukt dat niet meer, dan accepteer ik wel hulp, maar anders echt niet. Iedere keer een paar meter meer is ook vooruitgang. Vorige week heb ik een nieuwe rolstoel besteld. Het is er een zonder handvatten, zodat iemand me ook heel moeilijk te hulp kan schieten. In het revalidatie centrum heb ik veel steun aan lotgenoten. Ze hebben allemaal wat anders, maar wel met dezelfde instelling. We praten veel met elkaar wat een hechte band aan het vormen is. Het is mooi dat ik hier ook mijn UZ studie op kan pakken. Ik kan gewoon met mijn eigen boeken de lessen volgen, want dat wil ik graag. Ik was aan het leren voor lasser en dat zou ik graag afmaken. Er wordt wel gekeken naar veiligere lastechnieken in verband met het spatten. ‘Als mijn benen in de brand staan zou ik het weten door de geur, maar zeker niet door de pijn.’

Zelfstandig wonen
Qua revalidatie is Ian al zo ver dat hij binnenkort starten met ambulante therapie. Dat wil zeggen dat hij dan niet meer intern is en thuis zou kunnen wonen. ‘Ik ga dan net als iemand die naar zijn werk gaat ’s morgens, naar de therapie en ’s avonds weer naar huis.’ Dat zou al weer een dikke ‘stap’ vooruit zijn. Zijn ouders hebben de garage al een beetje voor hem aangepast. ‘Ik zou daar naast sporten een begin kunnen maken met zelfstandig wonen. Ik heb daar een eigen slaapkamer en een keukentje waar ik mijn eigen ‘potje’ zou kunnen koken. Dat lijkt me geweldig. Ik heb enorm veel steun aan mijn vriendin. Ze liet er bijna haar school voor schieten om maar bij me te kunnen zijn en me te helpen. De zin voor andere dingen was er even niet meer. We hebben toen veel gepraat en ik heb aangegeven dat ze wat minder met mij bezig moest zijn en zich diende te concentreren op haar studie. Dat heeft ze gelukkig weer goed opgepakt en de goede cijfers zijn weergekeerd. We waren nog maar 3 maanden bij elkaar toen ik mijn ongeluk kreeg, maar de band is mede hierdoor erg sterk geworden. We hebben het heel stiekem wel eens over de toekomst, maar niet al te diep nog. We zijn nog erg jong natuurlijk.’

[logo-carousel id=banners-2]

Het zal wel bij dromen blijven’
Echte plannen voor de toekomst heeft Ian nog niet. Er spelen wel wat dingen door zijn hoofd natuurlijk. Zijn motor bijvoorbeeld. Die staat op een plaats waar hij helemaal nagekeken wordt. ‘Ik kan er nog geen afstand van doen en dat hoeft ook gelukkig niet van mijn ouders. Het is een deel van mijn leven tenslotte.’ Z e hebben het er over gehad om er wellicht later beugels aan te monteren, net als bij lotgenoot Joel Roelants. ‘Ik zou zo graag nog eens rijden.’ Na een periode van 12 jaar intens cross genot is het misschien ook wel een mooie manier van afscheid nemen. Stiekem heeft hij wel eens gedacht aan een kleine competitie van rijders met een dwarslaesie. Er zijn er inmiddels wel een redelijk aantal en Joel heeft laten zien dat het zeker mogelijk is. ‘Het zal wel bij dromen blijven’, lacht hij. Tijdens de revalidatie heeft Ian ook kennis kunnen maken met andere sporten die je vanuit een rolstoel kunt beoefenen, zoals tennis en badminton. ‘Mijn hart ligt daar niet, maar de keuze is in mijn geval wel erg beperkt geworden natuurlijk.’ Ook ziet hij wel mogelijkheden in het trainen en begeleiden van andere rijders, maar dat is echt toekomstmuziek. De cross vaarwel zeggen zit er heel zeker niet in. ‘Ik zal zeker nog vaak te zien zijn op de cross. Bijna al mijn vrienden rijden en ik zou er erg graag bij betrokken blijven. Aan die jongens zal het niet liggen, die staan zo voor de deur…’

(Foto’s met dank aan Peter Borremans en More Heijt – www.mhmxpics.nl)

