Warm onthaal
Het is een eindje rijden voor ons maar zeker niet moeilijk te vinden. Op een aantal bomen komen we witte pijlbordjes tegen met “cross” er op. Makkelijker kan het dan ook niet en we rijden zo naar het prachtig gelegen crosscircuit van “De Peelrijders” in Nederweert. Het is al behoorlijk druk als we aankomen en worden netjes aangehouden. Vriendelijke mannen in hesjes wijzen ons een plaatsje toe. Tegen mijn verwachting in is het stralend weer vandaag en dan heb je de helft al gewonnen. In het rennerskwartier zoeken we Bart van Dulmen op die ons persoonlijk uitnodigde uit naam van de VMCN voor deze laatste wedstrijd van het seizoen. Ik kende Bart alleen nog maar via Facebook maar zie nu ineens dat hij sterk lijkt op iemand die ook op een Suzuki reed met nummer 4. Ooit. Zelfs mijn zoontje ziet er Ricky Carmichael in terug. Barts moeder heeft de koffie al klaar, begeleid door een warm worstenbroodje.

Hoe het begon

De VMCN bestaat al sinds 1997. Veel “oud gedienden” hadden indertijd de behoefte te blijven rijden maar dan het liefst ook nog eens op de motoren van weleer. Motoren van zeer uiteenlopende bouwjaren zo veel mogelijk in de originele staat hersteld. Het is een groeiproces geweest dat leidde tot een heuse vereniging met maar liefst 400 rijdende leden. De klassen zijn uiteraard verdeeld. Zo is er een “Classic 50cc” klasse, waarin de oude VHS kreidlers, SACHS en andere 50cc crossers van vroeger aan de start komen. Een echte “Classics” klasse dus met motoren van voor 1970. Vervolgens is er nog de “Twin Shock” klasse die voor zich spreekt, alles met nog twee achterveren, luchtkoeling en trommelremmen mag meedoen. Dan is er een “pre 90” klasse. Ook dat spreekt voor zich. Alles wat geproduceerd is voor dat jaar is welkom. Alles bij elkaar is het een “museum” op veel wielen met de meest uiteenlopende modellen en merken. Medio 2015 komt er (uiteraard) een klasse bij. De “pre 95” doet dan zijn intrede. Die motoren zijn dan ook weer 20 jaar oud dus dat belooft weer wat moois te gaan worden. Bij genoeg animo wordt er geprobeerd de 125 klasse er uit te halen en die een eigen onderdeel te geven. Wel zo eerlijk als je weet dat die jongens en meisjes nu met een berg minder vermogen tussen de dikke 250 en 500 machines mee starten.

Goed geregeld
Het is druk, heel druk. Al snel kom ik een paar bekenden tegen en raak ik aan de praat. Gezellig en ongedwongen sfeertje, heerlijk. Het valt me al snel op dat dingen “gewoon” geregeld zijn. Er lopen veel “helpers” rond met een herkenbaar fluo hesje. Paaltjes, lint, shovel en vlagposten. Alles is “up to date” en de plaatsen zijn bemand. Er staat een nette “drinktent” met bijzonder aardig personeel. Ernaast staan een paar aan elkaar gekoppelde keten waar de organisatie huist. De “Peelrijders” hebben het goed voor elkaar. Ook de EHBO tent is aanwezig met voldoende dienstdoende vrijwilligers. Overal waar toeschouwers mogen staan is het dubbel afgezet in het kader van de veiligheid. Als ik naar de trainingen sta te kijken verbaas ik me over de snelheid waarmee menig rijder zijn “oude ros” nog rondstuurt. Het zijn natuurlijk oud gedienden die echt nog wel weten hoe je zo’n “ding” de bocht in gooit. Ik zie motoren voorbij komen waarmee ik vroeger ook het zweet in mijn helm gereden heb. Trots laat ik dat aan mijn zoontje van 12 weten die me ongelovig aankijkt. “Heb jij echt op zo’n ding gereden?” Geweldig om te zien, vooral omdat de meeste machines vrijwel in nieuwstaat verkeren. Als je denkt dat ze er dan voorzichtig mee omspringen heb je het mis. Er wordt echt wel gestreden. Stuur aan stuur, volle bak!

Pre 90

De pre 90 klasse is iets minder druk bezet als doorgaans maar er staat toch een nette “line up” klaar. Als ze van start gaan sta ik dicht bij de eerste bocht. Deze motoren en rijders doen echt niet onder voor menig rijder op een nieuwe “bike.” De kopgroep gaat gewoon hard. Er wordt netjes gestuurd en mooi gesprongen. Wat me opvalt is dat het lijkt alsof er ook “pre 90” gereden wordt. Een enkeling doet een kwart “scrub” of een “miniwhip” maar verder wordt er “old style” gestreden. Geen veel te lange tafels of smerige whoops die velen uitdagen dingen uit te proberen waar ze nog niet helemaal klaar voor zijn.

Classics

De “classics” is een bezienswaardigheid op zich. In nieuwstaat verkerende modellen zoals Bultaco, Triumph, en CZ komen aan het starthek. Wat oudere mannen met haast evenoude leren crossbroeken en potjes met losse mondbeschermers. De rillingen lopen over mijn rug. Ook al zijn deze machines van ver voor mijn tijd, toch doet het me iets. De wetenschap dat mijn vader ook op zo’n zwaar monster heeft rondgereden doet me even wegdromen. Het spul gaat hevig knallend van start en weer verwonder ik me over de snelheid waar sommigen nog mee rondgaan. Nu ben ik absoluut geen topper maar de top drie is in ieder geval door mij niet te volgen. Hier gaat het eigenlijk helemaal niet om de uitslag. Trots en met veel respect voor elkaar rijden de heren hun rondjes en nemen absoluut geen onnodige risico’s. De maanden werk om de motoren in deze staat te krijgen en te houden zijn zomaar niet vergeten, dat is te zien.

Veiligheid

Ja, dingen zijn goed geregeld. Op het moment dat ik me eigenwijs toch tussen de dubbele afzetting begeef word ik na drie seconden al teruggewezen. En terecht. “Te gevaarlijk meneer, ook voor uw zoontje”. De man heeft groot gelijk en ik respecteer het. Tussen de manches door rijdt een jongedame een rondje om te kijken of de baan vrij is. Niet alleen in verband met een eventueel gestrande rijder, maar ook kijkt ze of er linten los zijn of paaltjes uit de grond zijn gereden. Als ze terugkomt van haar testrit gaat bij het passeren van de tijdwaarneming een duim omhoog. Niet zo belangrijk misschien maar het valt mijn zoontje op dat ze “behoorlijk hard rondgaat.” Intussen gaat de “shovelmeneer” nog even tekeer in de startbocht en de bocht net voor de finish. Een aantal zijspannen die het bijprogramma verzorgen maken diepe sporen waar menig solorijder weer niet op zit te wachten. Alles voor de rijders, alles voor de veiligheid.

De rijders
We kijken alle manches en in de pauze zoeken we wat rijders op in het rennerskwartier. Pre 90 kampioen 2014, Thomas Adriaanse en zijn vrouw Karin zijn “oude” bekenden voor mij. Ze rijden allebei en ook nog eens in dezelfde klasse. Geweldig dit. We maken een praatje en er komen mannen bij staan. Het lijkt één grote familie. Iedereen kent iedereen en je voelt de vriendschap. Bart van Dulmen heeft werkelijk alles bij. Een grote aanhanger achter de camper met daarin alles wat je maar nodig zou kunnen hebben. Lasapparaat, perslucht en alle voorkomende gereedschappen. Met recht een ongekroonde servicekoning. Ook Thijs Keustermans is een graag geziene “gast” bij de VMCN. De “old school verslaafde” jongen is altijd mega vriendelijk en maakt foto’s als een bezetene. Rijden zit er even niet meer in omdat hij eerder dit seizoen een kruisband afscheurde. We lopen langs een bus met een soort van kraampje ernaast. Er liggen alleen maar CZ onderdelen uitgestald. Zuigers, voorvorkpoten en tandwielen is maar en kleine greep uit zijn assortiment. Verderop in het rennerskwartier staat een grote bus met aanhanger. Vader Takman met zijn drie zoons zijn hun “twin shock” motoren aan het klaarmaken voor de wedstrijd. Op de vraag waarom zulke jonge gasten op zulk oud spul rijden geeft Stefan lachend antwoord. “Wel lekker een beetje vermogen”. Aan het einde van de dag slepen ze ieder een beker mee naar huis. Stefan wint, zijn broertje wordt twee en vader sluit netjes aan als derde man. De jongste telg neemt de beker van de bromfietsklasse mee naar huis. Hoe mooi kan crossen dan zijn? Ik kom de man van de, voor mij, allermooiste Classic tegen. Een prachtige Triumph met aluminium tank en spatborden. Echt een machine die je in je schuur zou willen hebben, misschien wel in de huiskamer. Als ik hem vertel wat ik van zijn motor vind moet hij lachen. “De motor loopt nog goed, zijn baasje wat minder”. Als ik even rond sta te kijken word ik aangesproken door een man van een jaar of 55/60. Hij vraagt me niks maar vertelt me dat hij te lang gestopt is geweest tussendoor. “Ik had langer door moeten gaan toen, dan had ik de techniek nu wat beter onder de knie gehad”. Telkens als hij een bocht nadert denkt hij; “nu neem ik hem goed en plat” In zijn hoofd weet hij precies wat te doen maar krijgt het in de praktijk telkens niet uitgewerkt. Als ik wegloop sla ik hem op zijn schouder. “Als je er maar van geniet, dan is het goed” geef ik hem mee en hij lacht.

Het naspel

Ik kijk mijn ogen uit en geniet hier echt met volle teugen van. Even een dagje terug in de tijd. Als het tijd is voor de prijsuitreiking is het nog steeds druk. Niemand vertrekt voordat de bekers en bloemen ontvangen zijn. Ieder krijgt een vet applaus en er worden veel foto’s gemaakt. Er heerst vriendschap en respect. De mannen praten nog wat na onder het genot van een drankje en een “vette bek” van de frietkar. Langzaam vertrekken er wat bussen en campers en als we afscheid hebben genomen van “de mannen” lopen we bij de uitgang het meisje tegen het lijf die de veiligheidsrondes reed. “Voor jou geen beker?” grap ik nog. “Nee hoor” zegt ze en ze lacht vriendelijk. “Het is ons clubje hè en als ik wat kan doen doe ik dat graag”.
Ja zo is het en moet het zijn. Het was een mooie en warme dag en ik heb genoten. Als we wegrijden kijkt mijn zoontje me angstig aan als ik hem vertel hoe erg ik het naar mijn zin heb gehad en ook wel zo’n dikke 500 tweetakt zou willen hebben. Eerst begreep ik het niet. Later wel. Er is bij de VMCN geen 65 kleine wielen klasse…


“Eigenlijk heeft hij altijd al op een te grote motor gereden”

Altijd als ik de naam “Mack” zie of hoor moet ik denken aan iets groots zoals de gelijkgenaamde vrachtwagens. Als ik hem dan weer zie verwonder ik me telkens over de prestaties die hij neer weet te zetten als “klein manneke”. Nee, Mack is zeker niet groot maar wel weer gegroeid sinds mijn laatste bezoek aan de gezellige crossfamilie uit Gouda. “Eigenlijk heeft hij altijd al op een te grote motor gereden”, zegt vader Marcel met een trotse blik. Het klopt ook. Mack heeft moeite met het op en afstappen. Met de start maakt hij altijd een zandbergje naast zijn motor om de balans te kunnen houden. Hij heeft zelfs een eigen manier bedacht om zijn motor na het rijden op de “bok” te kunnen zetten. Geen kracht maar techniek. Zo rijdt Mack ook zijn wedstrijden, op techniek. Hij trekt of sleurt niet. Hij begrijpt zijn motor en weet heel goed waartoe ze samen in staat zijn.

“Never change a winning team”
Mack is blij met en op zijn KTM. Er is eens gesproken over het testen van een ander merk maar daar is toen weer snel vanaf gezien. Bang dat het allemaal anders zou zijn, minder misschien. “Never change a winning team” zeggen ze vaak en zo is het misschien ook wel. Natuurlijk, zou er een mooi aanbod komen wordt daar zeker serieus naar gekeken. “Echt slechte motoren zijn er eigenlijk niet zo veel” zegt Mack en daar heeft hij gelijk in. Het is een solisten sport en de rijder zal het waar moeten maken. “Het heeft alles te maken met de preparatie en verzorging van zowel de motor als de rijder. Heb je dat in orde, dan kun je al veel dingen uitsluiten” aldus een door de wol geverfde Marcel.

“Gewoon net als altijd, gas erop en gaan!”
Iedereen weet inmiddels hoe het Nederlands kampioenschap verlopen is dit jaar en daar is de familie onderhand wel een beetje over uitgepraat. Heftig was het wel. In de allerlaatste manche werd het kampioenslot bezegeld terwijl de papieren al een paar weken niet echt meer bij Mack lagen. Marcel twijfelde zelfs of ze de “kampioensfeestartikelen” inclusief spandoek we in de bus moeste gooien. De “oppepspeech” die ze hun zoon altijd meegaven werd drastisch ingekort. Wendy deed zijn bril recht en sloeg hem op zijn rug. “Gewoon net als altijd, gas erop en gaan!” en dat deed hij. De druk weg van de afgelopen weken, even lekker los. Nu zijn ze allemaal een beetje moe, maar zeker voldaan! Uiteindelijk heeft Mack, die op papier vanaf de eerste wedstrijd met afstand de snelste was in zijn groep, de klus toch weten te klaren. Bijna ging het mis, maar werd toch glorieus Nederlands kampioen. Op karakter, en dat typeert het kereltje wel. Het siert hem.

“Je bent hier niet meer welkom”
Mack is een redelijk volgzame jongen maar met een duidelijke eigen mening. Hij luistert goed naar zijn ouders. Zijn steun en toeverlaat, zus Jacky, is zijn grootste fan. Die wederzijdse liefde is onwaarschijnlijk groot en geet erg ver. Onlangs heeft Mack een van zijn vrienden “aan de kant gezet”. Het mannetje was onrespectvol tegen zijn zus en dat pikt hij niet. “Je bent hier niet meer welkom” waren zijn duidelijke woorden. Onvoorwaardelijk dus. Dat is het mooie van zo’n hecht “crossgezin”. Samen tegen de rest van de wereld. Ondanks hij nog erg jong is laat hij zich moeilijk intimideren. Natuurlijk, we zijn allemaal mensen met gevoelens, maar Mack is sterk en heeft er alles voor over om heel ver te komen in zijn geliefde sport. Zowel fysiek als mentaal is hij veel jongens en meisjes van zijn leeftijd ver vooruit. Iedere dag fietst hij naar zijn “lootschool” in Rotterdam. Iedere dag 17 kilometer heen en natuurlijk ook weer terug. Halen en brengen is geen optie. Sterke benen zijn onmisbaar voor een crosser, vandaar.