‘Ik ben er echt wel eens harder afgegaan. Dan stond ik op en had ik in het ergste geval wat spierpijn naderhand’. De Belgische Jolien Vleminckx is dan 23 en rijdt eigenlijk al haar hele leven. ‘Ook ik kreeg het van huis uit mee’. Niet dat mijn vader crosste. Hij heeft enkele jaren fanatiek trial gereden, maar de motoren fascineerden me wel. Via kennissen kwam ik op de cross terecht, waarna ik het bekende virus gewillig oppakte. Jolien bereikte al vele hoogtepunten in haar cross loopbaan. Op twee botbreuken na bleef ze gevrijwaard van ernstige blessures. Dat haar carrière uiteindelijk zo zou eindigen had ze zeker nooit kunnen denken.

Ze slingert over haar motor
In Kleinau was het. Achteraf werd het weekend bestempeld met de terechte term ‘Black Weekend’. Dit omdat de ambulance meer dan 10 keer moest uitrukken en de trauma heli maar liefst 7 keer een landingsplaats moest zoeken. Jolien was fit. Altijd eigenlijk. Daar zorgde ze voor omdat ze weet dat een fit lichaam veel kan hebben. ‘Het stelde werkelijk niks voor.’ Met een iets te hoge snelheid kwam ze aan op de bocht. Omdat ze de eerste wal niet m eer haalde stuurde ze er overheen, naar de tweede wal. In die wal bleef haar motor steken terwijl haar lichaam verder wilde. Tegen zwaartekracht valt niet te vechten. Ze slingert over haar motor en belandt met haar gezicht in de kei harde ondergrond met als gevolg dat haar lichaam er ongecontroleerd overheen slaat. Hevig geschrokken bleef ze roerloos liggen. Niet eens pijnlijk, maar erg onwerkelijk. ‘Het was plots dat ik besefte dat ik niets meer voelde.’ ‘Mijn vader en vrienden waren er direct bij. Mijn moeder was er die dag een keer niet bij, maar werd al spoedig gebeld met het vreselijke nieuws. Ik weet nog dat ik tegen één van mijn vriendinnen zei dat ik misschien de tweede manche niet zou kunnen rijden, niet beseffend dat ik wellicht nooit meer zou rijden.

[logo-carousel id=banners-2]

‘In een roes ontwaakte ik’
Natuurlijk heb je geen besef van wat er werkelijk aan de hand is op zo’n moment. ‘Net zoals bij het breken van een been of arm denk je dan. Komt wel weer goed’. Je hebt ook geen besef van tijd op zo’n moment, maar het leek dat me dat er al meteen een helikopter boven me rondcirkelde. Het was blijkbaar erg lastig een veilige landingsplek te vinden, waardoor het nog bijna een uur duurde voordat ze er in gedragen kon worden. Ik weet eigenlijk alles nog. Het moment dat ze me de heli indroegen en de reis naar het Akense ziekenhuis, waar ik uiteindelijk wel in slaap viel. ‘In een roes ontwaakte ik en was er nog steeds zeker van dat alles goed zou komen. Ook mijn ouders hadden die overtuiging.’ Het was achteraf een beetje tegen beter weten in, want ik had geen enkel gevoel in mijn onderlichaam. Natuurlijk wil je denken dat het wel meevalt. Ook wist ik dat het medisch gezien mogelijk was dat het gevoel terug zou komen. Ik ben acuut geopereerd en ik moet zeggen dat ik blij ben dat ik in Aken terecht gekomen ben. Wat deze letsels betreft ben je hier op de beste plaats. Helaas was het letsel dermate ernstig dat de beste arts haar niet had kunnen genezen. ‘Ik heb nog wel eens heel even nagedacht over het feit dat ik redelijk lang op de heli heb moeten wachten, maar navraag leerde me dat het geen verschil had gemaakt. Het was gewoon kapot. Meteen al.