“Ik doe gewoon weer mijn best”
Mack is dit jaar erg gegroeid. Niet alleen lichamelijk maar zeker ook in mentaal heeft hij veel meegemaakt en dat heeft hem achteraf toch wel goed gedaan. Op die momenten was het vaak zwaar en op sommige momenten zelfs om moedeloos van te worden maar het heeft hem gehard. “What doesn’t kill you makes you stronger” past in dit geval goed bij seizoen 2014. Ook zijn motor is weer gegroeid. Weer wat grotere wielen gaan er in de KTM. De 85 grote wielen is weer een stap vooruit voor de kleine man. Hij beseft dat de concurrentie er niet om liegt aankomend seizoen, maar heeft er erg veel zin in. “Ik doe gewoon weer mijn best” zegt hij lief en dat geloof ik zeker. Het ging de fam. Bouwense ook nooit echt om een kampioenschap. Begin vorig seizoen gokte vader Marcel op een top tien klassering. Als je de eerste 12 manches met grote voorsprong weet te winnen stel je je doelen natuurlijk wel bij. Tot zijn val met zijn BMX klopte ook gewoon alles. Aan de motor mankeerde niks. Zijn KTM liep perfect en Mack voelde zich er waanzinnig goed op. “Niks meer aan doen” zei hij na de eerste testritten tegen Noël Saris, die het dingetje “klaar maakte”. “Alles klopte gewoon dit seizoen” zegt Marcel met een dromerige blik. De spullen waren in orde en Mack was topfit, ook in zijn hoofd”. Iedereen is trots op Mack, maar zelf blijft hij er erg kalm onder. Hij weet dat dit weer een nieuw level gaat worden. Nog even genieten van alle aandacht en dan weer de focus op een nieuw jaar.

Europees Kampioenschap
In dat nieuwe jaar staat er veel te gebeuren. Er ligt zelfs een officiele aanbieding maar daar zijn ze in huize Bouwense nog niet helemaal aan uit. De sponsoren van afgelopen jaar hebben in ieder geval weer de toezegging gedaan Mack te steunen in zijn jacht op meer en hoger. Terloops komt in ons gesprek een paar keer het “EK” voorbij. “Dat zou helemaal geweldig zijn” glundert Mack. Zijn ogen glinsteren. Marcel en Wendy delen die mening natuurlijk maar zijn nuchter in dat soort dingen. “Je moet gewoon een eerlijke rekensom maken” zegt Marcel. De huidige sponsoren geven Mack de zekere kans met mooi en goed materiaal het seizoen in te gaan. Er lopen nog wat onderhandelingen dus het is nog steeds spannend. Het reizen naar de EK wedstrijden is weer een heel ander en vooral kostbaar verhaal. “Als geld geen rol zou spelen waren de keuzes en plannen zo gemaakt”, lacht hij. Een mooie leerschool is het wel voor de kleine kampioen, al zijn het maar een paar wedstrijden.

Aankomend weekend rijdt hij mee in de drie uurs cross in Axel. Heel veel zin heeft hij maar is bang dat de regen roet in het eten gaat gooien. Met zijn trouwe hond en maatje “Kenny” op zijn schoot kijkt hij wat triest achterom naar buiten. “Klote weer”, brabbelt hij binnensmonds.

Mack wil gewoon rijden, verder niks…

“Er wonen alleen maar crossers hier”
Het was even zoeken naar het ouderlijk huis van Sam van de Ven maar als ik uitstap komt haar moeder, Patricia, me al tegemoet. Aan de buitenrand van Oirschot ligt haar ouderlijk huis in boerderij stijl. Afgelegen van de woongemeenschap staat het huis met een groot weiland naast de woning. Alles bij elkaar lijkt het geheel bijna een echte “compound”. Het heeft echt wel zijn voordelen als je achteraf woont. In een van Sams crossfilmpjes had ik al eens gezien dat ze naast het huis aan het trainen was op een aangrenzend weilandje. Niet heel groot maar perfect om op wat “skills” te trainen. Korte bochtjes en bultjes. “Spelen” op de motor is zeker ook belangrijk. Eén worden met je motor is toch wel een groot gemak. Weten wat je onder je hebt. Op mijn vraag of de buren niet klagen is moeder kort. “Er wonen alleen maar crossers hier dus dat is geen enkel probleem.” “Komt er een advocaat wonen of een ander die zijn of haar rust zoekt hebben we wel een probleem natuurlijk.” Bij toeval en geluk hebben ze een buurman die enduro’s rijdt en Sam begeleidt in haar cross en enduro avonturen. Hij is dan ook van mening dat de endurosport een hele goede basis is voor een crosser. De beheersing van de motor wordt in deze tak van sport erg op de proef gesteld. Peter Huijbrechts rijdt zelf al jaren enduro en cross en heeft Sam toch wel een beetje aangstoken met het motorvirus.

“Maar het allerliefste zit ik in de garage”
Sams ouders hadden eigenlijk niet zo veel met motoren, en toch zeker geen crossers. Voor hun oudere zoon Roel hadden ze indertijd een kleine Honda crf 150 gekocht terwijl kleine Sam, toen vier jaar, het erf rondscheurde op haar quadje. Aangezien hij er maar weinig naar om keek belandde het motortje in de garage. Sam toonde wèl interesse voor het motorische geweld en haar quadje werd toen ze zeven was ingeruild voor een Suzuki 65. Al snel was ze er op weg en was er niet meer van af te slaan. Ze bleef op het motortje rijden tot het gele ding op een crosskamp in de buurt “overleed.” Nog diezelfde dag ruilde ze haar kapotte motortje om voor de Honda van haar broer zodat zodat ze het kamp voort kon zetten. Omdat Sam groeide werden de kleine wielen later vervangen door grotere wielen. Sam groeide door en vervolgens werd er een KTM 85 met grote wielen voor haar aangeschaft. Sam kon haar geluk niet op. In de korte tijd dat ze nu rijdt is ze al behoorlijk gegroeid en zo ook haar motor. Afgelopen seizoen heeft ze dan ook afgewerkt met veel succes! Ondanks ze niet meer zonder haar motorische vriendje kan laat ze haar school toch niet versloffen. Sam doet haar best, altijd en overal. “Zolang ze er alles voor doet en onze portemonnee het toelaat mag ze van ons blijven rijden”. “We hebben nog twee kinderen en die willen we ook niets tekort doen, snap je”, legt moeder uit. “Sam heeft een klein beetje moeite met leren maar doet juist daarom ook haar uiterste best.”. Die instelling wordt erg gewaardeerd en daar wint ze het op verschillende vlakken mee. “Maar het allerliefste zit ik in de garage”, zegt ze eerlijk.

Sponsorjacht
Omdat Sam weet en ziet dat de cross sport niet geheel zonder geld gepaard gaat is ze uit eigen beweging al begonnen met een sponsorjacht. Ze beseft wel dat bedrijven haar geen duizenden euro’s in de hand zullen drukken. Nee, nog niet in ieder geval. Juist daarom pakt “slimme Sam” het anders aan. Ze vraagt redelijk kleine bedragen waardoor de drempel voor ook de kleinere bedrijven makkelijk over te stappen is. “Vele kleintjes maken ook een grote” is haar stelling en daar heeft ze helemaal gelijk in. “Ik heb een aantal mails naar bedrijven gestuurd hier in de buurt en bij twee daarvan mag ik volgende week langskomen.” zegt ze trots. Ze is al wel een klein beetje geholpen met spulletjes. Eddy Lemmens geeft haar regelmatig korting op allerlei benodigdheden. Marcel van Drunen heeft ook al een zwak voor de fanatieke Sam. Hij heeft haar goedkoop in de kleding gehesen en regelt ook hier en daar wel een beetje korting. Het is een kwestie van gunnen en die factor heeft ze wel.
“Mijn man en ik hebben niet zoveel met het crossen eigenlijk”
Sams “hockyende” zus Sharon komt erbij zitten en is ook al zo’n enthousiast exemplaar. Kort vertelt ze over haar eigen sport en begint me dan vragen te stellen over de cross. Ook zij heeft niks met die herriemakende motoren maar de prestaties van haar crossende zusje houden haar wel bezig, zo aan de zijlijn en dat is hartverwarmend om te voelen. Leuke, lieve en vooral hele echte mensen. “Mijn man en ik hebben niet zoveel met het crossen eigenlijk”. Ik werk in de horeca en mijn man heeft een tegelzettersbedrijf. Sam ziet dat we het behoorlijk druk hebben en neemt dan ook uit zichzelf veel werkzaamheden op zich. “In het begin spoot papa mijn motor af en verschoonde het filter maar nu doe ik alles zelf”. “Ik doe het erg graag en daarbij is het toch ook mijn sport.” Op school ondervindt ze geen tegenstand van medescholieren. Er is geen jaloezie en er zijn ook geen pesterijen. Ze heeft wel vriendinnen maar die crossen niet. Het wordt haar langs alle kanten gegund en dat is al een mooi iets. Niet overal gaat het zo helaas.

“Het enige wat wij nog moeten doen is instappen en rijden”
Sam viel me op door de dingen die ze dagelijks “postte” op haar Facebookstatus. Ze geeft zoals veel “Facebookers” verslag van de dagelijkse beslommeringen in haar leventje. Van de cross maar ook van haar thuis en schoolse activiteiten. Al haar statusupdates hebben één ding gemeen, enthousiasme. Zelfs als ze straf had op school stond het er op. De goede maar evengoed ook de slechte punten komen voorbij. In haar verslagen is goed te zien wat haar passie is. Ze is enthousiast en zou het liefst alleen maar crossen. “We gaan altijd mee met haar, waar ze ook gaat en dat doet haar zichtbaar goed.”. Moeder geeft aan dat ze de start altijd wat griezelig vindt en dat is best begrijpelijk. Ze maakt op dat moment dan ook altijd foto’s zodat ze alleen haar dochter in beeld heeft. Op die manier ziet ze de rest niet en dat maakt het allemaal een stuk minder angstaanjagend om te zien. “Grappig, maar eigenlijk niet nodig, is wel dat ik niet eens de kans krijg de boterhammen te smeren en de koelbox te vullen. Als we beneden komen staat alles al klaar. Haar motor staat in de bus en haar kleren netjes in de tas. Het enige wat wij nog moeten doen is instappen en rijden”, aldus een trotse moeder.
Clubkampioen bij de tussen de jongens
Afgelopen seizoen werd Sam 7e in het jeugdenduro kampioenschap en clubkampioen tussen de jongens in haar klasse. Sam wil vooral vooruit en doet daar alles voor. Met de begeleiding van buurman Peter heeft ze al behoorlijke progresssie gemaakt dit jaar. Hij legt haar alles uit, maar zonder enige druk. Dat hoeft ook niet want ze wil het graag, heel graag. Een goede rijder is niet meteen een goede leeraar maar John heeft veel geduld. Ze is erg leergierig en neemt alle raad dan ook met beide handen aan. Zelf heb ik er niet heel veel verstand van maar als ik haar filmpjes kijk zie ik wel dat ze er goed op zit. Mooie houding dus een goede basis. Ook John had die opmerking al gemaakt. Over een “talentje” wordt niet gesproken in huize van de Ven, maar duidelijk is wel dat er veel in haar zit. Met het karakter zit wel goed, dat zie ik dan weer wel. De passie, de volle overgave en de wil om het te leren heeft ze en dan ben je al halfweg.
Haar grote idool en voorbeeld is natuurlijk haar “achternaamgenoot” Nancy van de Ven. Ze volgt haar zo veel mogelijk in alles wat ze doet. Haar grote droom is Nancy eens te ontmoeten, met haar te praten en wat rondjes met haar te trainen. Op die manier zou ze er “in het echt” ook eens tegenop kunnen kijken. Dat moet een keer te regelen zijn.

Als ik haar een appje wil sturen valt mijn oog op haar status. “Pluk de dag, niemand belooft morgen”.
Dat is ook Sam…

Als ik mijn helm opgezet heb trek ik ’m nog even heen en weer aan het mondstuk tot er niks meer irriteert. Rustig trek ik mijn handschoenen aan en ik stap op mijn motor. Ik trap hem aan en voel de trilling onder me, heerlijk. Ik geef een paar keer snel gas en het dingetje jankt. Ik voel dat ie er zin in heeft. Ik ook. “Gaan, gaan” lijkt hij te roepen. Ik hoor je wel, we gaan al. Stapvoets rij ik naar de fuik en krijg mijn plaats toegewezen. Bril nog even af want in verband met mijn zenuwen en warme karakter beslaat die nogal snel. Als de eersten richting hek rijden geef ik één keer goed gas en zet met twee handen mijn bril op. Stiek vanachter een beetje omhoog. Ik rij het startveld op en kies mijn plaatsje. Veel plaats is er meestal niet meer als ik daar aan kom maar dat geeft niet. Aan het hek is goed genoeg. Hier word ik pas echt nerveus. Man met 15 sec. bord is nog rustig maar ik niet. Mijn hart begint sneller te slaan. Jongens om me heen gaan steeds meer gas geven. Bord 15 sec. gaat omhoog en mijn hart gaat tekeer. Om me heen gaan de gashandels al behoorlijk open. Als ik zie dat hij het bord om wil gaan draaien zet ik ‘m in zijn twee. 5 sec. bord en ik weet dat het hek nu elk moment kan vallen. Ik draai mijn gas half open en concentreer me op het hek voor me. Ik zie nog banden van de motoren naast me, in een schim. Ik zit goed naar voren als het hek valt. Alles los en open, niet meer dicht tot de bocht. We zijn weg en mijn hartslag stabiliseert. Niks is mooier als deze 5 minuten, echt niks..

 

Bij de poort word ik al opgewacht door de jonge getalenteerde Kawasaki coureur. Hij doet me denken aan een “All American College Boy”. Z’n haar lekker nonchalant met de broek op half zeven. Jongens, en toch zeker crossers, willen dat vaak niet horen maar hij heeft een lief koppie.
Wat me telkens opvalt is dat topcrossers voor het gevoel gespierde mannen moeten zijn met dikke spierballen om de motor vast te kunnen houden. Niets blijkt minder waar. Talentjes zijn atletisch en vinden de balans. Ze voelen hun machine perfect aan. Laten ook de zware motor het meeste werk doen. Het is daarom dat zij in staat zijn hoog in de lucht nog even aan hun roll off te trekken. Balans dus. We lopen samen nar de keukendeur die al openstaat.