Godsgeschenk
Veel zenuwen zijn kapot of onherstelbaar beschadigd. ‘Ieder geval van een dwarslaesie is er een apart’, zo weet ze inmiddels. ‘Er zijn zoveel verschillende gradaties’. Jolien had de pech dat ook een zenuw van haar bloedregulatie beschadigd was. Dat zorgde ervoor dat ze zeker 8 maanden ter observatie in het ziekenhuis heeft door moeten brengen. ‘Ook al is het misschien het beste ziekenhuis, op een gegeven moment wil je echt wel naar huis’. De bijkomende letsels zorgden ervoor dat ze door wegvallende bloeddruk erg zwak bleef. ‘Soms, als ik overeind probeerde te komen werd het al zwart voor mijn ogen.’ Na een aantal maanden heb voor een gedeelte gevoel terug gekregen in mijn blaas. Helaas is het alleen een wazig en brandend gevoel wanneer er iets mis is in mijn lichaam. Net zoals het gevoel van aanraking in mijn been en onderrug. Ook dit is een redelijk vaag gevoel en zeker niet zoals het vroeger aanvoelde. Ook heeft ze met grote regelmaat te kampen met een blaasontsteking. ‘Het is zo raar allemaal. Als ik bijvoorbeeld merk dat ik koorts heb, moet er echt gezocht worden naar de oorzaak. Ik voel helemaal niks.’ De hoop dat er vooruitgang plaats blijft vinden is nog steeds sterk aanwezig. ‘Ook al ben ik me bewust dat een totale genezing er niet in zal zitten, toch blijf ik met blij met alle kleine beetjes.’ Natuurlijk heeft Jolien heel lang hoop gehouden op herstel. Zelfs na die 8 maanden kwam er een beetje gevoel in haar linkerbeen en voet. Ze kon dan zelfs een beetje met haar tenen wippen. Simpele dingen die ik vroeger uit verveling deed, zouden nu een Godsgeschenk zijn’. Frustrerend is dan wel dat nu, na zo’n twee jaar de verbeteringen uitblijven. Op een hele goede dag ben ik in staat mijn been lichtjes te bewegen. Ook voel ik het dan als mijn been scheef ligt. Dat is wel alles.

[logo-carousel id=banners-2]

’De hoop zal er altijd blijven’
De drang om fit blijven heb ik nog steeds. Ik moet er niet aan denken dat er straks dingen mogelijk zijn en ik buiten de boot val omdat mijn lichaam te zwak is. Dat gaat echt niet gebeuren. Mijn beurt zal niet aan me voorbij gaan, geloof me maar.’ De hoop zal er altijd blijven. Ook haar vader en moeder willen er nog steeds in geloven. Ik praat er veel over met mijn ouders. Natuurlijk zijn ze nog steeds bezorgd om mijn welzijn, wat ik ook wel begrijpen kan. Je kinderen zijn toch je alles. Ik begrijp dat heel goed, maar ik heb ze wel duidelijk gemaakt dat ik allesbehalve ongelukkig ben. Ze zorgen voor me zoveel ze kunnen. Onlangs heb ik zelfs mijn eigen ‘zorghuisje’ kunnen betrekken, hier in de achtertuin. Heb alles binnen bereik. Ik kan hier voor een groot deel voor mezelf zorgen en dat geeft een fijn gevoel.’ In de eerste maanden kreeg Jolien erg veel bezoek. Dat was nog met fruitmanden, bloemen en snoep. Nu komen ze gewoon lekker op visite. ‘Ze behandelen me niet anders dan voorheen en dat voelt heerlijk. We lachen, drinken en maken het laat. Net als vroeger. Daar wil ik mijn ouders niet mee lastig vallen.’ Het mooie is van alles is dat je er op zo’n moment achter komt hoe groot en hecht je vriendengroep eigenlijk is. Zowel privé als op het werk heeft niemand haar laten vallen. ‘In het ziekenhuis moest ik soms bezoek afzeggen omdat de andere kamerbewoners klaagden. Hoe iets negatiefs op zo’n moment zo waardevol kan zijn. Das massale bezoek is nu wel wat gestabiliseerd. Ondanks dat geeft het haar nog steeds enorm veel kracht. ‘Ik kan me echt voorstellen dat je zonder dat alles makkelijker op andere gedachten zou kunnen komen. Er zijn meiden waarmee in bij de MON reed die twee uur onderweg zijn om me een bezoek te brengen. Bizar gewoon. Ze halen me op en we gaan op pad.’