Mee eten
De fam. Nijenhuis heeft het netjes voor elkaar. Ondanks het feit dat ieder dubbeltje omgedraaid “moet” worden zijn ze in het bezit van een mooie woning met een lekkere ruime garage die ook echt nodig blijkt. Hard werken is vooraf gegaan en daarna werd het zuur verdiende geld op de juiste manier besteed. “Als je er om half zes bent kun je nog mee eten” appte moeder Alice me nog twee weken geleden. Ik stap exact half zes de keuken in en er is netjes gewacht op mijn komst. Terwijl we eten verkoopt Luca even snel tussendoor zijn ietwat gehavende autootje. “Je moet ook niet het bos in met zo’n wagentje” merkt Adrie, Luca’s vader, nog op maar daar wordt niet op gereageerd. Wel om gelachen. Luca’s jongere zusjes gaan al jaren trouw mee met het “crosscircus”. Ze geven meer om hun grote broer dan om motoren, dat is wel duidelijk. Een van de dames heeft sinds kort een eigen paardje waardoor ze haar aandacht een beetje verlegd heeft. “Paarden zijn lief en eerlijk”.

Multitalentje
Het was eigenlijk nooit echt de bedoeling om Luca te laten crossen. Vader racete in zijn jaren op alle circuits in Europa, en zeker niet onverdienstelijk. Reed zelfs GP’s mee en sleepte menig beker mee naar huis. “Luca had net zo goed een goeie wegracer kunnen worden” vindt vader trots. Toen hij 8 jaar was heb ik een keer bij hem achterop een scooter gezeten. Luca reed hard en stuurde het dingetje messscherp het dorp door. Toe zag ik het al. Toen hij met crossen begon hadden we eigenlijk het plan er mee te stoppen als hij uit de 85 gegroeid zou zijn. Wellicht zou hij daarna kunnen gaan racen of karten. Doordat Luca zijn hart verloor is het bij crossen gebleven en daar zijn ze achteraf toch wel blij mee.
Luca is het type “multitalentje”. Een jongen die je eender wat voor sport zou kunnen laten doen. Hij pakt alles meteen op. Skaten, BMX, motorracen, het had niks uitgemaakt.
Jammer dat hij crosst en niet racet, vind vader het niet.
“Hij moet doen wat hij graag wil en niet wat ik wil” zegt hij eerlijk en zo is het natuurlijk ook. “Ik doe het erg graag maar ben een beetje een laatbloeier denk ik”, aldus de rustige Luca. Hij doelt hier op het feit dat hij wel gelooft dat hij er komt, maar wel op zijn eigen tempo. Vader beaamt dit. Sommigen willen te snel en ten koste van alles. Dan is de kans best groot dat het op de versnelde weg naar de top een keer goed mis kan gaan. Luca is technisch en rijdt met beleid. Kijkt goed en weet precies waar hij moet rijden. Hij is slim en kijkt goed naar wat rijders voor hem doen en probeert dat soms ook uit. Afkijken. Wat op school niet mocht is hier ineens erg belangrijk.

Gunfactor
De fam. Nijenhuis heeft al jaren alles in eigen hand. Natuurlijk gaat dit financieel ten koste van veel andere dingen maar toch kozen zij hier zelf voor. Samen met de motorisch en vooral onvoorwaardelijke steun van Gebben zijn er altijd al welwillende sponsoren geweest om de fanatieke crossfamilie het seizoen door te helpen, waar ze dan ook erg dankbaar voor zijn. “Het blijft toch een kwestie van gunnen” zegt moeder Alice eerlijk. Ook in 2015 zou hij graag de gifgroene eer weer verdedigen. Er zou bij Gebben over het vormen van een team gesproken zijn maar daar is op dit moment nog geen uitsluitsel over gegeven.
Er wordt absoluut geen druk gezet op Luca. Uiteraard wordt er van hem verwacht dat hij, in de door hun samen bepaalde wedstrijden, op komt dagen en daarin vreselijk zijn best doet, maar “that’s all”. Dat moet een goed gevoel geven. Luca laat veel en houdt zichzelf fit. “Het gekke is dat hij het ogenschijnlijk minder nodig heeft dan sommige anderen. Als hij een maandje niet gereden heeft en er weer op springt is hij in staat gewoon zijn “oude” tempo weer op te pakken, en nog lang ook. Hij blijkt een “sporthart” te bezitten en da’s in dit geval mooi meegenomen.

Adrie’s hobby’s
Het gezin Nijenhuis heeft een druk leven. Alles staat in het teken van de motorcross, al jaren. Vooral vader heeft zichzelf een druk bestaan toebedeeld. Naast het autoschadebedrijf met de gelijknamige familienaam, heeft de familie ook nog een aantal jaren een mx shop gehad. Er was klandizie genoeg maar vaak was het ook te gezellig. Natuurlijk, als je over de cross begint is niemand meer te stoppen. Maar een bus olie verkopen en dan vervolgens nog een uur elkaar uitleggen hoe het in de crosswereld allemaal in elkaar steekt laat de schoorsteen niet branden. Met dank aan het vele sleutelen door de jaren heen is Adrie in staat het hele blok van zoonliefs Kawasaki met de ogen gesloten open en dicht te “gooien”. Knap en vooral erg handig. Naast al deze bezigheden heeft vader ook nog tijd voor een andere hobby. Vissen! Niet vangen maar kweken. In een deel van de garage heeft hij professionele kweekbakken met “speciaal water” staan. Het water komt met verschillende slangen van de zolder. Eer soort gedestilleerd goedje waar de visjes zich lekker in voelen en dat gecombineerd met de juiste temperatuur van het water zet de beestjes aan tot vermenigvuldiging. Niet voor het geld want zoveel zijn ze niet waard. Op zijn hurken zit hij voor de bak en tuurt naar een van de beestjes. “Prachtig toch?”

Spuiterij
Luca werkt samen met zijn vader en moeder in de spuiterij. Moeder Alice doet alle administratie en werkt indien nodig ook mee in de werkplaats. Niet angstig voor vieze handen schuurt ze net zo goed mee aan een auto, mengt kleuren, omdat vrouwen daar toch iets meer gevoel voor schijnen te hebben, helpt afplakken en brengt de auto’s weg, zodat de heren zich kunnen uitleven in de spuitcabines. “Mooi en eervol werk”, omschrijft vader Adrie het beroep. Ze spuiten zelfs attracties voor pretparken en dat maakt het allemaal weer wat diverser. Onlangs hebben ze de “motoren achtbaan” in Toverland nog onder handen genomen. “Prachtig is dat als je die dingen weer terugziet” zegt vader trots.

De toekomst
Het gezin, maar vooral Luca, heeft veel zin in het nieuwe seizoen. Hij en het “familieteam” richten zich weer voornamelijk op het ADAC kampioenschap en daarnaast gaat hij zich meten met de rijders in het EK MX2. Luca voelt zich sterk. Eigenlijk sterker dan ooit. Het laatste jaar heeft hij zichtbaar een groei doorgemaakt vindt hij zelf. “Ik ben wat sterker en brutaler geworden. Precies wat ik nodig heb nu.” Ze zeggen vaak “wat goed is komt snel”, maar Luca luistert niet zo naar “de mensen”. Hij luistert naar zijn vader, moeder en vooral naar zichzelf. Ik maak weer stappen vooruit en dat voelt goed. Niks forceren en vooral zorgen dat ik blessure vrij blijf. “Je ligt er zo een half seizoen uit en dan is voor mijn gevoel alles weer voor niks geweest. Kostbare verloren tijd”

Luca Nijenhuis. We gaan er zeker nog veel van horen.

“Wat goed is komt wel”

Dat het niet zonder slag of stoot is gegaan weten we inmiddels allemaal wel. Na de eerste wedstrijden was het voor iedereen duidelijk wie de sterkste van het veld was. Natuurlijk wordt niet overal de sterkste kampioen.
Het gaat uiteindelijk over het totaal van een seizoen. Ik weet nog dat Dungey kampioen werd met bijna geen enkele manche overwinning! Er zijn meer factoren die meespelen. Een beetje geluk moet je ook hebben natuurlijk. Mack had een beetje pech. Niet eens door de cross zelf blesseerde hij zichzelf. In de laatste wedstrijd in Boekel lukte het hem toch om over het hele seizoen het beste gemiddelde te behalen en dat vind ik nu zo knap. Nog zo jong en dan mentaal en lichamelijk zo op de proef gesteld worden. Natuurlijk, “it’s all in the game” maar toch. Het zegt veel over zijn karakter en daarmee zal hij dan ook nog heel ver komen. Mack weet stiekem wel wat hij waard is en dat is veel. Als crosser maar zeker als mens. Door deze tegenslagen zal hij groeien en harder worden. Harder en sterker. Het zijn de kenmerken van de ware kampioen. Ik ken hem toevallig vrij goed en vind dan ook dat hij dit kampioenschap verdient heeft. Dik!

Proficiat Champ!

Ze is druk bezig met haar mobieltje als ik aan kom lopen, zoals veel meisjes van haar leeftijd. Zo houdt ze makkelijk contact met het thuisfront aangezien ze onlangs helemaal alleen afreisde naar de “Belgische Crossstad” Lommel.
Genette.NO?

Niet dat haar ouders niet achter haar staan, maar er moet ook nog gewerkt worden natuurlijk. Op het eerste gezicht is ze niet echt een type waarvan je zou denken dat ze een extreme sport beoefent. Een tenger ding met een mooi “modellenkoppie.” Nageltjes gelakt en haar in de plooi.

Als enigst kind ging ze vroeger veel met haar vader op pad. Als zesjarige stond ze met haar neus tegen de ruit van van een naburige motorzaak. “Pap, mag ik een motor?” vroeg ze op haar allerliefst. Vader had niks met motoren en was ook nog eens heel zuinig op zijn kleine meisje. “De aanhouder wint” moet Genette gedacht hebben want uiteindelijk kreeg ze toch haar zin. Aangezien het in Noorwegen niet echt de gewoonte is je peuterdochter een crosswedstrijd in te “smijten”, zoals hier nogal eens gebeurt, heeft ze tot haar 13e “rondgetoerd” op naburige baantjes. Veel diversiteit is er helaas niet te vinden wat circuits betreft in het verre Noorden. 3 banen in een straal van zo’n 300 km. is niet echt overdreven veel.

Zeker niet als je ziet dat in sommige gedeeltes van Nederland bijna ieder dorp zijn eigen baan heeft. Toen ze eenmaal mocht was ze dan ook echt los. Al snel bleek dat haar talent toch wel redelijk boven de gemiddelde rijder uitstak.

Haar talent is niet meteen te herleiden aan de uitslagen die ze reed en rijdt. Ze heeft zich tussen de “mannen” op moeten werken omdat er simpelweg te weinig vrouwen zijn daar die zich aan de crosssport wagen. “Het heeft me wel erg sterk gemaakt”. Ondanks ze dit jaar Noors kampioene is geworden heeft ze eigenlijk nog maar zelden iets gewonnen. Vorig jaar zat het tegen en heeft ze door een blessure een deel van het seizoen moeten laten gaan. Een “kontwipper” liet haar ondersteboven afstappen en scheurde daarbij het ligament van haar duim. Tussen de jongens in haar thuisland was ze nooit een echte winnaar, maar dat is geen schande. Net als overal waren de heren erg gedreven Genette te passeren en achter hun te laten. “Maakt niet hoeveelste je wordt, als je maar voor haar zit” was het devies wat veel jongens onterecht meekregen van hun ouders. Jammer zulke dingen. Last heeft ze er nooit van gehad, ze is eerder dankbaar.

Dankzij die strijd is ze nu heel goed in staat zich te meten met de rest van de crossende dames in de wereld. Ze vindt dan ook dat motorcross iets met haar doet. “Het zet je anders in het leven”. Je leert op eigen benen te staan en niet snel op te geven. Drie jaar geleden overleed een crossende vriend van Genette aan de gevolgen van kanker.

De jongen is tot zijn laatste dag blijven rijden. Toen hij op een gegeven moment zijn benen bijna niet meer kon gebruiken van de pijn hebben ze zijn motor aangepast. Toen hij voor de eerste keer terug kwam in het rennerskwartier met zijn aangepaste motor stapte hij boos af. “Weet je hoe moeilijk en klote dit is.” Genette dacht meteen aan zijn ziekte en wist niet goed de juiste woorden te vinden. “Schakelen met je handen, da’s echt niet te doen” zei hij. Ze kon niet snappen dat hij daar mee bezig was en zich daar kwaad om kon maken. Nee, crossers geven niet op.
“Ook dat gebruik je in het leven buiten “the bubble”. Ik heb echt twee levens nu. Als je op een bepaald niveau komt wordt het werk. Da’s zeker niet vervelend maar voor je het weet is er geen ander leven meer en ben je 24/7 met motorcross bezig. Ik heb het af en toe nodig er even uit te stappen en “meidendingen”te doen.

Laatst was ik uitgenodigd op een feest met de meest bekende crossers van dit moment. De hele avond is er niet over motorcross gesproken, heerlijk was dat. Wel geniet ze met volle overgave van alles en iedereen om haar heen. “Binnenkort naar de premiere van de Cairoli film. Daar heb ik nu al zo’n zin in”
Genette lacht vrijwel constant. Een blij en dankbaar meisje. “Ik heb het voorrecht dit te mogen doen. Ik zie veel van de wereld en kom erg veel interessante mensen tegen.” Aangezien ze nog maar 17 jaar is heeft ze natuurlijk nog een studie te volgen en af te ronden. M’n school moet ik gewoon afmaken, en niet alleen van m’n ouders.
Je moet iets hebben om straks mee verder te gaan of in het ergste geval op terug te vallen. Een speciale regeling van de school heeft het mogelijk gemaakt dat Genette het jaar mag halveren. Dit heeft dan wel tot gevolg dat ze vier jaar bezig zal zijn om de resterende twee jaar studie af te kunnen ronden. Natuurlijk is ze wel eens in tweestrijd wat haar huisvesting bertreft. Door het koude temperament van Noorwegen is de tijd die je daar op de motor kunt spenderen betrekkelijk korter als in Belgie of Nederland. “Dit is het centrum van de motorcross” zegt ze dromerig.
Als we het over crossende meiden hebben komt natuurlijk Nancy van de Ven ook nog even ter sprake. “Nancy is een kanjer met een prachtige stijl” zegt ze zonder nadenken. “She handles the front brake like a man, I love that!” zegt ze bijna jaloers. Crossen op niveau is niet goedkoop. De eigen kosten voor het beoefenen van haar geliefde sport zijn door haar geweldige prestaties inmiddels minimaal te noemen. Geholpen door “KTM Scandinavia” en ondersteund met de mooie spullen van “FOX Head Nordic” is ze nu al klaar voor het nieuwe seizoen. Tijdens haar verblijf in Belgie wordt ze met raad en daad ondersteund en begeleid door Johan Boonen. “Het is mijn tweede vader” zegt ze blij. Het is fijn om bij zo’n kundige man terecht te kunnen met vragen.

Als ik vraag hoe het met de verkering zit moet ze hard lachen. “Je weet wel hoe het zit volgens mij”.Een vriendje heeft ze niet (meer). “Het is ook niet makkelijk op het moment”. Ze geeft aan dat haar drukke leven daar niet zo veel tijd voor overlaat. Qua begrip zou een crosser wel makkelijk zijn natuurlijk, maar die rijdt natuurlijk niet altijd op dezelfde plaatsen. “Eerst maar eens lekker genieten van de dingen die gebeuren” Ze is nog jong en heeft vooralsnog alleen maar haast op haar motor.