Dat was mijn enige wens nog
Maatschappelijk gezien wordt alles wel even anders voor Jolien. ‘Ik was altijd werkzaam als werfleidster voor bouwmaatschappij DEMOCO. Zij hebben me al die tijd gesteund en zorgen er nu voor dat ik na een omscholing straks te werk kan gaan op het kantoor. Natuurlijk ben ik hen eeuwig dankbaar.’ Haar mobiliteit is inmiddels ook geregeld. ‘Sinds kort heb ik een eigen, volledig aangepaste, auto. Dat was mijn enige wens nog. Het autorijden is nog wel erg vermoeiend omdat de combinatie van concentratie en lichamelijke inspanning me soms nog iets te veel is. Er is van alles aangepast, met ook een extra gordel.’ Ze begint hard te lachen. ‘Anders hang ik in iedere bocht tegen het raam’.

Ook al heeft de bijzonder opgewekte Jolien nu haar lichamelijke beperkingen, de kracht die uit haar ogen straalt belooft nog veel moois voor het vervolg van haar leven…

Sylvan is 7 als hij kennismaakt met motoren. Vader Canrinus is dan al gestopt, maar reed hobbymatig een behoorlijk niveau. Tijdens De opstapdag van ‘MC Flying Boetoe’ uit Joure krijgt Sylvan zijn eerste injectie toegediend via een Yamaha 50. Hij heeft dan zelf nog geen motor maar weet een ding heel zeker. Hij wil crossen.

Sylvan is een blijvertje
Op zich zijn z’n ouders er niet op tegen. Sterker nog, ze begrijpen het heel goed. Toch moet hij eerst zijn zwemdiploma’s zien te halen. Alles op z’n tijd. In snel tempo peddelt Sylvan zijn papieren bij elkaar, waarna hij direct terug komt op de belofte die zijn ouders hem deden. Al snel staat er een heuse 65 cc in de schuur. De stap naar de DMX wedstrijden is kort en simpel. De banen zijn redelijk in de buurt wat voor de ouders van een beginnend crossertje meer dan ideaal is. De kleine Sylvan valt op. Niet alleen door zijn open en eerlijke karakter. Hij blijkt ook nog eens bovengemiddeld rond te kunnen komen. Dat legt hem geen windeieren en al snel schrijft hij zijn eerste kampioenschap op zijn naam. De groei zet door en hij stapt over naar de 85 kleine wielen. Ook daar blijkt hij de sterkste, wat hij nog eens dunnetjes overdoet bij de grote wielen. De toon is duidelijk gezet. Sylvan is een blijvertje. Aangezien niet alleen Sylvan, maar ook zijn gevolg erg benieuwd is waarheen dit zal leiden wordt de overstap naar de 125 in gang gezet. Meer en meer gedreven door zijn eigen succes gaat de cross langzaam maar zeker voor alles.

Blessures
Zijn leven is cross. Alles wat hij doet heeft er mee te maken. Zijn vader zorgt voor de motor. ‘Daar heb ik echt helemaal 0% verstand van’. Hij zorgt zelf voor het welzijn van zijn lichaam. Hij wil fit zijn en er alles uit halen. Leren, werken, trainen en vooral veel rijden. Daar vult hij zijn dagen mee. Zijn leven. De groei zet door en de uitslagen worden beter. Maar de gedreven Sylvan wil meer. In 2016 zet hij na een goed seizoen weer een prachtig resultaat neer met een 7e plaats als eind uitslag. In 2017 begint hij volgens plan. Hij scoort netjes zijn punten en op het moment dat hij 4e staat in de tussenstand, krijgt hij te kampen met blessures. Een hand en een knie strooien roet in de kampioensmaaltijd. Uiteindelijk wordt hij nog 7e in de eindstand, maar daar kon hij geen genoegen mee nemen. 2018 zou zijn jaar worden. Een kampioenschap zat er gewoon in. De snelheid was er en de groei zette nog steeds door. Het trainingsschema werd aangepast en een mountainbike aangeschaft. Aan de conditie mocht het niet liggen.