Veel succes, Genette.YES!

Aangezien KTM mijn “oude liefde” is vanuit m’n crossverleden moest het er een keer van komen. De KTM dag in Veldhoven. Eigenlijk wist ik niet goed wat ik me er van voor moest stellen omdat ik me er nooit eerder in had verdiept. Ik dacht een door Eddy Lemmens georganiseerde testdag van alle KTM modellen en wat demonstraties van alle andere monsters waar KTM op staat vermeld. Toen ik de poster op mijn laptop voorbij zag komen begreep ik dat het toch nogal een behoorlijk evenement moest zijn. Onderweg er naartoe is het druilerig weer. Het regent behoorlijk constant waardoor we bang zijn dat het hele gebeuren een beetje in het water zal vallen. Eenmaal in Veldhoven aangekomen stopt de regen en we kunnen zo het rennerskwartier oprijden. Al snel vinden we een plaatsje tussen de vele toegestroomde bezoekers en rijders. Leoni Zondag, die het grote spektakel in handen heeft voor het immens populaire Oostenrijkse merk hebben we ook al vlug gevonden. Als marketing manager drukt ze een dikke stempel op het gebeuren en dat is ook te merken. Ze weet goed waar ze over praat en er straalt rust uit haar mooie gezicht. Het teken dat ze controle heeft. Ze zorgt voor een duidelijk programma van de dag zodat we niks hoeven te missen. Het is allemaal erg mooi opgezet. Er staan tenten en stands met allerlei kleding, helmen en alles wat je maar nodig zou kunnen hebben. Er worden nieuwe modellen getest en er wordt opgetreden door verschillende zangers om het geheel op te luisteren. Op datzelfde podium is een KTM opgehangen aan de voorvorkpoten. Voorwiel eruit. Het is een variant op het spijkerbroekhangen. Je wordt opgetild en pakt het stuur bij de handvaten. Wie het langste hangt wint. Ook in de “harde” feesttent is van alles te doen. Er wordt daar natuurlijk ook opgetreden. Een gezellige boel.
De eerste wedstrijden gaan van start en daar valt me wat leuks op. Er rijden brommers en 50 cc kreidlers mee. Vroeger, toen ik zelf nog niet crosste en vaak met mijn vader ging kijken reden er ook van diezelfde 50 cctjes. Die geur van de mengsmering van toen waaide weer langs mijn neus en krijg een rilling over mijn rug. Heerlijk is dat en ik droom heel even weg. Die geur vergeet je nooit meer. Mooie wedstrijden komen voorbij en er wordt hard gereden. Kleine mannekes, stoere meiden en grote kerels vegen de prachtig aangelegde baan aan. Tussen de manches door is er ook nog een wedstrijd voor enduro’s. Langs de baan is er een soort van modderstuk aangelegd. In de “DrekRace” kan degene die er het snelste doorheen komt een mooie prijs mee naar huis nemen. Dikke modder en mooie, spectaculaire momenten. In de pauze komen er nog wat, niet crossgerelateerde, onderdelen voorbij. Er staat een KTM X Bow. Een pittig racekarretje met een stoer uiterlijk. Het is een soort “roadster” maar je dient er wel met een helm op in te rijden. Een dikke jas is ook wel een aanrader, vooral met het soort weer als vandaag. Een prachtig ding. Mooi geluid en dikke banden. Echt een “Toy for a Boy”. Ook staan er KTM racers tentoongesteld. Er komt volgend jaar een nieuwe KTM RC 390 Cup uit. Een klasse voor beginnende coureurs of voor wie gewoon goedkoop wil racen. Mooi initiatief, mooie motor! Ook machtig mooi is de nieuwe 390 Duke. Een tussenmodel, gelanceerd als tussenstap naar de redelijk zware 690, die al bestond. Ook weer prachtig vormgegeven. Goed bezig KTM!
Een jongen die ik qua zicht eerder de administratie zou zien doen van KTM springt op een KTM supermoto model en doet de meest “zieke tricks”, zoals mijn jongens het modern verwoorden. Het enige jammere is dat het asfalt dermate nat is dat het water, tezamen met het rubber een glibberige ondergrond vormt. Hierdoor vallen er enkele trucs in het water maar het blijft spectaculair om te zien.
Na de eerste manche van de 85 cc valt het feest even stil. Het blijkt dat er een jong mannetje, Niek genaamd, al een hele dag in de watten wordt gelegd door de organistaie. Hij en zijn familie mochten de gehele dag overal bij zijn en Niek mocht zelfs deelnemen aan een motorstunt. Niek is 12 jaar oud en lijdt aan een ernstige ziekte. Zijn grootste wens was een KTM crossmotor, zodat hij kon crossen met zijn vriendjes. Stichting “Make a wish” benaderde daarom KTM Nederland of zij misschien iets konden betekenen in de vraag van dit onfortuinlijke manneke. KTM deed een daad en stelde geheel kostenloos een JTX Racing KTM 85 SX ter beschikking met alle opties erbij. Niek werd van top tot teen aangekleed en op zijn motor gezet door de aanwezige fabrieksrijders Davy Pootjes en Jeffrey Herlings. Weer kippevel! Een blijer kind heb ik zelden gezien.
Mijn twee jongens komen trots aangelopen met gesigneerde posters van Pootjes en Herlings. “Eerst in de bus leggen pap, anders komen er kreukels in.”
Als de muziek in de feesttent een paar tandjes harder gaat stel ik mijn kinderen voor huiswaarts te keren. “Morgen weer naar school jongens, en we moeten nog een stukje”
KTM Nederland, Eddy Lemmens, Leoni Zondag, Jeffrey Herlings, Davy Pootjes en alle rijders van de dag bedankt. Bedankt voor een mooie dag.
Volgend jaar weer…