Natuurlijk komt het weer goed
In de afsluitende DMX finale van Axel wilde hij graag een goed resultaat neerzetten. In het zware zand zou hij laten zien wat hij waard was. Zo voelde het, zo moest het gaan. Tijdens de tijdtraining ging het mis. In een rustige ronde springt hij een tafel niet volledig en komt in de lucht in aanraking met een ‘doorspringer’. Door een tik tegen zijn voorwiel raakt hij in onbalans en smakt met zijn borst tegen het zware zand. De klap is hard en de val ongelukkig. Zijn benen slaan naar voren waarbij de hakken van zijn laarzen de achterkant van zijn helm raken. Een doffe klap. Sylvan weet niet wat hem overkomt. Met zijn gezicht in het zand probeert hij zich te verzetten tegen de ongemakkelijke houding. Het gebeurde zo snel ook. Zijn onderlichaam wordt erg warm en hij voelt niets meer. Een zwaar en slapend gevoel. Hij ziet alleen maar zand en hoort verontrustende stemmen om zich heen. Zelf zet hij zelf zijn bril en helm nog af. Als hij uiteindelijk naar de ambulance wordt gedragen kijkt hij in de blauwe lucht. Het is erg stil voor een cross circuit. Te stil. Een enkele vogel lijkt door te geven wat er gebeurd is. Eigenlijk wil hij helemaal niet weten wat er aan de hand is. Verschillende stemmen vertellen dat het mis is. Vreselijk mis. Hij wil het niet weten. Niet horen. Als hij merkt dat zijn onderlichaam geen teken van leven meer geeft, weet hij zeker dat het een tijdelijke kwestie is. ‘Daar ga je gewoon van uit op zo’n moment’. Natuurlijk komt het weer goed. Ook zijn lichaam moet van de klap bekomen. Zonder tijdsbesef laat hij zich vervoeren naar het ziekenhuis, waar hij langzaam maar zeker geconfronteerd wordt met de keiharde werkelijkheid. Het komt niet meer goed. Ook niet een beetje. Er spookt veel door zijn hoofd en elke minuut is anders.

 

Complete dwarslaesie
Natuurlijk denk je als eerste aan de dingen die je zo graag deed en nooit meer zal kunnen. Je hebt het gedaan en gehad, maar ineens is alles weg. Het zijn fases waar je doorheen gaat. Je moet. Eenmaal aan het idee gewend dat het niet anders is, ga je plannen maken. ‘Misschien is het wel een voordeel als je gecrosst hebt. In die 12 jaar heb ik leren overleven. Je moet alles zelf doen en oplossen. De uiteindelijke prestatie ligt helemaal bij jezelf. Bizarre gedachte is wel dat je tijdens het uitoefenen van je hobby een complete dwarslaesie oploopt. Niets zal meer hetzelfde zijn. Ook nu is Sylvan op zichzelf aangewezen. Wel put hij heel veel kracht uit zijn familie en zijn hechte vriendengroep. Die slepen we er echt door en dat had ik wel nodig. Het is ook niet niks. Juist op het moment dat heel de wereld voor je open ligt wordt voor je neus, de deur van je toekomst keihard dichtgesmeten. Een hard gelag. Hergroeperen en nieuwe plannen maken. Sylvan is ongelooflijk positief. Bijna eng maar hij maakt het gesprek, waar ik zo tegen op zag een stuk makkelijker voor me. Ook voor zijn ouders, zusje en vrienden heeft hij het door zijn ongekende positiviteit een stuk makkelijker gemaakt. De aandacht is nog steeds fijn, maar de tranen en medelijden is hij wel voorbij.

 

‘Daar ben ik heel erg dankbaar voor’
Zijn focus ligt duidelijk op de toekomst. Hij maakt plannen, misschien wel meer dan veel van zijn leeftijdsgenoten. Erg blij is hij met zijn werk. Zijn stageplaats bij ‘Rondom Motorcross Stickers’ mag hij behouden, dat was al snel duidelijk. ‘Daar ben ik heel erg dankbaar voor. Geweldige mensen’. Grafisch ontwerp blijft zijn ding, maar hij is er nog niet zo zeker van dat hij dat na zijn examen zal blijven doen. In de tijd dat hij crosste werkte hij regelmatig als barman in een stads café. ‘Dat vond ik echt geweldig. Mijn ouders hadden hun bedenkingen omdat ik soms een nacht oversloeg. Zonder problemen overigens. Ik ben nog maar 19 en kan dat makkelijk aan. Op die manier had ik mezelf een druk leven toebedeeld. Misschien is dat ook wel de reden dat ik nog vrijgezel ben. Er is geen tijd meer over, haha.’

Als Sylvan lacht, lacht hij echt. Ook nu…

Foto’s met dank aan: MX Hot Shots en LB Crossfoto’s

 

Plezier staat voorop. Welke sport je ook beoefent, uiteindelijk wil je er een fijn gevoel bij hebben of aan over houden en natuurlijk doet iedereen dat op zijn of haar eigen manier. Op instagram kwam ik een paar weken geleden een overvrolijke groep levensgenieters tegen. Ik ken ze niet, maar hun filmpjes zijn verslavend. Na het per ongeluk openen van een de pro ge-edite creaties, moest ik de rest ook zien. De mannen crossen niet alleen maar houden ook het motto ‘living for the weekend’ huizenhoog. Doordeweeks hard aan de slag om het verdiende geld er op een positieve manier in no time weer doorheen te draaien. Ze drinken, driften, klimmen, hangen, kotsen, lachen, dissen en pranken met een grote dosis zelfspot om er op de zondag met groots gemak een dikke whip uit te gooien. De BOB van het weekend zorgt ervoor dat alles en iedereen weer heelhuids thuis komt. Zoals het hoort. Ze zijn zich erg bewust dat dit de tijd van hun leven is en dat wordt maximaal en goed gevierd. ‘Je bent er maar 1 keer en je weet nooit hoelang’. Ik ben niet verslavend aangelegd en hou dus absoluut niet van series of andere wekelijkse programma’s. De filmpjes van ‘The Weekend Warriors’ moet ik zien. Ik wil weten wat ze het weekend weer uitgevreten hebben. The Warriors. De grootste groep zijn de genieters. Van de sport en het leven.

Live Love and Laugh to the max!

Ik heb een zwak voor Lars. Noem me maar een stille fan. Een jongen met plezier in zijn ogen. Altijd maakt hij even vrij voor een praatje. Eerlijke praat. Een ‘gewone jongen’ met ongewoon veel talent. Over de vraag of ik zin had op zijn sponsor/vriendenfeest te komen hoefde ik dan ook niet lang na te denken.

Door een dansvoorstelling van mijn dochter kom ik pas rond 10 uur sneeuw trotserend Veghel binnenrijden. Het is lekker warm en gezellig druk in huize van Berkel. Ik word oprecht enthousiast verwelkomd door Lars zijn moeder die me meteen voorziet van cake en koffie. ‘Het is wat minder druk dan andere keren, maar dat komt waarschijnlijk door de hevige sneeuwval’. Ze excuseert onnodig. Ik zie veel gezichten, maar weinigen ken ik ook daadwerkelijk. ‘Wie bent u’, krijg ik op zo’n moment niet uit mijn mond, dus laat het gebeuren maar rustig op me af komen. Het blijkt wel een hondstrouwe vriendengroep, want het tafereel heeft veel meer weg van een intiem familiefeest. Ik ken er wel een paar. Mario, Gert-Jan, Joey en natuurlijk zijn maatje Jeffrey. Ook Carlo Hulsen is van de partij. ‘Ik heb alle edities van Lars zijn feestjes meegemaakt’, lacht hij. Over trouw gesproken. In een onbewaakt moment zie ik Lars verliefd kijken naar een bevallige blonde jongedame. Na intern onderzoek bij zijn moeder blijkt het zijn eigen zus te zijn. Dat maakt de verliefde blik nog veel mooier.