Ondanks dat we ruim op tijd aanwezig zijn is er al bijna geen parkeergelegenheid meer vrij. Aangrenzende bedrijven hebben hun parkeerplaatsen voor deze keer opgeofferd om de massale opkomst te kunnen verwerken. Jongens, meisjes en mannen duwen hun motoren al naar de ingang van de plaats waar de dienst zal plaatsvinden. Een lange rij met prachtige machines en coureurs.
Elk van de motoren heeft een klein nummerplaatje op de grote plaat van voren. #74 “Gone, but never forgotten. Forever in our hearts”. Natuurlijk heerst er een bedompte stemming maar er hangt tegelijkertijd een walm van vriendschap en respect. De massa mensen geeft nu al een goed beeld van hoe Erik was.
Een open, aardige en eerlijke kerel, altijd en tegen iedereen.
Een grote witte stationwagen staat aan het begin van de oprit met daarin de simpele maar mooie kist. Een bij Erik passend ruwhouten model met blankmetalen randen en sluitingen. Stoer. Op het blanke hout staat “love” uit de hand geschilderd.
De letters zijn zilver op de V na. Die is gevormd uit de twee voetafdrukjes van Quinn, zijn dochtertje. Rode voetjes van de liefde. Verder naar boven op de kist staan afdrukken in verf van de handen van Irina, met daar weer in de handafdrukjes van hun dochtertje. “Je poeppies” lees ik er onder en krijg kippevel.
Zo simpel, zo mooi. Vrienden van Erik dragen de kist met respect naar binnen, wij volgen. De aula is vol, heel vol. Een deel van de mensen volgt de dienst buiten. Daar staan voornamelijk de jongens en meisjes die hun motoren meegebracht hadden om er de indrukwekkend lange erehaag mee te vormen.
Als iedereen een plaats heeft gevonden neemt een dame het woord. Haar woorden geven een mooi beeld van hoe Erik was en in het leven stond. Nog zoveel plannen, zoveel te doen. Zijn liefde voor zijn Irina en zijn dochtertje.
Ze doet het netjes, vol respect. Eriks broer neemt het woord. Hij gaat terug in de tijd en neemt ons mee naar de kinderjaren. Hun onderlinge strijd en vriendschap. Mooie en leuke anekdotes passeren. Hij heeft het moeilijk maar wil dit doen. Gesteund door zijn vriend die achter hem staat vertelt hij zijn verhaal, eerlijk en vooral erg mooi. Bij het verhaal van Eriks nichtje schiet ik meteen vol. Geemotioneerd vertelt ze dat ze elkaar al lang niet gezien hadden. Ook zijn laatste appje aan haar deelde ze met ons. Zo klein nog, lief en zo ontzettend moedig. William is de man die Irina en Erik in de echt zou gaan verbinden.
Hij vertelt over hoop en troost. “Onze lieve Heer” zal Irina en kleine Quinn bijstaan in de komende, moeilijke tijd. Steun en kracht geven die ze hard nodig zullen hebben. Kerkelijk mooi. Irina’s moeder zingt een, voor mij onbekend maar erg mooi, lied, samen met een vriendin. Onder acoustische begeleiding van nog een andere vriendin raakt ze iedereen met haar hoge en loepzuivere stem.
Niets te veel en niets te weinig en prachtig passend in het geheel. Dan komt Ron Stroo naar voren. Moedig maar aangeslagen vertelt hij over vroeger.
Daaruit blijkt dat Erik ondanks zijn jonge leeftijd toch al een mooi en bewogen leven heeft gehad. Iemand die het leven pakte, altijd en op ieder moment.
Dan, toch een beetje verrast, krijgen we te horen dat Irina zelf ook wat gedachten op papier heeft gezet en die zelf met ons wil delen. Sterk en ontzettend knap denk ik nog en stiekem spreek ik voor mezelf de hoop uit dat ze het kan en het haalt tot het einde. Ze begint met trillende stem maar naarmate haar verhaal vordert gaat het haar hoorbaar makkelijker en beter af. Het lijkt alsof het haar goed doet er over te praten en ze neemt de hele zaal mee in haar “sprookje”. Irina maakt alles weer opnieuw mee en iedereen zit met open mond te luisteren.
Alles, vanaf de eerste ontmoeting. “Liefde op het eerste gezicht” noemde ze het met een lach op haar gezicht. Ze maakt het allemaal weer opnieuw mee en geniet er van, net als toen. Die herinneringen, daar moet ze het nu mee doen.
Ondanks haar grote pijn en verdriet weet ze een volle, verslagen, zaal aan het lachen te krijgen met een anekdote van Erik en haarzelf. Bijzonder, sterk en knap. Als ze klaar is heb ik het idee een liefdesfilm te hebben gezien. Weggedroomd.
Ze krijgt applaus voor haar voordracht. Bijna vreemd op en dienst als deze maar dit is duidelijk een applaus van respect en liefde. Misschien wel het mooiste applaus ooit. Er worden foto’s getoond en muziek afgespeeld. Alles komt even hard aan.
Als de jongens de kist weer naar de auto dragen volgt de menigte teneergeslagen. De wandeltocht naar de begraafplaats is 2 kilometer maar daar heeft niemand problemen mee. Het is prachtig weer en het is heerlijk even buiten te zijn na deze heftige dienst. Even frisse lucht. De begraafplaats is duidelijk niet berekend op de massa mensen die een laatste eer willen bewijzen.
Rijen dik staan ze in een grote boog om de kist heen. Irina kijkt met grote ogen om haar heen. Duidelijk overmand door alles. De vele mensen, het onrecht, de kist voor haar neus en de vrolijk brabbelende Quinn in haar wagen.
Ze is moe, dat is erg duidelijk en zeker niet vreemd. Wat een bizarre week moeten zij en haar familie achter de rug hebben. Een lange rij staat haar te wachten.
Ze knikt en geeft handen. Ontvangt hier en daar een kus maar het gaat langs haar heen. Ze is al even ergens anders. Ze heeft alleen oog voor de kist en haar dochtertje. Geen moment verliest ze haar uit het oog, geen seconde haar hand van de wagen. Als het hummeltje huilt pakt ze haar uit de wagen, dicht tegen zich aan. Op het moment dat mijn zoontje en ik voor haar staan is ze nog maar halverwege de lange rij en is het op.
Ze kan niet meer. “Ik wil niet meer” zegt ze huilend en ik stap door. Er wordt een stoel gepakt en ze zakt ineen. Op, leeg en er duidelijk helemaal mee klaar. Het kan ook eigenlijk niet na zo’n week. Omringd door de lieve familie verlaat ze het terrein. Ik kijk haar nog even na en heb met haar te doen. Nog veel meer dan dat ik in eerste instantie gedacht had. Irina en Erik. Het was een koppel zoals het moest zijn. Soulmates en onvoorwaardelijke liefde.
Respect voor elkaars (on)hebbelijkheden en een wolk van een dochter als kroon op het geluk. “Ik ben zo blij dat ze helemaal op jou lijkt” zei ze nog aan het eind van haar verhaal. Daar moet je het dan mee doen. Dat en de vele mooie herinneringen.
Het zal een zware tijd worden voor Irina, maar ze zal het kunnen. Die kracht krijgt ze van Quinn.

Sterkte meid. Sterkte en dat nog eens 100 keer.

De parkeerplaats is al helemaal vol als we aankomen bij de “Schoudee” in Wemeldinge. Het bestuur van MC De Sproeier heeft samen met de burgemeester van Kapelle een bijeenkomst georganiseerd ter nagedachtenis van het overlijden van Erik Koote.
Niet alleen een heel mooi en respectvol gebaar maar zeker ook een nuttig. Aan de grote opkomst is duidelijk te zien dat er behoefte is hier nog eens met elkaar over te praten. Mensen komen voor Irina, hun dochtertje en de nabestaanden maar zeker ook voor zichzelf. Het heeft op iedereen een enorme impact gehad, dat is wel duidelijk. De Zeeuwse crossgemeenschap is niet heel erg groot maar daardoor wel superhecht, wat vanavond heel duidelijk blijkt. Er is niet zomaar een crosser heengegaan maar een lid van de Zeeuwse crossfamilie. Mooie respectvolle woorden gesproken door de burgemeester en Frank Rottier uit naam van het bestuur van de club. Ook veel respect voor het feit dat er slachtofferhulp aangeboden wordt. Het is ook niet zomaar iets.
Zoals de man ook uitspreekt gaat iedereen hier op zijn of haar eigen manier mee om. Ieder mens is anders, daarom.
Bekenden zoeken elkaar op en praten over hun gevoelens. Iedereen is verslagen en dat zal nog wel even blijven hangen. Tot slot komt een van Eriks beste maatjes, Steven Ovaa, naar voren. Steven heeft zich moedig opgeworpen als spreekbuis voor de familie.
Die ontlasting is erg welkom want ze hebben het zwaar, heel zwaar. Je ergste nachtmerrie die waarheid wordt. Irina heeft de kracht kunnen vinden aanwezig te zijn maar is zichtbaar gebroken van binnen.
Ik zie veel mensen om haar heen. Ze staat zeker niet alleen maar moet wel zonder haar Erik verder. Alleen met haar kindje. Zaterdag nog een hele moeilijke dag.

Sterkte Irina en verdere familie, veel sterkte…