Zoals het hoort wordt er alleen maar over cross gesproken. Mooie verhalen te over, die een dik boek zouden kunnen  vullen. Het is prachtig te zien hoe de oude generatie zich gemakkelijk mengt met de jonge mannen. Lars is onopvallend aanwezig en geniet zichtbaar. Geen bravoure. Da’s het mooie aan Lars. Tot mijn verwondering blijk ik naast ‘Oom Bert’ van Berkel te zitten. Ooit was hij mijn voorbeeld. Zeker twee keer per manche zag ik hem met het grootste gemak voorbijkomen. De letters achter op zijn crossbroek vergeet ik nooit meer. Een mooi mens die ook al tien keer stopte. ‘Ik kom er niet vanaf, echt niet’. Als Carlo kan schrijven hoop ik dat hij eens aan een boek zal beginnen. Momenten van 30 jaar geleden weet hij nog tot in finesse uit te leggen. Ik luister aandachtig en ben erbij. De beelden maak ik zelf.

Halverwege de avond vraagt Lars de aandacht. Ieder jaar maakt hij een strakke presentatie waarin hij het verloop van het afgelopen seizoen nog eens met iedereen doorneemt, waarna hij de plannen voor het nieuwe seizoen bekendmaakt. Lars blijkt naast het schrijven, ook verbaal verrassend goed uit zijn woorden te kunnen komen. Hij had er zelf zeker meer van verwacht, maar de verschillende teamwisselingen brachten veel onzekerheid. Een rommelig jaar met wisselende resultaten. Positief is dan weer wel dat Lars het seizoen boven verwachting afsloot. De tijdelijke overstap naar de dikke 450, pakte boven verwachting uit. Pas toen werd hem zelf duidelijk hoe hij verder moest. ‘Mijn vader zei het twee jaar geleden al. Mijn rijstijl en postuur passen veel meer bij een 450, dan bij de 250. Ik voel het zelf ook. Ik doe geen extra moeite en ga gewoon veel harder rond.’ Die woorden zeggen alles. Van daaruit werd de beslissing genomen voor vastigheid en rust te kiezen. Een vertrouwd team waar hij zonder overbodige stress door kan bouwen aan zijn carrière. Zijn ervaringen bij SKS zijn alleen maar positief geweest, wat de beslissing alleen maar makkelijker maakte.

Het is al snel half 2 en aangezien ik nog een dik uur terug moet door de sneeuw besluit ik op te stappen. Lars bedankt me voor mijn komst en geeft me een lekkere gepersonaliseerde  fles wijn mee. Een fijn gezin met waardering en respect voor degenen die het verdienen. Lars op de 450. Ik ben benieuwd, heel erg…

(Foto’s met dank aan MXnieuws.nl – Luc Wright)

Een paar jaar geleden was ik er nog stellig van overtuigd dat het niets voor Nederland was. Ik durfde mijn mening niet openbaar te uiten, wetende dat ik door een megagroot gevolg geslacht zou worden. Niet dat ik er verstand van heb, maar ik vond vooral de trainingsfaciliteiten niet in balans met het verhoogde risico van de Supercross. Na het zien van het leed, waar een aantal onfortuinlijke Supercrossers mee te kampen kreeg was ik er zeker van. ‘Afschaffen hier’. Het was de Supercross in Goes die me het tegendeel bewees. Betoverd heb ik genoten en heb uiteindelijk het fenomeen toegelaten in mijn systeem. Gekker nog, ik kijk er tegenwoordig naar uit. Mijn vermeende idee van onveiligheid is een eind vervaagd. Natuurlijk is het niet zonder risico, maar dat zijn alle dingen die je onderneemt terwijl je er misschien nog niet zo bedreven in bent. Gelukkig komen er meer en meer mogelijkheden om jezelf in deze kunstige tak van motorsport te bekwamen en daar wordt dan ook gretig gebruik van gemaakt. Goes gaf voor mij het startschot en ik moet zeggen dat ik het daarna toegevoegd heb aan de lijst van mijn ‘must see’ evenementen. Na het spektakel van Parijs van afgelopen weekend kijk ik reikhalzend uit naar eerst de Superccross in Schijndel (9 en 10 dec.) en daarna de Supercross Goes (19 en 20 januari). Spektakel waar grote namen graag komen laten zien wat ze in hun mars hebben. Evenementen die toch nog steeds groter lijkt te woorden. Vol is vol, maar de kwaliteit groeit nog steeds. De namen die ik hoorde vallen en de dingen die ik stiekem al weet laten me weer geen keus.

Nog heel even wachten…

 

Foto met dank aan More Heijt (behind the fences) www.mhmxpics.nl